Rijsdijk: Stenen en gezwaai in Den Haag

door basdew92 3

Rijsdijk: Stenen en gezwaai in Den Haag

door basdew92 3

Laatst geüpdatet

Iedere maand duikt columnist Rodney Rijsdijk voor Ajax Showtime in de krochten van zijn Ajax-bestaan. Dit keer denkt hij terug aan stenen gooiende ADO-supporters en een eenzame Ajacied in Den Haag.

In het café gaat het over het algemeen lang goed tussen de Hagenees en de Amsterdammer. Ze drinken samen een bakkie, vertellen elkaar bakkies, tot ze allebei helemaal bakkie zijn en het onderwerp komt op dat ene onvermijdelijke onderwerp: voetbal.

Hagenezen haten Ajax. Al zijn ze daar bepaald niet uniek in. Al zolang als ik mij met Ajax buiten de stadsgrenzen begeef: ze haten Ajax en Amsterdam overal, al maakt dat Ajax en Amsterdam natuurlijk alleen maar groter. Hoge bomen vangen nou eenmaal veel wind.

Die animositeit tussen mensen uit Den Haag en Amsterdam; ik heb er niks mee. Mijn ouweheer is een Hagenees en mijn opa en oma woonden vroeger in Den Haag. Omdat ik daar regelmatig kwam als kind ken ik delen van de stad goed en heb ik het er, die spaarzame keren dat ik er nog weleens kom, altijd prima naar mijn zin. Amsterdam mag dan mijn stad zijn, maar met Hagenezen kan ik prima in de kroeg zitten en je kunt een gezellig bakkie bier met ze slobberen.

Uiteindelijk zijn we namelijk allebei grotestadsjongens. Hoewel dat feitelijk niet waar is, want Den Haag heeft nooit stadsrechten verkregen en is daarmee dus officieel een flink uit de kluiten gewassen dorp. De zin ‘mooie stad achter de duinen’ uit het Haagse volkslied ‘Oh oh Den Haag’ hoort dus eigenlijk ‘mooi dorp achter de duinen te zijn’. Maar dit terzijde.

Er was overigens één Hagenees die geen hekel had aan Ajax. Dat was een mevrouw die langs
Hollands Spoor woonde. Als we met de supporterstrein naar Rotterdam gingen voor de Klassieker in De Kuip en de trein iets langzamer reed bij het station dan stond die dame altijd enthousiast naar ons te zwaaien vanuit haar met Ajax-spullen versierde huis. Hoe ze wist wanneer we aankwamen weet ik ook niet, maar ze stond er elke keer weer, jarenlang. Ik kijk nog wel eens als ik er langskom met de trein, maar of die dame woont er niet meer of ze heeft voor haar veiligheid gekozen en haar spulletjes uit het zicht gehaald.

Maar zo hartelijk als door die mevrouw werden we doorgaans niet onthaald in Den Haag.De warmste ontvangst mocht ik ervaren tijdens één van mijn eerste uitwedstrijden. De reis ging eigenlijk best prima tot we vlakbij het oude Zuiderpark-stadion waren. Ik zag wat meer ervaren supporters ineens weggaan bij de ramen en zich richting gangpad bewegen. Ik begreep even niet helemaal waarom ze dat deden, maar dat begreep ik een moment later wel. Vanaf balkons stonden mensen met stenen naar de Ajax-bussen te kogelen. Gelukkig mikten deze dorpelingen nog slechter dan The A-Team en bleef de schade aan onze bus beperkt, maar dat was ons welkom in Den Haag.

Ook op het veld had Ajax het lang niet altijd makkelijk daar. Op 12 september 2004 liep Ajax binnen een half uur soepeltjes uit naar een comfortabele 0-3 voorsprong en inderdaad, Ajax, toch spelend met jongens als Maxwell, Sneijder en Van der Vaart wist de wedstrijd toch nog grandioos te verknallen. Het werd 3-3 en hoongelach was ons deel.

Ofschoon (Sinds het overlijden van Johan Cruijff ben ik nu volgens mij de enige Nederlander die het woord ‘ofschoon’ nog gebruikt) wij ook nog vreselijk hebben gelachen om de supporters van Den Haag op Midden Noord. De jongens hadden een gigantisch groot spandoek wat ze aan het uitrollen waren en dat duurde en dat duurde maar. In mijn herinnering minstens twintig minuten. Het was in een fase waarin er even niet veel op het veld gebeurde, Ajax stond relaxed met 0-3 voor, en ook niet veel op de tribunes. We wachtten vol spanning. Na die twintig minuten hadden ze dat hele ding dan eindelijk uitgerold en er stond: ’Midden Noord, de supporters die je altijd hoort!’, terwijl dat in die fase van de wedstrijd dus totaal niet aan de hand was. Later herpakte ‘dat vak dat je altijd hoort’ zich met weinig flatteuze liedjes over Wesley Sneijder en het toenmalige liefje van Rafael van der Vaart.

Iets meer dan precies een jaar later, op 21 september 2005, ontving Ajax ADO in de Arena. Het was een thuiswedstrijd zoals een Ajacied dat verwacht: Ajax stond binnen een half uurtje weer eens royaal voor: 2-0. Een afstandschot van Hedwiges Maduro en een mooie halve omhaal van Wesley Sneijder. Gewoon, zoals het hoort. Ajax leek de pot op z’n gemak uit te spelen en vlak voor tijd verlieten, zoals wel vaker helaas, de eerste mensen alvast het stadion zodat ze lekker als eerste uit de parkeergarage konden rijden. In de negentigste minuut stond het nog steeds 2-0. Die mensen moeten raar op hebben gekeken toen ze eenmaal in die parkeergarage hun radio aanzetten en hoorden dat het 2-2 was geworden. Twee Haagse goals in blessuretijd. Een wedstrijd om ziek van te worden. Ik heb me die avond maar flink verdoofd om het me allemaal maar niet meer te herinneren, maar het zit er nog steeds.

Inmiddels zijn de supporters van beide clubs al jaren niet meer welkom bij elkaar en aldus zullen de mannen uit het grote dorp het zondag zonder de vocale steun van hun supporters moeten doen. Die kunnen hun steentje dus in elk geval niet bijdragen. En of die eenzame Ajacied naast Holland Spoor er op wedstrijddagen toch weer zal staan zwaaien blijft dus nog even de vraag. Wie weet dat we er volgend jaar - als de supporterstrein naar Rotterdam of Den Haag misschien wel weer rijdt - achter komen.

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.