Davy Klaassen is sinds de aanstelling van bondscoach Louis van Gaal helemaal opgeleefd in het Nederlands elftal. De middenvelder van Ajax speelde afgelopen zomer op het EK geen minuut onder Frank de Boer, de voorganger van Van Gaal. Inmiddels is Klaassen echter onomstreden basisspeler in Oranje en is hij zeer belangrijk, zo stelt Voetbal International-journalist Simon Zwartkruis.

Afgelopen vrijdag tegen Letland zorgde Klaassen er met het enige doelpunt van de wedstrijd voor dat Oranje drie punten overhield aan het moeizame WK-kwalificatieduel. ‘Klaassen speelde ook zeker niet geweldig, maar met zijn rendement is hij enorm belangrijk voor het Nederlands elftal’, stelt Zwartkruis, waarna hij vervolgt. ‘Ook zijn verdedigende werk in de omschakeling is heel belangrijk. Hij heeft een paar keer in het eigen zestienmetergebied schoten geblokt. Dat is tekenend voor hoe hij in een wedstrijd zit en met welke beleving hij speelt. Het zegt iets over zijn positionele inzicht, dat natuurlijk ook op een hoog niveau ligt.’

Zwartkruis durft zelfs zo ver te gaan dat de basisplaats voor Klaassen in Oranje de beste beslissing is die Van Gaal recentelijk heeft gemaakt. ‘Sinds Van Gaal is begonnen als bondscoach, is het in ere herstellen van Klaassen de beste zet die hij heeft gedaan. Onder Frank de Boer heeft Klaassen na drie jaar afwezigheid zijn rentree gemaakt en tot het EK leek het ook de goede kant op te gaan, maar toen speelde hij opeens geen seconde meer. Van Gaal dacht daar anders over en zette hem meteen in de basis. Het middenveld is daarmee aanvallender ingericht. Klaassen is hartstikke belangrijk en daar spint Oranje garen bij.’

Het feit dat Klaassen bij Ajax de laatste weken niet kon rekenen op een basisplaats, hoeft volgens Zwartkruis geen belemmering te zijn voor de rol van de Ajacied in Oranje. ‘Klaassen is typisch iemand waarvan de trainer weet dat hij van hem op aankan en hij is ook iemand die zijn fysieke inhoud niet laat versloffen als hij een tijdje minder speelt. Dat hij bij Oranje in de basis stond, verbaasde mij dus niet.’