Erik ten Hag denkt dat er door het leger maken van de kleedkamer meer ruimte is voor talenten uit de eigen jeugdopleiding is om door te breken. De trainer van Ajax wijst er wel op dat je speeltijd bij de Amsterdamse club niet zomaar krijgt.

'We hebben er dit seizoen wel heel bewust voor gekozen de kleedkamer leger te maken door mee te werken aan het vertrek van Schöne, Dolberg en Dani de Wit', zegt Ten Hag in een interview met Voetbal International. Ook voor jonge spelers is dat goed, zo beaamt de oefenmeester. 'Als het perspectief namelijk verdwijnt, kan zich dat uiten in frustratie. Ryan Gravenberch, Noa Lang, Lassina Traoré en Jurgen Ekkelenkamp zitten kort achter de zestien, zeventien basisspelers, zij kunnen de aansluiting vinden.'

Aan de andere kant: spelen voor Ajax is niet zomaar iets. Zo zitten er ook geregeld dure aankopen als Edson Álvarez en David Neres op de bank in Amsterdam. 'Bij Ajax doen we niet aan de olympische gedachte. Wij eisen in alles Champions League-niveau. De opleiding moet dan ook van dat niveau zijn.'

Zodoende ligt de grens hoger in Amsterdam. Ten Hag geeft het verschil tussen de Eredivisie en de Champions League aan: 'Er zullen nu misschien minder talenten bij Ajax doorbreken dan wanneer we tevreden zouden zijn met Eredivisie-niveau. In dat geval zou Ajax met misschien tachtig procent zelfopgeleide spelers in de Eredivisie kunnen spelen. Wil je echter een rol spelen in de Champions League, dan zul je ook gerichte aankopen moeten doen op het moment dat sleutelspelers vertrekken.'