Op 31 mei 1972 ziet John van 't Schip Ajax voor de eerste keer spelen. De Amsterdammers winnen met 2-0 van Internazionale en pakken zo de tweede Europacup I in de clubgeschiedenis. De dan achtjarige Van 't Schip ziet Johan Cruijff schitteren en is verkocht. Vanaf dat moment wil hij bij Ajax spelen en wil hij met Cruijff spelen. 'Uiteindelijk is die droom wel uitgekomen. Je gaat bij Ajax spelen, met Cruijff spelen en hij is ook nog een goede vriend geworden', vertelt Van 't Schip in een uitgebreid interview met Ajax Showtime.
Van 't Schip is met recht een Ajax-icoon te noemen. Hij speelde 348 wedstrijden in het eerste elftal, was aanvoerder, won nationale en Europese prijzen én werkte later in diverse functies bij de club. 'Ajax is een belangrijke factor in wie ik ben, in het vormgeven van mij als persoon', vertelt Van 't Schip over wat de club voor hem betekent. 'Je leert zo veel als je op het allerhoogste niveau moet overleven, om bijvoorbeeld steeds maar weer een jaar door te kunnen gaan in de jeugd. Daar begint het natuurlijk mee. Het was voor iedereen een schrikbeeld dat je aan het einde van het seizoen te horen kreeg dat ze niet meer met je verder gingen. Dat heb ik gelukkig nooit mee hoeven maken, want ik zat altijd aan de bovenkant en werd zelfs eerder doorgeschoven.'
Van 't Schip legt uit dat je harder wordt als je als jonge speler iedere keer het niveau moet aantikken. Zeker toen de aanvaller bij het eerste elftal van Ajax aansloot, leerde hij veel. 'In mijn periode bestond het eerste uit Cruijff, Lerby, Schrijvers, Jansen, Van Veen en Ling. Dat waren echt wel gasten waar je tegen opkeek als jeugdspeler. Zij hadden ook al wel het een en ander meegemaakt en ook met hun mondje deden ze wel het een en ander, haha. In die tijd werd je echt wel aangepakt op de trainingen.' Zo stond de jonge Van 't Schip ineens op het veld met Cruijff en Wim Jansen. 'Dat waren natuurlijk grootheden uit het WK '74-elftal. Het was een mooie tijd.'
De oud-speler van Ajax en Genua vertelt dat de talenten van toen ook een eigen groepje hadden waarin ze elkaar hielpen. 'Dat waren Vanenburg, Rijkaard, Kieft, Silooy, Van Basten en ik dan. Dan had je nog een groepje met Jesper Olsen en Jan Mølby, die ook nog heel jong waren. Robbie de Wit kwam er iets later nog bij', blikt Van 't Schip terug. Hij legt uit dat Ajax niet alleen sportief belangrijk is geweest voor hem. 'Het heeft voor een heel groot gedeelte mijn leven vormgegeven, ook mijn privéleven. Ik heb Daniëlle namelijk ook bij Ajax ontmoet. Ajax is voor mij echt een belangrijke factor in mijn leven.'
'Ik heb die vader gevraagd of hij kon regelen dat ik mee mocht trainen bij Ajax'
In 1972 begon de liefde voor Ajax bij Van 't Schip. Hij is in Canada geboren, maar toen hij net een maand in Nederland was, zag hij zijn grote idool Cruijff voor het eerst in actie. 'In mei 1972 was de Europacup-finale tussen Ajax en Inter Milan in Rotterdam. Dat was de allereerste wedstrijd die ik ooit van Ajax heb gezien. Cruijff excelleerde door twee goals te maken en ze wonnen de Europacup I. Vanaf die dag, vanaf die avond ben ik gek van Ajax en gek van Johan. Dat is nooit overgegaan en altijd zo gebleven.'
Van 't Schip speelde destijds in de jeugdopleiding van NFC uit Amstelveen. Een teamgenoot van hem ging naar Ajax toe. 'Ik had zoiets van: hij gaat naar Ajax, maar ik ben beter. Ik zei tegen mijn ouders: ik wil ook naar Ajax toe', blikt hij terug. Zijn ouders vonden het nog te vroeg en zeiden dat de aanvaller op zijn twaalfde naar Ajax mocht. 'Ik werd op 30 december twaalf, dus dat was halverwege het seizoen. Toentertijd had je echt van die open dagen en die waren meestal pas in april of mei.'
