Wat maakt een cultheld bij Ajax een cultheld?

door Gino Haverkamp 50

Wat maakt een cultheld bij Ajax een cultheld?

door Gino Haverkamp 50

Laatst geüpdatet

Een gewone herfstdag, ergens in oktober 2009. Het Ajax van Martin Jol trainde zoals destijds gewoon was naast de ArenA, maar ineens stond een negentienjarig broekie uit Zuid-Korea voor het hek. Of hij mee mocht trainen. Dat mocht. Jol bood hem een stage en uiteindelijk ook een tweejarig contract aan. Een cultheld was geboren.

Uiteindelijk speelde Suk in twee seizoenen tijd precies honderd minuten in het wit-rood-wit. Veel indruk op het veld maakte hij niet, maar zijn verhaal blijft uniek. Er zijn echter veel meer ex-Ajacieden die het predicaat cultheld eer aan doen. Maar wat is een cultheld nou precies? Voor iedereen is dat net even anders. Voor de één betekent het dat iemand nét niet goed genoeg is voor Ajax, maar wel gezegend is met een unieke karaktereigenschap. Voor de ander is de populariteit van de desbetreffende speler de enige graadmeter. Zo zijn Sjaak Swart en John Heitinga geliefd bij supporters om hun sportieve prestaties en omdat ze lang bij de club hebben gezeten, maar zijn zij wel culthelden?

Opvallend is dat zelfs de bekende (online) woordenboeken zich niet branden aan een uitgekiende definitie van het woord. Wellicht is er geen vaste definitie van een cultheld. Online encyclopedie Wikipedia waagt zich aan een aantal betekenissen:

- Iemand die zeer wordt bewonderd door een klein publiek, ondanks relatief weinig succes.

- Culthelden zijn de paradijsvogels van hun vakgebied: ze vertederen, verbazen, irriteren en amuseren. Ze zijn ongrijpbaar, onnavolgbaar en uniek.

- Ze vallen op tussen hun vakgenoten door hun opmerkelijke uiterlijk, gedrag, uitspraken en/of andere zaken die men niet verwacht van iemand in dat vakgebied.

- Het noemen van hun naam is al voldoende voor een directe herkenning en een heel klein beetje nostalgie.

Wat opvalt is dat er één overkoepelend 'moraal van het verhaal' is: een cultheld springt eruit, is uniek en is daarom geliefd bij een (klein) publiek. Belangrijk om te vermelden is het verschil tussen een cultheld en een publiekslieveling. Een publiekslieveling verovert met zijn sportieve prestaties de harten van de fans, terwijl een cultheld zijn populariteit oogst met zijn verschijning en voordoen.

Ivan Gabrich (1996-1997)

'Welke mongool heeft deze speler gekocht?', vroeg Frank de Boer zich af op de training toen hij nieuwbakken ploeggenoot Ivan Gabrich zag spelen. Het was de zomer van 1996, trainer Louis van Gaal had nog een spits nodig en zodoende kwam men uit bij de Argentijn. Ajax betaalde vijf miljoen gulden voor Gabrich, die de boeken in ging als duurste Ajacied uit de geschiedenis. Veel indruk maakte hij niet. Nou ja, qua prestaties. Zo wist doelman Fred Grim, nadat Gabrich op de training een half uur lang op hem inschoot, nog steeds niet of hij nou links- of rechtsbenig was. Er ging zelfs het verhaal dat Gabrich een taxichauffeur was die zich bij Ajax naar binnen blufte. Een kleine groep fans zag er de ironie wel van in en kon de aanvaller wel waarderen. Na tien wedstrijden zonder doelpunt liet Gabrich Ajax in de zomer van 1997 achter zich.

Mido (2001-2003, 2010)

Mido was een voetballer met twee kanten. Aan de ene kant was de Egyptenaar een spits om rekening mee te houden, maar te vaak kwam hij in het nieuws met randzaken. Zo kocht hij van zijn eerste salaris gelijk een peperdure Ferrari. En toenmalig teamgenoot Andy van der Meijde vertelde ooit: 'Mido en ik gingen tussen de trainingen door gewoon naar het centrum van Amsterdam om daar aan een shishapijp te lurken.' En dan was er ook nog het befaamde schaarincident met Zlatan. Hoe goed de Egyptenaar wel of niet was, een ding is zeker: Mido was uniek in zijn soort, een paradijsvogel in de voetballerij.


