Het beste Ajax ooit: Welke middenvelder kies jij?

01 april 2020 15:35 door Gino Haverkamp 34

Laatst geüpdatet 14/02/2021 15:46

Ajax heeft in haar 120-jarige historie tal van spelers van wereldklasse voortgebracht. Je zou er zo drie hele elftallen van samen kunnen stellen. Maar wat is nou het beste Ajax aller tijden? Elke dag peilt Ajax Showtime per positie wie de beste Ajacied ooit is. Vandaag wordt het middenveld gevormd.

Een waslijst aan spelers op de woensdag, want in één keer wordt het hele middenveld vormgegeven. Wie daar deel van uit moeten maken, beslis jij. De drie spelers met de meeste stemmen maken deel uit van het driekoppige middenveld. Mocht je nog willen stemmen op de beste Ajax-linksback aller tijden, dan kan dat. Die verkiezing loopt namelijk nog. Staat jouw favoriet niet tussen de middenvelders hieronder? Stem in de poll dan op 'Anders' en laat jouw nominatie weten in de reacties.

Johan Cruijff

Of hij nou als middenvelder of als aanvaller speelde; Johan Cruijff was een ster. Vandaag de dag staat het clubicoon van Ajax bekend als één van de beste voetballers die ooit op deze planeet heeft rondgelopen. Zijn palmares behoeft eigenlijk geen uitleg, maar laten we dat voor de vorm even kort doen. Als zeventienjarig broekie maakte de Amsterdammer in 1964 zijn debuut in Ajax 1 en vanaf dat moment was hij al een bepalende factor bij de club. Hij reeg de goals en assists jarenlang aaneen en was één van de architecten van het totaalvoetbal waar Ajax en het Nederlands elftal de wereld mee veroverden. In 1973, na drie gewonnen Europa Cups, vertrok Cruijff naar FC Barcelona om daar geschiedenis te schrijven. Na wat avonturen in de Verenigde Staten keerde hij in 1982 terug om met Ajax nog twee landstitels te pakken. Ondanks dat de geliefde ex-voetballer in 2016 overleed, is zijn invloed anno 2020 nog altijd aanwezig in het voetbal.

Gerrie Mühren

Waar Cruijff de ster van het gouden Ajax uit de zeventiger jaren was, was de in 2013 overleden Gerrie Mühren één van de waterdragers van het elftal. De Volendammer werd ondanks dat wel erkend als één van de belangrijkere spelers in het team. Hij wist dan ook met enige regelmaat het net te vinden. Mühren kon ook voetballend prima mee met de sterspelers die de Amsterdammers toentertijd hadden. 'Hij wist vooral de discipline op te brengen om perfect de simpele techniek toe te passen. Dus een pass met de juiste snelheid die je in de loop op je goede been kreeg aangespeeld, in plaats van een één of ander hoogstandje uit te voeren', zei Cruijff ooit over zijn Ajax-kompaan, die 298 keer het wit-rood-wit aantrokken in de periode 1968-1976.

Johan Neeskens

Die andere Johan, zoals hij vaak genoemd werd. Johan Neeskens was misschien wel één van de eerste box-to-box-spelers in het Europese voetbal. De middenvelder speelde 'slechts' van 1970 tot en met 1974 bij Ajax, maar was wel één van de sleutelspelers in de succesperiode waarin drie keer de Europa Cup I werd gewonnen. Neeskens was een harde middenvelder met een enorm loopvermogen en een goede techniek. Befaamd waren zijn penalty's, waar hij de bal vaak met de punt het doel injaagde.

Søren Lerby

Met afgezakte sokken zonder scheenbeschermers was Søren Lerby een opvallende verschijning in Amsterdam. Ajax haalde hem op zeventienjarige leeftijd uit Denemarken en hij wist al vrij snel zijn stempel op het spel te drukken. De Deen was de leider op het middenveld van het Ajax dat eind jaren zeventig en begin jaren tachtig vijf keer de Eredivisie wist te winnen. In 1983, na acht jaar Ajax, vertrok hij naar Duitsland om voor Bayern München te voetballen. In die acht seizoenen scoorde Lerby 67 keer in 206 competitiewedstrijden.

Gerald Vanenburg

Het was smullen op het middenveld bij Ajax begin jaren tachtig, want Lerby werd vergezeld door de piepjonge Gerald Vanenburg. De middenvelder was misschien wel één van de beste voetballers die de club voortgebracht heeft. Zijn techniek was subliem, beter kon haast niet. De Utrechter was een ware stylist die uitblonk met prachtige doelpunten. Als er een tekentafel Ajax-voetballer bestond, dan was het Vanenburg. Tussen 1980 en 1986 schitterde hij op het Amsterdamse middenveld met 64 doelpunten in 173 Eredivisieduels.