Doordat Van 't Schip geen ingangen bij Ajax had, belde hij - na zijn twaalfde verjaardag - naar de vader van zijn voormalig teamgenoot. Zijn oud-ploeggenoot speelde inmiddels al twee jaar in Amsterdam. 'Ik heb die vader gevraagd of hij kon regelen dat ik een keertje mee mocht trainen met het elftal van zijn zoon. Dat kon hij. Ik kon gelijk in de eerste week van januari mee. Ik weet nog dat het slecht weer was, dus we gingen in de zaal onder De Meer trainen. Daar kunnen ze natuurlijk niet veel zien. Ze hadden wel gezien dat ik kon voetballen, dus ze zeiden dat ik de week daarna weer moest komen.'
Een week na zijn eerste training bij Ajax verscheen Van 't Schip op het trainingsveld bij De Meer. Er werd een partijtje gespeeld en daardoor zag men dat de aanvaller goed kon voetballen. 'Ze zeiden gelijk dat ze mij wilden hebben', kijkt hij terug op die beginperiode. De Ajacied kon nog geen lid worden van de club, omdat het halverwege het seizoen was. 'Het seizoen daarop werd ik dus officieel lid. Maar eigenlijk heb ik mezelf dus aangemeld', besluit hij lachend. En hebben we ooit nog iets gehoord van zijn NFC-teamgenoot die eerder naar Ajax ging? 'Nee, die heeft het niet gered.'
Tekst gaat verder onder de foto.

'Ajax was voor mij Voorland, De Meer en de Middenweg'
Van 't Schip kijkt met warme gevoelens terug op zijn tijd in de jeugdopleiding van Ajax. Als hij terugdenkt aan die tijd denkt hij aan mensen die bij het grote publiek minder bekend zijn: de jeugdleiders. 'Henk van Teunenbroek, Cas Harms, Hans Bijvank en Rolf Grootenboer zijn mensen waar ik dan aan denk. Zij waren voor mij echt mensen die bij Ajax hoorden. Als je bij Ajax kwam, waren zij er altijd. Ik heb Cas Harms als jeugdleider gehad. Toen ik in de C1 speelde, was hij mijn leider. Later bij de A1 weer. Na mijn carrière werd ik trainer en ging ik de A1 doen, toen was Cas nog steeds leider en zo was hij nog steeds bij mij… Maar uiteindelijk was Ajax voor mij Voorland, De Meer en de Middenweg.'
Het Ajax-icoon werd uiteindelijk vanuit de A1 doorgeschoven naar het tweede elftal, nu beter bekend als Jong Ajax. In dat elftal speelde hij onder meer samen met Marco van Basten. Cruijff werkte in die tijd aan een terugkeer bij Ajax. Daarom trainde het idool van Van 't Schip regelmatig mee met het tweede elftal. 'Daar heeft Johan gezien dat Marco en ik een bepaald talent hadden. Toen hij op een gegeven moment bij het eerste aansloot, heeft hij gelijk tegen Kurt Linder gezegd: je moet Van Basten en Van 't Schip erbij halen. Voor Marco was dat een beetje lastig, omdat hij nog dagelijks op school zat. Ik was inmiddels van school af, dus ik ging gelijk met het eerste meetrainen.'
'Tijdens mijn debuut kreeg ik de allereerste bal van Johan'
Op zondag 6 december 1981 maakte Van 't Schip zijn debuut in het eerste elftal van Ajax. De Amsterdammers wonnen met 4-1 van Haarlem. Een kwartier voor tijd mocht de buitenspeler invallen voor Tscheu La Ling. Het was een bijzondere wedstrijd, want het was de terugkeer van Cruijff bij Ajax. 'Ik kreeg de allereerste bal van Johan. Hij gaf hem bewust gelijk aan mij en toen riep hij: en nu één op één. Luc Nijholt stond linksback en daar moest ik één op één op afgaan. Ik ging op hem af, ik speelde de bal buitenom en ging er langs, maar toen haalde Nijholt mij onderuit. Dat was mijn eerste actie in het betaald voetbal. Ik kreeg de bal van Johan en hij zei dat ik voor de één op één moest gaan, dus dan doe je dat natuurlijk.'
'Dat debuut was zo mooi. Er was maar één ding waar ik op lette en dat was Cruijff. Iedereen was met hem bezig', vervolgt Van 't Schip zijn verhaal over de wedstrijd tegen Haarlem. Volgens de Ajacied was Cruijff 'heel ontspannen' voor de wedstrijd, terwijl er best wel wat druk op de legendarische Nummer 14 lag. 'De Meer was uitverkocht. Dat was in die periode nooit zo, maar nu zaten er 23.000 mensen. Ik volgde elke stap van hem, want ik zat op de bank te kijken. Toen hij die goal maakte, was het alsof je droomde. Je zag die bal heel traag door de lucht gaan en zag hem zo in het net vallen. Daarna kwam dat ongelooflijk mooie lawaai wat De Meer kon maken. Toen kon de middag al niet meer stuk. Dat ik daarna ook nog mocht invallen - en de eerste bal van hem kreeg - maakte het alleen maar mooier.'
