Maximilian Wöber zit in een goede periode. De Oostenrijkse verdediger maakte voor de interlandperiode zijn basisdebuut in de Eredivisie en scoorde meteen. Afgelopen week maakte hij ook zijn interlanddebuut. Met Ajax TV kijkt hij terug op de afgelopen twee weken.

De 19-jarige verdediger geeft aan dat hij goed in zijn vel zit en dat hij een goed gevoel heeft overgehouden aan de afgelopen twee weken. 'Ik heb mijn debuut in het nationale elftal gemaakt. Het was een fantastische ervaring. Het waren twee goede wedstrijden, maar nu ben ik weer blij dat ik hier ben en nu wil ik hier weer presteren. Ik ging weg met een goed gevoel en ik kom terug met een goed gevoel en ik hoop dat dat zo blijft.'

Vlak voordat hij wegging maakte hij zijn basisdebuut in de competitie. 'Het was een perfecte start voor mij. We wonnen met 0-4, een cleansheet, dat is altijd mooi voor een verdediger en ik maakte ook mijn eerste doelpunt. Scoren bij je debuut is altijd speciaal, al helemaal als je een verdediger bent. Misschien is het een goed teken voor de toekomst. Ik heb veel zelfvertrouwen en ik hoop dat ik dat kan laten zien op het veld.'

Toch weet de Oostenrijker dat er geen garanties zijn in het voetbal. Het is dus maar de vraag of hij zaterdag weer in de basis staat. 'We hebben een heel goed team. Iedereen komt wel in aanmerking voor een basisplaats, dus is het belangrijk om goed te trainen en te laten zien dat je wil spelen en dat je de beste op je positie bent. Ik doe dan ook erg mijn best op de training om de trainer te laten zien wat ik kan.'

AT5
Tegenover AT5 gaat Wöber dieper in op zijn woonsituatie in Amsterdam. 'Ik heb mijn eigen flat en de jongens helpen me goed. Ze halen me op en brengen me naar de training. Ik ga veel om met Vaclav, Matthijs en Amin, maar ik heb met iedereen goede gesprekken. Het voelt goed om hier te zijn. Ik heb al wel wat geshopt in het centrum en ben naar een museum geweest. Het voelt een beetje als Venetië, heel romantisch.'

Wöber zingt er zelfs op los als hem wordt gevraagd naar zijn favoriete stadionliedje. 'Donny van de Beek, sjalalalala', antwoordt hij lachend. Ook over Sparta weet hij het één en ander. 'Noemen ze zich de beste club van Rotterdam? Ze zijn wel beter dan die andere, ja.'