De Nederlandse kranten zijn daags na de zege van Ajax op ADO Den Haag (5-0) lovend over de Amsterdamse ploeg. Met name Devyne Rensch en Brian Brobbey krijgen complimenten. Verder wordt Ajax het 'Bayern München van Nederland' genoemd en kan de champagne koud gezet worden.

De Telegraaf: 'Ajax, het Bayern München van Nederland'

De Telegraaf kopt met: 'Ajax, het Bayern München van Nederland'. 'PSV-trainer Roger Schmidt riep het tijdens het onderlinge duel – na de late 1-1 – vol frustratie al: het rijke Ajax is het Bayern München van Nederland. En de Amsterdammers krijgen inderdaad trekjes van de Duitse Rekordmeister', aldus De Telegraaf, die de zege van Ajax op ADO Den Haag (5-0), geen verrassing noemt. 'De straatlengte voorsprong op PSV en AZ in maart wel. Bij het ingaan van de lente na 26 wedstrijden kan het landskampioenschap Erik ten Hag en zijn spelers nauwelijks nog ontgaan.'

De kans is aanwezig dat Ajax dit seizoen vroegtijdig de schaal omhoog mag houden. 'Vier speelronden voor het einde – en mogelijk nog eerder – de competitie beslissen, is Bayeriaans, inmiddels 23 duels (20 zeges, 3 gelijke spelen) in alle competities ongeslagen blijven ook. Maar Schmidt bedoelde met zijn sneer ongetwijfeld iets anders. Namelijk de grote financiële kloof die tussen Ajax en de rest dreigt te ontstaan.'

Over het duel schrijft De Telegraaf dat ADO Den Haag - op twee speldenprikjes in de beginfase na - een speelbal van Ajax was. 'Waar Devyne Rensch en Brobbey aantoonden dat zelfopgeleide spelers in de kleine ruimte vaak veel beter uit de voeten kunnen dan de meeste (dure) aankopen.'

Algemeen Dagblad: 'De champagne kan al koud'

Ook het Algemeen Dagblad heeft maandagochtend een treffende kop: 'De champagne kan koud'. De krant zag dat het laatste beetje spanning in de titelstrijd na de zege van Ajax en het puntenverlies van PSV bij AZ wel weg is.

'Dat op Ajax in 2021 geen maat staat, ervoer ook ADO gisteravond. Gezien de vorm van beide ploegen was het niet de vraag of de favoriet ook winnend aan de interlandbreak zou beginnen, maar vooral hoeveel genade Ajax met de hekkensluiter zou hebben', schrijft de ochtendkrant. 'Daar was in december, toen Ajax ADO nog terug liet komen naar 2-4, wel sprake van geweest. Het antwoord luidde nu: weinig. Dat bleek vooral vooraf, toen coach Erik ten Hag voor zijn sterkste formatie koos en halverwege met een 4-0 stand.'

Volgens het Algemeen Dagblad waren het de tieners die Ajax naar de grootste zege van het kalenderjaar gidsten. 'Dario Del Fabro bracht de eerste divisie weer een stukje dichterbij met een dramatische pass. Daarmee leidde hij indirect de eerste eredivisietreffer van Devyne Rensch (18) in. Tien minuten na zijn diagonale poeier had Rensch ook een assist te pakken. De rechtsback vond Brian Brobbey, die een sterk optreden als aanspeelpunt bekroonde door de bal in het dak van het doel te rammen. Samen leidden de talenten ook de vierde goal in. De pass was opnieuw van Rensch, het sluwe overstapje van Brobbey en met een krul in de lange hoek bepaalde Dusan Tadic de ruststand op 4-0, nadat Edson Álvarez ook zijn doelpunt had meegepikt.'

De schade voor ADO Den Haag bleef na rust beperkt. 'Niet dat Ajax na tal van wissels geen kansen meer kreeg. Zo zagen Zakaria Labyad en Oussama Idrissi in hun drang om het scorebord ook te halen Lassina Traoré over het hoofd. Mede daardoor bleef de eerste spits van voor de winterstop zonder treffer bij zijn eerste minuten van het jaar.'

de Volkskrant: 'Leek een jeugdwedstrijd met een heel goed elftal en een heel slechte ploeg'

Bij de Volkskrant moest men zondagavond denken aan 'een jeugdwedstrijd' in de Johan Cruijff ArenA. 'Met een heel goed elftal en een heel slechte ploeg. Toevallig zijn ze bij elkaar ingedeeld in de competitie. De slechte ploeg trekt zich terug, houdt tegen, hoopt en bidt misschien dat de schade zal meevallen, hetgeen uiteindelijk nog enigszins lukt omdat na 5-0 de sjeu verdwijnt uit het spel van de aanstaande kampioen. En wat ook vaak gebeurt in zo'n duel bij de jeugd, voltrok zich hier ook op profniveau: dat velen bij een veilige stand en bij zo'n immens krachtsverschil zelf willen scoren, in plaats van het overzicht te behouden.'

Geschreven wordt dat het niveau in de Eredivisie soms ver te zoeken is, al wordt Ajax een positieve uitzondering genoemd. 'Door de klasse, de spelopvatting, de eeuwige lust tot aanvallen en ook de scherpte. Ajax valt dit kalenderjaar zelden te betrappen op slap voetbal. De ploeg van Erik ten Hag doet geconcentreerd zijn werk en koppelt werklust aan gestileerd voetbal. Ajax kan in vrijwel elke ruimte voetballen, groot of klein, door de technische superioriteit, door de beheersing van de bal in bijna alle omstandigheden.'