Arnold Mühren

Alhoewel Arnold Mühren, broer van Gerrie, wel deel uitmaakte van het gouden Ajax van begin jaren zeventig, was zijn aandeel in het Europese succes minimaal. De Volendammer wordt dan ook vooral herinnerd aan zijn tweede dienstverband in Amsterdam, die liep van 1985 tot en met 1989. In die periode was hij basisspeler in het Oranje dat in 1988 het EK won, terwijl hij ook bij Ajax een belangrijke rol vervulde. Trainer Johan Cruijff had namelijk behoefte aan een ervaren speler die de piepjonge, getalenteerde Ajacieden aan de hand kon nemen. Mühren was de ideale speler daarvoor, zo vond Cruijff. Zodoende groeide de dertiger in de herfst van zijn loopbaan uit tot een belangrijke schakel bij Ajax.

Jan Wouters

Ieder team heeft wel een type Jan Wouters nodig, zijn veel kenners van mening. Wouters was als voetballer precies het tegenovergestelde van Vanenburg. De zeventigvoudig Oranje-international was een bikkelharde controleur die het vuile werk voor zijn teamgenoten opknapte. Niet dat de middenvelder geen goede voetballer was overigens, want iedereen kan zich het bekeken steekballetje op Marco van Basten in de halve finale van het EK 1988 tegen West-Duitsland herinneren. Toch viel Wouters vooral op vanwege zijn harde spel en het gegeven dat hij soms nog wel eens over de grens wilde gaan. Zo gaf hij als Ajacied ooit een elleboogstoot aan FC Volendam-speler Alex Pastoor en deed hij dat enkele jaren dunnetjes over met de Engelsman Paul Gascoigne als slachtoffer.

Aron Winter

Aron Winter speelde gedurende twee verschillende periodes voor Ajax. De eerste liep van 1986 tot en met 1992 en zijn tweede dienstverband duurde van 1999 tot en met 2003, uitgezonderd van een huurperiode bij Sparta Rotterdam in het seizoen 2001/02. Winter, die 87 keer voor Oranje speelde, was misschien niet de meest opvallende Ajacied, maar was wel een belangrijke factor op het Amsterdamse middenveld. Met zijn harde werken was hij een voorbeeld voor vele jonge spelers die door de jaren heen in het elftal speelden. Zelf kwam Winter 305 keer uit in Ajax 1.

Clarence Seedorf

Clarence Seedorf was jarenlang de jongste Ajax-debutant aller tijden, totdat Ryan Gravenberch hem in september 2018 aftroefde. Seedorf maakte in november 1992 zijn debuut in het wit-rood-wit tegen FC Groningen. Hij was toentertijd 16 jaar, 7 maanden en 28 dagen oud. Ondanks die leeftijd had hij een fysiek dat beter was dan de meeste van zijn teamgenoten. Seedorf was een enorm veelzijdige middenvelder die vrijwel alle aspecten van het voetbal beheerste. Daarmee was hij geliefd bij trainers, omdat hij zowel als offensieve als defensieve middenvelder gebruikt kon worden. Daarnaast is Seedorf één van de meest succesvolle Nederlands voetballers aller tijden. In zijn carrière heeft hij namelijk vier keer de Champions League gewonnen, waaronder een keer met Ajax, en tal van nationale titels op zijn naam geschreven.

Ronald de Boer

Bij Ajax wilde het er in eerste instantie niet helemaal uitkomen, maar na een korte periode bij FC Twente, haalde de club hem terug en werd hij één van de belangrijkere spelers in het team dat in 1995 beslag wist te leggen op de Champions League. De tweelingbroer van Frank de Boer was een echte allrounder die op meerdere posities ingezet kon worden. Of hij nou als controleur, als aanvallende middenvelder, als vleugelspeler of zelfs als spits opgesteld stond; De Boer haalde altijd wel een voldoende. In totaal heeft hij 305 wedstrijden voor Ajax gespeeld.

Jari Litmanen

Jari Litmanen is misschien wel de populairste Ajacied ooit. Tussen 1992 en 1999 én van 2002 tot en met 2004 speelde de Fin in Amsterdam en stal hij, ondanks een wat lastige aanloopperiode, de harten van zowel de technische staf als de fans. Litmanen was de perfecte nummer 10. Hij scoorde er lustig op los, de sympathieke Ajacied werd in het seizoen 1993/94 met 26 goals topscorer van Nederlands, en creëerde ook veel kansen voor zijn medespelers. Litmanen ging altijd voorop in de strijd, maar bleef ten alle tijden sportief. In feite had hij alles om een absolute wereldtopper te worden, voor zover hij dat al niet was, maar tegen het einde van zijn Ajax-periode speelde blessures hem steeds vaker parten. Ook bij FC Barcelona en Liverpool kwakkelde de Fin met zijn fysiek en ook in zijn tweede periode bij Ajax wilde het fysiek niet allemaal lukken. Desondanks speelde Litmanen tot 2011 profvoetbal, zij het op een wat lager niveau, en zwaaide hij pas af op veertigjarige leeftijd.

Rafael van der Vaart

Met Rafael van der Vaart had Ajax begin deze eeuw goud in handen. Als jongeling van zeventien maakte de aanvallende middenvelder begin 2000 zijn debuut in het wit-rood-wit en al snel veroverde hij een vaste basisplaats. Van der Vaart was in zijn Amsterdamse jaren dé spelmaker op het middenveld van de Amsterdammers en zodoende werd hem een grote toekomst voorspeld. De Ajacied werd door allerlei media en andere organisaties uitgeroepen tot grootste talent van het jaar of zelfs van Europa en mocht in 2003 de allereerste Golden Boy in ontvangst nemen. Het kwam er, ondanks die veelbelovende beginperiode, nooit echt helemaal uit bij Van der Vaart. Hij speelde weliswaar meer dan honderd Oranje-interlands en liet mooie dingen zien bij clubs als Hamburger SV, Real Madrid en Tottenham Hotspur, maar de absolute wereldster die men in hem zag werd hij nooit.

Wesley Sneijder

Ongeveer tegelijkertijd met Van der Vaart brak ook Wesley Sneijder door bij Ajax. De Utrechter was een kleine middenvelder, die met zijn dwingende spel al snel de spil in het Amsterdamse aanvalsspel werd. Sneijder beschikte over alle kwaliteiten die van een nummer 10 geëist werden. Hij scoorde vaak, gaf veel assists en had een uitstekende techniek. Zijn grootste wapenfeit was zijn schot en daarmee ook zijn vrije trap. De recordinternational van het Nederlands elftal was volledig tweebenig en kon kiezelhard uithalen vanuit allerlei standpunten. Zijn prachtige goal in de 1-5 overwinning op PSV begin 2007 staat bij menig Ajacied in het geheugen gegrift. In augustus 2008, na 180 wedstrijden in Ajax 1, vertrok hij naar Real Madrid.

Christian Eriksen

Het volgende groeibriljantje die bij Ajax heeft gespeeld. Al op zeventienjarige leeftijd maakte Christian Eriksen zijn debuut voor de Amsterdammers, op bezoek bij NAC Breda in januari 2010. Gelijk was te zien dat de Deen over bijzondere kwaliteiten beschikte. Zijn misschien wel sterkste punt was zijn inzicht. Eriksen zag altijd wel een gaatje in de verdediging en kon ballen op vrijwel elke gewenste plek neerleggen. In de bijna vier seizoenen die hij voor Ajax speelde produceerde de middenvelder, die op achttienjarige leeftijd al actief was op het WK, vele assists. Eriksen was een prachtige speler om naar te kijken en ook één van de belangrijkere redenen om naar Ajax te kijken. In augustus 2013 was de Scandinaviër Ajax al ontgroeid, hij was toen pas 21 jaar oud, en vertrok hij naar Tottenham Hotspur.

Frenkie de Jong

Om te zeggen dat het Champions League-succes van het seizoen 2018/19 zijn verantwoordelijkheid was, is misschien wat overdreven. Feit is wel dat Frenkie de Jong met zijn uitzonderlijke kwaliteiten een erg groot aandeel had in het bereiken van de halve finale van het miljardenbal dat jaar. De Jong was misschien niet eens de meest opvallende Ajacied, voor goals en assists moet je niet bij hem zijn, maar als controleur wist hij zeker zijn stempel te drukken op het Ajax-spel. De nu voor FC Barcelona-uitkomende voetballer was de ideale verbindingsspeler op het middenveld en bepaalde zodoende het tempo. Hij kon zonder enige moeite zichzelf vrij spelen en zodoende ook zijn medespelers in positie brengen. Niet gek ook dat FC Barcelona begin 2019 een minimaal bedrag van 75 miljoen euro overmaakte naar Ajax om zich te verzekeren van de diensten van De Jong.

Donny van de Beek

De enige speler uit dit lijstje die nog altijd actief is bij Ajax. Donny van de Beek stond in zijn jeugdjaren al bekend als een groot talent en in 2015 maakte hij uiteindelijk zijn debuut in het eerst elftal. In de jaren die volgde groeide de blonde middenvelder langzaam maar zeker uit tot een bepalende speler. De Ajacied heeft een uitstekend gevoel voor ruimte en beschikt over een zeer begaafde techniek. Met zijn loopvermogen rent hij zonder problemen de vrije ruimtes in en dat leverde Ajax en hemzelf dan ook al vele doelpunten op. Al sinds het succesvolle Champions League-seizoen 2018/19 wordt Van de Beek regelmatig in verband gebracht met miljoenentransfers naar de Europese top, maar vooralsnog is de Oranje-international nog altijd te bewonderen in het shirt van Ajax.

Noot: Gezien de grootte van de lijst zijn we überhaupt erg benieuwd naar jouw top drie beste Ajax-middenvelder ooit. Laat jouw ideale Ajax-middenveld weten in de comments!