'Cruijff was de eerste die dat bewustmakingsproces in gang zette'
Van 't Schip en Cruijff speelden niet alleen samen, Cruijff werd later ook trainer van Ajax. Volgens Van 't Schip was Nummer 14 de eerste trainer die het belang van posities benadrukte. 'Van positiespel, maar ook van je positie op het veld en dat alles in verbinding met elkaar staat. Hij hamerde daar op een hele natuurlijke manier op, ook vanuit de manier zoals hij zelf voetballer was. Dat kon hij als geen ander aan ons overbrengen.'
Cruijff ging soms weleens te snel met zijn uitleg, maar dan ging hij gerust weer een stapje terug om het de Ajacieden duidelijk te maken. Van 't Schip vertelt dat Cruijff er bepaalde dingen in wilde stampen. 'Ik kon bij wijze van spreken 's nachts wakker worden en horen dat ik de bal voor de man moest spelen. Dat heeft hij echt maandenlang geroepen. Dan zei hij: voor de man, in de loop', legt de oud-speler van Ajax uit.
De voormalig rechtsbuiten vertelt dat het Ajax van Cruijff in die tijd iedere vrijdagmiddag 'een soort voetballes' kreeg in de persruimte van De Meer. 'Dan was Cruijff echt een half uur bepaalde dingen aan het vertellen. Dat zijn dingen die je nu allemaal terugziet in het voetbal. Het was voor hem best gewoon, maar het was voor ons niet zo gewoon, met name de uitleg en de termen. Hij zei dan: "je moet linies overslaan" of "de beste bal is de bal tussen de linies door"... Hij was echt de eerste die dat bewustmakingsproces bij ons in gang zette.'
Tekst gaat verder onder de foto.

'Johan stond niet lang in het midden tijdens de rondo'
Als trainer van de Amsterdamse club deed Cruijff ook mee met de rondo. Van ‘t Schip noemt dat de 'leukste rondo's', omdat zijn idool nog altijd enorm goed was. ‘Als hij in het midden kwam, wilden wij hem natuurlijk in het midden houden. Dan was je vaak extra geconcentreerd. Maar Johan stond niet lang in het midden, want hij wist altijd dusdanig te jagen dat hij de bal binnen de kortste keren weer had. In een rondo wordt iedereen weleens door zijn benen gespeeld. Johan is ook weleens door zijn benen gespeeld en dat maakt het spelletje leuk. Als dat dan bij de trainer gebeurt, gaat iedereen natuurlijk juichen. Dat is ook sfeer. Daar was Johan de beste in, om een goede sfeer te creëren op de training.'
Van 't Schip deelt ook een mooie anekdote uit die tijd. De Ajacied moest in Groningen geopereerd worden aan een hernia. Cruijff bracht de moeder van Van 't Schip naar het ziekenhuis in Groningen. En als Nummer 14 er dan toch is, dan volgt hij de operatie ook op de voet. 'Toen ik wakker werd zei de chirurg: het is allemaal goed gegaan en Johan heeft het gezien. Cruijff woonde in Washington naast een hartchirurg. Hij nodigde hem af en toe uit om een operatie te bekijken. Johan heeft bij best wel heftige operaties staan kijken. Hij had interesse in heel veel dingen. Toen ik geopereerd werd, heeft hij gewoon gezegd: ik wil graag kijken. Hij heeft zijn groene operatiejas aangetrokken en een mondkapje voorgedaan, haha. Een speciale man.'
Van Basten en Van 't Schip hadden een speciale band met Cruijff. Zij waren de eerste spelers die met de spullen van Cruyff Sports gingen lopen. Daarnaast kwamen zij ook regelmatig bij Cruijff thuis. Nummer 14 woonde destijds in Vinkeveen en daarom werd het drietal FC Vinkeveen genoemd. 'Bij hem thuis gingen we over voetbal praten. Eigenlijk is dat gedurende onze hele carrière zo gebleven, wel met tussenpozen van een paar jaar. Toen Johan onze coach bij Ajax werd, was de verstandhouding onbewust wel een beetje anders. Als trainer moest hij ons natuurlijk ook af en toe aanpakken, wat hij ook deed. Juist ons pakte hij aan, anderen misschien wat minder.'
Het zijn allemaal dingen die de jonge Van 't Schip in 1972 niet had kunnen bedenken toen hij naar Ajax en Cruijff keek. 'Het is wel gek. Als jongetje heb ik wel gedroomd om bij Ajax te spelen, met hem te spelen en dat hij een soort vriend van je is. Als je dan buiten op het veldje ging spelen, was je Cruijff. Uiteindelijk is die droom wel uitgekomen. Je gaat bij Ajax spelen, met Cruijff spelen en hij is ook nog een goede vriend geworden.'