Marko Pantelic (2009-2010)

Marko Pantelic was één van de drie nieuwe spelers die Ajax op de laatste dag van de zomerse transfermarkt van 2009 uit de hoge hoed toverde. Maar in tegenstelling tot Zé Eduardo en zeehondendribbelaar Kerlon wist Pantelic wel de harten van de fans te veroveren. De Servische spits was een voetbalnomade in de meest pure zin van het woord. Ajax was alweer de elfde werkgever voor de toen 31-jarige international. In precies niets leek hij op een typische Ajax-spits. Hij was lang, slungelig en stond niet bepaald bekend om zijn verfijnde techniek. Met zijn lange, vettige, door-een-haarband-bij-elkaar-gehouden mat viel hij op tussen de haantjes van het Ajax van Martin Jol. Vaak met zijn handen boven het hoofd applaudisserend richting publiek en teamgenoten, ook wanneer hij geen knikker raakte.

De fans sloten de ietwat aparte Pantelic in de armen. Samen met Luis Suárez vormde hij een dodelijk spitsenduo. De twee aanvallers waren goed voor vijftig doelpunten, zestien goals en 26 assists kwamen van Pantelic. Ajax wilde het éénjarige contract van de aanvaller dan ook graag verlengen, maar vond de gewenste loopduur van vier jaar wat te lang. Beide partijen kwamen er niet uit en dus vertrok Pantelic, uit het oog maar niet uit het hart.

Ismael Urzaiz (2007-2008)

Ismael Urzaiz was een begenadigd voetballer bij onder meer Athletic Bilbao, maar dat was lang voordat hij zich in de zomer van 2007 bij Ajax voegde. Eigenlijk had de Bask al een punt achter zijn loopbaan gezet, maar trainer Henk ten Cate - die een pinchhitter voor achter Klaas-Jan Huntelaar zocht - wist hem op 36-jarige leeftijd te overtuigen om toch nog een jaartje door te gaan. Urzaiz was een opvallende verschijning in Amsterdam. Als je menig voetbalfan vertelde dat de Spanjaard wel degelijk een voetballer was, geloofde lang niet iedereen je. Urzaiz had meer weg van een Baskische visboer met een doorleefd gezicht alsof hij al veertig jaar dag in dag uit op de markt staat. Veel spelen deed hij niet, slechts zeven keer. De ervaren Spanjaard had zodoende tijd om te genieten van Amsterdam, iets wat hij dan ook vaak deed. 'Ik vond Amsterdam een mooie stad, vooral op de fiets, als het mooi weer is.'


Dmitri Bulykin (2011-2012)

In zekere zin had Dmitri Bulykin iets weg van Marko Pantelic. Beide aanvallers leken in precies niets op een echte Ajax-spits. De Rus was log, houterig, langzaam en liep eveneens rond met een flinke bos lange manen. Een type Bulykin verwachtte men eerder in de krochten van het Engelse profvoetbal. Toch was de aanvaller, die in het seizoen 2010/11 furore maakte bij ADO Den Haag, van waarde. Iedereen wist dat hij qua talent niet meekon met de rest. Desondanks had hij met negen goals in de Eredivisie, waaronder een belangrijke gelijkmaker tegen PSV, een niet te onderschatten aandeel in de landstitel die in het seizoen 2011/12 behaald werd. En toch zullen mensen hem later waarschijnlijk niet herinneren aan zijn goals.

Wat is nou een cultheld?

Hoewel de bovengenoemde namen allemaal net als Suk geliefd waren om uiteenlopende redenen, hebben ze één ding wél gemeen: ze vielen op. De één haalde idiote capriolen uit, terwijl de ander eruit zag als een Argentijnse taxichauffeur. En toch - of juist daardoor - waren ze geliefd in Amsterdam. Allen hebben ze een voetnoot in de geschiedenis van Ajax weten te bemachtigen.

Cultheld van het huidige Ajax

Welke Ajacied van het huidige Ajax komt het dichtst in de buurt van een cultheld? Nicolás Tagliafico is een goede gegadigde. Als pitbull op de linkerflank is de Argentijn een flinke kluif voor menig aanvaller én verdediger van de tegenstander. Maar de vleugelverdediger is eerder een publiekslieveling dan een cultheld. Zijn sportieve prestaties liggen ten grondslag aan zijn populariteit, terwijl hij buiten het veld niet bepaald opvalt met opmerkelijk gedrag.

In dat opzicht is David Neres wellicht meer de titel van cultheld waardig. De Braziliaan is één van de belangrijkste spelers van de Amsterdammers, maar valt ook buiten het veld op. Op social media verschijnt met enige regelmaat een video van Neres waarin hij opvallend danst, terwijl zijn anekdote over hoe hij zijn huidige vriendin heeft ontmoet ook gerust bizar genoemd mag worden. 'Ik vond haar op Intstagram en stuurde een privébericht: I am David Neres, come to me. Dat bleek genoeg voor een date.' En dan hebben we het nog niet eens over zijn hoofdrol in het naar hem vernoemde nummer van Sevn Alias gehad. Welke voetballer kan nou zeggen dat er een heus lied over hem gaat?

Gino Haverkamp (e-mail: info@ajaxshowtime.com)

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.