Vaclav Cerny heeft afgelopen seizoen veel tegenslagen gehad. Door Peter Bosz werd hij teruggezet naar Jong Ajax en bij zijn terugkeer liep hij een vervelende rugblessure op. In gesprek met ELF Voetbal kijkt hij terug op een teleurstellend seizoen.

Het afgelopen seizoen leek voor Cerny goed te beginnen. 'Ik speelde de hele voorbereiding, behalve in de wedstrijd tegen Marseille. Toen werd ik als enige overgeheveld naar Jong Ajax, zonder tekst en uitleg. Daarna raakte ik langzaam uit beeld.'

Toen hij in de winterstop voor zijn terugkeer bij het eerste stond ging het mis, een rugblessure. 'Het is moeilijk om uit te leggen wat er aan de hand was. Het kwam erop neer dat ik veel pijn in mijn onderrug had. De pijn werd alsmaar heviger, ondanks alle medische hulp.' Daarna keerde hij terug naar Tsjechië om door een specialist behandeld te worden en met succes. 'Ik kreeg oefeningen die ik nog steeds doe, vijf keer per dag, zeven dagen in de week.'

De jonge Tsjech geeft toe dat hij het in die periode niet alleen fysiek, maar ook mentaal moeilijk had. 'Ik had het plezier in voetbal verloren. Dat dat mij, zo’n grote voetballiefhebber, was overkomen. Ik kon het niet bevatten. In die fase hebben mijn ouders en mijn zus zich over mij ontfermd, zoals ze dat altijd al hebben gedaan. Mijn ouders hebben toen geen moment getwijfeld en zijn zo vaak als het kon naar Amsterdam gekomen.'

In tegenstelling tot Anwar El Ghazi en Robert Muric lijkt Ajax met Cerny wel nog een plan te hebben. 'Ik heb met mijn zaakwaarnemer, mijn vader en Ajax om de tafel gezeten. Wij hebben toen aangegeven wat onze bedoeling was, dat ik zou spelen. Als dat niet het geval was leek het mij het beste om verhuurd te worden, maar dat was onbespreekbaar voor Ajax. Ik moet nu gewoon de strijd aangaan met Younes, Neres en Kluivert en laten zien dat ik de beste ben.'