'Van Gaal verwachtte dingen waarvan je dacht dat je dat niet meer hoefde te doen'
Gedurende zijn Ajax-tijd werkte Van 't Schip ook een seizoen samen met Louis van Gaal. Hij nam het eerste elftal in september 1991 over van Leo Beenhakker, die naar Real Madrid vertrok. Van Gaal wordt omschreven als een 'hele goede trainer'. 'Hij was duidelijk en wist heel goed wat hij wilde. Dat was in het begin voor heel veel jongens wennen, ook voor mij en de toen wat oudere jongens in de selectie. Hij verwachtte dingen waarvan je dacht dat je dat niet meer hoefde te doen. Louis was heel stellig in hoe hij bepaalde dingen wilde en daar moest je gewoon in mee. Ik heb toen een van mijn beste periodes gehad, met het winnen van de UEFA Cup tegen Torino als eindresultaat. Daarna ben ik naar Genua gegaan. Ik heb altijd goed contact met Louis.'
Een andere man waar Van 't Schip nog altijd goed contact mee heeft is Van Basten. Ze kennen elkaar al jaren, gingen vroeger met elkaar op vakantie, waren samen trainer en hebben nog steeds een goede band. 'Ik zie hem een paar keer in het jaar, dan gaan we even een kopje koffie drinken. Dat blijft altijd, dat is gewoon leuk. Dan zit je weer met elkaar zoals het altijd was. Dat is goed.'
Toen Van 't Schip vorig seizoen hoofdtrainer van Ajax was, zat Van Basten als analist bij Rondo op Ziggo Sport. Dat zijn oud-teamgenoot kritiek uitte op 'zijn Ajax', maakte de huidige bondscoach van Armenië niet veel uit. 'Als ik keek, moest ik er vaak wel om lachen. Ze moeten er zelf ook om lachen. Natuurlijk is het ook serieus wat ze zeggen, maar als je daar gaat zitten moet je wel een mening hebben. Of het positief of negatief is, je moet een mening hebben. Dat wordt vaak wat extra aangedikt, zodat er over geluld gaat worden en het programma bekeken wordt. Dat hoort erbij.'
Tekst gaat verder onder de foto.

'Mooi dat ik deel uitmaak van elftallen die mooie prijzen hebben gewonnen'
In zijn jaren bij Ajax won Van 't Schip vier landstitels, drie KNVB Bekers, één UEFA Cup (1992) en één Europacup II (1987). Hij noemt de landstitels mooi, omdat je daar als team het hele jaar voor speelt. Toch hebben de Europese prijzen wel een speciaal plekje, legt hij uit. 'In 1987 was het dertien jaar na de laatste Europese finale van Ajax, met Johan nu als trainer. Het was heel speciaal om in Athene de finale te winnen van Lokomotive Leipzig. Maar de UEFA Cup een paar jaar later was qua wedstrijden nog mooier. Met name de laatste wedstrijden tegen Genua en Torino. We versloegen toen toch de Italiaanse top. Het Olympisch Stadion was helemaal uitverkocht. De gekte die er toen ontstond… Dat waren mooie wedstrijden. De Europese wedstrijden zijn allemaal wat verser in mijn hoofd.'
Als Van 't Schip terugkijkt op zijn jaren in Amsterdamse dienst, dan doet hij dat met een goed gevoel. Het Ajax-icoon omschrijft het als een 'echt mooie tijd' . 'Ik heb mooie dingen meegemaakt en vrienden gemaakt, maar met name mezelf als mens ontwikkeld', vertelt Van 't Schip, die nu met de Club van 100 in de catacomben in de Johan Cruijff ArenA hangt. 'Dat vind ik mooie dingen die bij een club horen. Historie is hetgeen wat Ajax - wat iedere club - mooi maakt. Het heden is natuurlijk mooi, maar dat is wel op basis van wat er in het verleden is gepresteerd.'
'De eisen om bij Ajax te spelen zijn gewoon hoog. Er wordt verwacht dat je kampioen wordt, ver komt in Europa en een bepaald type voetbal speelt', legt de rasechte Ajacied de eisen in Amsterdam uit. 'Het is mooi dat ik daar deel van uitmaak en ook deel uitmaak van elftallen die mooie prijzen hebben gewonnen. Landskampioenschappen, maar ook Europees en de KNVB Beker. Dat is natuurlijk mooi.'
Ajax Showtime sprak uitgebreid met John van 't Schip. Eerder verscheen er al een artikel waarin hij sprak over zijn tijd als interim-trainer bij Ajax. Verder vertelde hij over het huidige Ajax en over zijn nieuwe baan als bondscoach van Armenië. Lees dat verhaal hier!
Niels Opdam (email: n.opdam@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie