Uit het Oog: 'Zes jaar bij Ajax is de mooiste en beste tijd uit mijn carrière'

door NielsOpdam 85

Bron Ajax Showtime

Uit het Oog: 'Zes jaar bij Ajax is de mooiste en beste tijd uit mijn carrière'

door NielsOpdam 85

Bron Ajax Showtime

Laatst geüpdatet

In de rubriek 'Uit het Oog' spreekt Ajax Showtime met oud-Ajacieden die hun sporen tegenwoordig elders achterlaten. Uit het oog dus, maar niet uit het hart. In deel 52 Stefan Pettersson, die momenteel werkzaam is als teammanager bij de Zweedse voetbalbond.

Hij speelde zes jaar bij Ajax, kwam tot 197 officiële wedstrijden en scoorde exact honderd doelpunten. In Amsterdam won hij de UEFA Cup, werd hij twee keer landskampioen en won hij één KNVB Beker. Hij is inmiddels al 29 jaar weg bij Ajax, maar Stefan Pettersson (60) is nog altijd populair bij de supporters en mag zich zeker een clublegende noemen. ‘Het is mijn beste tijd geweest. Niet alleen het voetbal, maar ook het leven in Amsterdam was geweldig voor mijn gezin en mij.’

Ondanks dat Pettersson al bijna dertig jaar niet meer in Nederland woont, spreekt hij de taal nog uitstekend. De Zweed vertelt dat hij Amsterdam regelmatig bezoekt. Hij was begin april nog met zijn kinderen in de hoofdstad. ‘Mijn dochter was nog nooit in Amsterdam geweest. Zij vond het geweldig om te zien wat ik heb meegemaakt. Zij zag wel dat mensen mij herkenden, dat was leuk.’

Hij mag dan wel een tijd weg zijn, maar de Zweed wordt nog regelmatig aangesproken door Ajax-fans. ‘Het is wel iets minder geworden met de jaren. Dat is niet heel vreemd, haha. Maar als ik rond de ArenA ben, dan ben je ook bij voetballiefhebbers en zij hebben wel een beetje kijk op het verleden. Of in ieder geval hun vaders, haha. Het gebeurt nog wel, maar het is rustig en geen probleem.’

Ajax en Stefan Pettersson horen voor altijd bij elkaar. De Zweed wordt nog regelmatig aangesproken door de supporters. ‘Als ik rond de ArenA ben, dan ben je ook bij voetballiefhebbers en zij hebben wel een beetje kijk op het verleden. Of in ieder geval hun vaders, haha.’
Ajax en Stefan Pettersson horen voor altijd bij elkaar. De Zweed wordt nog regelmatig aangesproken door de supporters. ‘Als ik rond de ArenA ben, dan ben je ook bij voetballiefhebbers en zij hebben wel een beetje kijk op het verleden. Of in ieder geval hun vaders, haha.’

‘Gunder Bengtsson, de trainer van Panathinaikos, wilde mij daar naartoe halen’

Voordat de Zweed in 1988 naar Ajax ging, speelde hij acht jaar in zijn geboorteland. Hij speelde eerst één jaar bij Västerås en vertrok in 1982 naar Norrköping. ‘Zij speelden toen op het hoogste niveau, maar in 1983 degradeerden wij. Het jaar daarna wonnen we weer en gingen we terug naar het hoogste niveau. Toen werd ik benaderd door Göteborg en in die tijd wilde iedere speler bij Göteborg spelen.’

IFK Göteborg was destijds een grote club, want er speelden veel Zweedse internationals. Daarnaast won de club in 1982 ook de UEFA Cup. ‘Ik was erg gecharmeerd en wilde graag naar Göteborg. Maar als de clubs in die tijd geen overeenkomst konden bereiken, kon je op non-actief worden gezet. Dat gebeurde bij mij voor ongeveer een half jaar.’ De Zweedse competitie begint in april, maar Pettersson mocht daardoor pas vanaf augustus meedoen bij Göteborg. ‘Ik kwam in een ploeg die heel goed was, die heel veel had meegemaakt, met heel veel goede spelers en het was natuurlijk een uitdaging om daar een plaatsje te krijgen.’

Pettersson speelde in zijn eerste jaar niet zoveel wedstrijden bij IFK Göteborg. ‘Maar daarna heb ik wel veel gespeeld en veel gewonnen’, vertelt de voormalig spits. In 1988 maakte de Zweed een transfer. Hij kon kiezen tussen Panathinaikos en Ajax. ‘Gunder Bengtsson, de trainer van Panathinaikos, had ik bij Göteborg en hij wilde mij daar ook naartoe halen. Maar er was voor mij eigenlijk geen twijfel waar ik naartoe wilde.’

Hij verkoos de Amsterdamse club boven een Grieks avontuur en had daar een aantal redenen voor. ‘Vooral de historie van Ajax en de manier van voetballen, waar ze bekend om staan, maar ook het feit dat Peter Larsson daar al was. Griekenland is wel een andere cultuur, een ander verhaal, dus het duurde niet lang tot ik mijn beslissing had genomen.’ Toen hij 25 jaar was, maakte de Zweed de overstap naar Ajax. Pettersson was goed voorbereid om die stap te maken. ‘Ik had een gezin en een kind mee. Het is niet zo dat ik 19 of 20 jaar was en niets had meegemaakt. Ik was vrij rustig in de verhuizing en dat kwam ook door het feit dat Peter daar al was, met wie ik een aantal jaren had samengespeeld bij Göteborg.’

‘Gelukkig begreep ik niet zoveel in het Nederlands’

Toen Pettersson in 1988 net bij Ajax zat, kende de club een turbulente fase. Het bestuur stapte na bedreigingen op, er was een belastingschandaal en trainer Kurt Linder werd na vijf wedstrijden ontslagen. ‘Gelukkig begreep ik niet zoveel in het Nederlands, want ik kon de taal nog niet. Achteraf was dat wel goed denk ik’, vertelt de Zweed over zijn beginperiode in Amsterdam. Hij probeerde zich vooral te concentreren op het voetbal. ‘Doordat ik in Zweden in het midden van de competitie zat, was ik goed in vorm. Op het veld ging het voor mijzelf wel redelijk en daar was de concentratie ook, maar het was inderdaad een rommelige periode… Ik probeerde daar niet te veel over na te denken, gewoon doen waarvoor ik gehaald was.’

In zijn beginperiode kende de spits geen aanpassingsproblemen bij Ajax. ‘Ik had al veel meegemaakt, internationale wedstrijden gespeeld en ik had er niet veel moeite mee om mezelf aan te passen’, vertelt Pettersson, die wel een verschil zag tussen IFK Göteborg en de Amsterdamse club. ‘Het verschil zat hem meer in de manier van trainen en de voetbalfilosofie van Ajax.’

Op 21 augustus 1988 debuteerde Pettersson tegen Fortuna Sittard. De Zweed was niet gespannen voor zijn eerste wedstrijd in Ajax 1. ‘Ik weet natuurlijk dat ik gescoord heb en daar was ik ook heel blij mee, maar we verloren de wedstrijd wel (2-1, red.)… Ondanks dat was het gewoon leuk en ik keek er ook echt naar uit om de eerste competitiewedstrijd te spelen.’

In zijn tweede seizoen bij Ajax kreeg Pettersson te maken met een nieuwe trainer, Leo Beenhakker. Uiteindelijk werkten zij twee jaar samen en volgens de Zweed hadden de twee een goede band. ‘Hij was een charismatische trainer, een leuke man en hij kon je goed motiveren. Hij had ook al wat meegemaakt natuurlijk, dus ik had veel respect voor wat hij had gedaan. Ik had persoonlijk geen problemen met hem. Het was een leuke tijd.’ Tijdens het eerste seizoen van Beenhakker won Ajax meteen een landstitel. Het eerste kampioenschap van Pettersson in Nederland was een feit. ‘Het is altijd speciaal om kampioen te worden of iets te winnen. Voor mij was het prachtig om dat vrij vroeg in mijn carrière in het buitenland te doen.’

‘Ik was wel op het Leidseplein en dat was geweldig’

Louis van Gaal was assistent-trainer van Beenhakker en nam het stokje uiteindelijk over. Toen Beenhakker in september 1991 vertrok, werd Van Gaal trainer van Ajax 1. Pettersson noemt zijn oud-trainer de beste trainer uit zijn carrière. ‘Wij hadden ook een hele goede band, zou ik zelf willen zeggen. Ik vond zijn manier om de groep aan te pakken, te voetballen, hoe hij wilde trainen en wedstrijden spelen fantastisch. Het werd steeds beter in mijn ogen. Natuurlijk was het ook voor hem het begin van een grote carrière… Ik vond hem heel goed, echt een heel goede trainer.’

Tijdens de afgelopen winter was Van Gaal nog actief als bondscoach van het Nederlands elftal. Uiteraard zag Pettersson zijn oud-trainer in actie tijdens het WK in Qatar. ‘Natuurlijk vind ik dat leuk. Ik vind het leuk om al die spelers en trainers met wie ik heb samengewerkt te zien. Van Gaal was er, Danny Blind was er. Ik ken ze natuurlijk heel goed en ik vind het fantastisch dat zij nog steeds in de voetballerij zitten en ze doen het ook heel goed.’

Samen met Van Gaal en Blind beleefde Pettersson in 1992 het hoogtepunt uit zijn periode bij Ajax. De Amsterdammers wonnen de UEFA Cup van Torino. Het heenduel in Turijn eindigde in een 2-2 gelijkspel. Pettersson scoorde de 1-2 uit een penalty. ‘Gewoon concentreren en rustig blijven’, zegt de Zweed over die strafschop. ‘Je kunt niet trainen op dat soort momenten, maar je kunt je mentaal wel voorbereiden dat als het gebeurt, dat je rustig blijft en doet wat je moet doen.’

Uiteindelijk eindigde het thuisduel in Amsterdam in 0-0, waardoor Ajax de UEFA Cup op basis van uitdoelpunten won. Het doelpunt van Pettersson in Turijn was eigenlijk het beslissende doelpunt, maar daar wil de spits niet te veel bij stilstaan. ‘Dat ik het winnende doelpunt maakte? Nee, daar denk ik niet zoveel aan. Ik denk meer aan dat we de beker hebben gewonnen.’

In het Olympisch Stadion in Amsterdam barstte op 13 mei 1992 een feest los, maar van de festiviteiten in het stadion weet Pettersson niet veel. Hij was daar niet bij aanwezig, omdat zijn elleboog vlak voor tijd uit de kom raakte. De Zweed ging snel naar het ziekenhuis en was op tijd terug om in de stad te feesten. ‘Ik was wel op het Leidseplein en dat was geweldig. Ja, dat soort momenten blijven voor altijd bij je.’

Ajax poseert met de gewonnen UEFA Cup. Stefan Pettersson zit als derde van links op de eerste rij. De UEFA Cup-winst was zijn hoogtepunt bij Ajax. ‘Dat ik het winnende doelpunt maakte? Nee, daar denk ik niet zoveel aan. Ik denk meer aan dat we de beker hebben gewonnen.’
Ajax poseert met de gewonnen UEFA Cup. Stefan Pettersson zit als derde van links op de eerste rij. De UEFA Cup-winst was zijn hoogtepunt bij Ajax. ‘Dat ik het winnende doelpunt maakte? Nee, daar denk ik niet zoveel aan. Ik denk meer aan dat we de beker hebben gewonnen.’

‘Ik had zoiets helemaal niet verwacht, het was een fantastisch afscheid’

Het seizoen 1993-1994 was het laatste seizoen van Pettersson bij Ajax. Waar de Zweed eerst altijd in de spits stond, werd hij tijdens dat jaar door Van Gaal op het middenveld geplaatst. Zelf vond Pettersson dat geen grote verandering. ‘Ik had bij Göteborg ook vaak op het middenveld gespeeld, ook al is dat een hele andere manier van voetballen. Maar ik wist heel goed wat er op die positie verwacht werd. Dat is ook een manier van werken die bij Ajax hoort. Wij wisten in die tijd precies wat er op elke positie verwacht werd. Ik had er al vijf jaar gevoetbald, dus ik kon het denk ik wel en het ging vrij goed.’

Op 3 mei 1994 nam de publiekslieveling afscheid van de fans in Stadion de Meer. Voorzitter Michael van Praag noemde Pettersson een moderne “Mister Ajax”, er was vuurwerk en hij werd luid toegezongen. ‘Ik kon het bijna niet begrijpen. Ik had zoiets helemaal niet verwacht. Het was geweldig om die ronde in De Meer te lopen. We verloren mijn laatste wedstrijd van FC Groningen, maar ondanks dat was het echt prachtig. Ik heb gelukkig ook een filmpje van het afscheid en van die ronde. Die heb ik achteraf wel vaker gezien, ook samen met mijn kinderen. Het was een fantastisch afscheid.’

Bij zijn afscheid ontving de Zweed twee Amsterdammertjes, die hij nog steeds heeft. ‘Ik heb er zelfs drie. Volgens mij heb ik er nog eentje van de supporters gekregen. Ik heb ze alle drie thuis in de tuin staan, haha.’

‘Het is absoluut de mooiste tijd van mijn carrière, ook al heb ik met Göteborg ook hele leuke dingen meegemaakt’

Uiteindelijk kwam Pettersson tot 197 officiële wedstrijden in het eerste elftal van Ajax. ‘Ik zeg altijd voor het gemak dat ik er 200 heb gespeeld. Of het 201 of 197 is, maakt niet veel uit’, zegt de Zweed over zijn aantal wedstrijden, waarna hij zijn terugblik op zijn tijd bij Ajax vervolgt. ‘Het is absoluut de mooiste tijd van mijn carrière, ook al heb ik met Göteborg ook hele leuke dingen meegemaakt en bij IFK Norrköping ook. Maar die zes jaar bij Ajax is de mooiste en beste tijd uit mijn carrière.’

Het Ajax-icoon zegt zelf altijd dat hij in Amsterdam heeft geleerd hoe je moet voetballen. ‘Ik was 25 jaar, had al wat gewonnen en had al wat meegemaakt, zoals het spelen voor het nationale elftal. Maar ik zeg hier in Zweden nog steeds dat ik daar echt heb geleerd hoe te voetballen en hoe te denken over voetbal. Mijn visie op voetbal is nog steeds de visie van Ajax… Het is zeker mijn beste tijd geweest. Niet alleen het voetbal, maar ook het leven in Amsterdam was geweldig voor mijn gezin en mij.’

Pettersson speelde bij Ajax met veel goede voetballers, maar hij vindt Dennis Bergkamp zijn beste teamgenoot. ‘Hij was heel goed in alles wat hij deed. Hij had een goed inzicht, goede techniek en hij is ook een goed mens. Dat zie je ook terug op het veld, bij sommigen in ieder geval. Toen hij echt in vorm was, was hij niet te stoppen.’ Pettersson en Bergkamp hadden een goede connectie, zo vertelt de Zweed. ‘Maar eigenlijk had ik dat volgens mij met alle spelers, haha. Er was een goede sfeer in de groep. Natuurlijk waren er ook wel spelers die wat minder met Van Gaal konden omgaan en die gingen uiteindelijk weg, maar zo is het in de voetballerij.’

Stefan Pettersson vormde bij Ajax een tandem met Dennis Bergkamp. ‘Hij was heel goed in alles wat hij deed. Hij had een goed inzicht, goede techniek en hij is ook een goed mens... Toen hij echt in vorm was, was hij niet te stoppen.’
Stefan Pettersson vormde bij Ajax een tandem met Dennis Bergkamp. ‘Hij was heel goed in alles wat hij deed. Hij had een goed inzicht, goede techniek en hij is ook een goed mens... Toen hij echt in vorm was, was hij niet te stoppen.’

In zijn 197 officiële wedstrijden scoorde Pettersson exact honderd doelpunten voor Ajax. Hij staat op de achttiende plaats op de lijst van topscorers aller tijden van Ajax, maar de oud-spits wil daar niet te lang bij stilstaan. ‘Qua topscorers of doelpunten maken bij Ajax zijn er heel veel spelers die er veel meer hebben gemaakt dan ik. Ik kwam na Marco van Basten en Johnny Bosman, zij maakten wel veel meer doelpunten dan ik. Ik denk meer aan de prijzen die wij samen hebben gewonnen.’

‘Ik voelde me op een gekke manier een klein, klein beetje deel van de Champions League-winst’

Ondanks dat Pettersson het naar zijn zin had bij Ajax keerde hij in 1994 terug naar IFK Göteborg. ‘Het was gewoon een beetje tijd’, vertelt de oud-aanvaller daarover. ‘Ik zat zes jaar bij Ajax, ik was 31 jaar geworden en mijn kinderen gingen richting de schoolleeftijd in Zweden. Er kwamen natuurlijk ook jongere spelers bij Ajax, maar dat was niet de reden voor mijn vertrek. Ik vond dat het tijd was om terug te gaan, en mijn vrouw wilde ook graag terug. Ik wilde nog een aantal jaren voetballen in Zweden en dat heb ik ook gedaan.’

Na zijn terugkeer in zijn geboorteland werd Pettersson nog drie keer landskampioen met IFK Göteborg. Daarnaast speelde de club ook vaak in de Champions League. Toch kende hij een ‘heel moeilijk’ begin in Zweden. ‘Ik moest mij aanpassen aan de manier hoe wij in Zweden trainen en spelen. Ik vind dat ik bij Ajax wat anders had geleerd, wat beter en leuker was. Dat was ook mijn manier om te voetballen, maar op dezelfde manier kon ik niet voetballen met de Zweedse spelers of trainer.’

In het begin was de aanvaller dan ook een beetje gefrustreerd, omdat hij op een andere manier wilde voetballen en zag dat dat niet kon. ‘Uiteindelijk heb ik tegen mezelf gezegd: Ik moet mij aanpassen aan de andere twintig spelers en de trainers. Ik kan niet verwachten dat ze zich zouden aanpassen aan mij. Toen ik mij dat besefte ging het voor mezelf ook beter. Ik vond het zelf nog steeds niet de leukste en beste manier om te voetballen, maar het ging wel beter.’

Terwijl Pettersson bij IFK Göteborg zat, won Ajax in 1995 de Champions League. De Zweed dacht destijds niet: Daar had ik bij kunnen staan. ‘Nee, echt niet. Ik vond het geweldig en heel leuk. Ik heb die zes jaar daarvoor meegemaakt en ik heb met al die spelers en trainers gewerkt. Ik voelde me er op een gekke manier een klein, klein beetje deel van, maar ik vond het fantastisch.’ Of Pettersson verwacht had dat Ajax een jaar na zijn vertrek de Champions League zou winnen? ‘Nee, misschien niet, maar het kon wel.’

‘Ik regel hier alles rond het team, behalve de sportieve zaken’

Na zijn spelersloopbaan bleef Pettersson wel actief in de voetballerij. Zo is hij tien jaar zaakwaarnemer geweest in Zweden. Hij werd benaderd door een managementbureau dat dezelfde business in het ijshockey deed. ‘Zij vroegen of ik samen met hen de voetballerij in wilde gaan. Op het moment dat ik die vraag kreeg, was het goed. Ik wilde testen wat ik kon doen voor jonge spelers, om ze te helpen zo ver mogelijk te komen in hun carrière. Ik bleef voor tien jaar in die business, maar de laatste jaren vond ik het niet heel leuk, want het is een hele gekke wereld. Dat weet iedereen die de kranten en media volgt.’

Op een goed moment meldde de Zweedse bond zich bij Pettersson. Zij vroegen of de oud-Ajacied teammanager wilde worden. De Zweed zei ‘ja’ en is sinds januari 2018 teammanager van de nationale ploeg. ‘Ik regel alles rond het team, behalve de sportieve zaken eigenlijk, want dat doet de bondscoach met zijn assistenten.’ Als teammanager houdt hij zich bezig met het regelen van de reis en het verblijf. Daarnaast moet Pettersson ook alle regels kennen. ‘Het is te doen en het is leuk. Ik heb het sportieve gedeelte niet echt gemist, behalve de laatste tijd, dan vind ik het toch meer interessant om daar iets over te zeggen. Dat kan ik ook, maar in principe regel ik alles eromheen.’

Natuurlijk is Pettersson een Ajacied, maar hij denkt niet na over een terugkeer naar de club. Dat we hem als teammanager bij Ajax gaan zien, lijkt dan ook niet reëel. ‘Ik denk meer: Als Ajax dat zou willen of denken dat ik iets voor ze kan doen, dan vragen ze dat wel. Toen ik zaakwaarnemer was heb ik Ajax een korte periode geholpen met de scouting van Zweedse spelers. Dat was twee of drie jaar denk ik, maar voor de rest niet.’

Stefan Pettersson als teammanager van de Zweedse nationale ploeg tijdens het WK in 2018. ‘Ik regel alles rond het team, behalve de sportieve zaken eigenlijk, want dat doet de bondscoach met zijn assistenten.’
Stefan Pettersson als teammanager van de Zweedse nationale ploeg tijdens het WK in 2018. ‘Ik regel alles rond het team, behalve de sportieve zaken eigenlijk, want dat doet de bondscoach met zijn assistenten.’

‘Het blijft nog steeds de Ajax-manier van hoe je moet voetballen’

Toen Pettersson zaakwaarnemer was, bezocht hij veel clubs en kwam hij dus ook bij Ajax. In die tijd kwam hij ook regelmatig oud-ploeggenoten tegen. ‘Zoals Marc Overmars, Edwin van der Sar en Danny Blind. We hebben nu geen regelmatig contact, maar dat ligt ook veel aan mijzelf denk ik, haha. Ik ben daar heel slecht in, om die contacten bij te houden. Ik heb geen sociale media, en dat soort dingen.’ Maar als de Zweed naar Amsterdam komt en een thuiswedstrijd wil bijwonen, dan komt hij zijn oud-teamgenoten weer tegen. ‘Dan is het net alsof we gisteren hebben gesproken. Als het gebeurt is het leuk om die jongens weer te zien.’

Het Ajax-icoon volgt zijn oude club nog op de voet. Hij kijkt af en toe naar een wedstrijd en leest over Ajax. Hoe kijkt Pettersson dan naar het huidige seizoen, waarin de club slecht draait? ‘Ja, haha… Goede vraag… Ik moet zeggen dat ik ze niet zoveel volg dat ik een oordeel kan geven over hoe het gaat. Maar ze blijven wel altijd in de top voetballen.’ De Zweed was dit jaar aanwezig bij Ajax - Fortuna Sittard. ‘Het is wel zoals het altijd bij Ajax is geweest. Als het klopt op het veld, dan is het heel leuk en ziet het er ook heel goed uit. Je geniet dan als je de wedstrijden ziet en hoe de jongens voetballen. Nu klopt het niet altijd natuurlijk, zo is het gewoon... Maar het blijft nog steeds de Ajax-manier van hoe je moet voetballen.’

In de afgelopen jaren kende Ajax betere tijden, met het seizoen 2018-2019 als absoluut hoogtepunt. Pettersson zag zijn oude club destijds tot de halve finale van de Champions League komen. ‘Ik had het niet verwacht, maar aan de andere kant denk je dan: Dit is ook niet onverwacht, want met Ajax kan dit gebeuren. Ze hebben bijna altijd heel goede voetballers en als je die als groep bij elkaar kunt krijgen, dan kunnen ze heel ver komen in Europa.’

‘Ik bleef altijd 100% geven op het veld en dat vonden de fans dan wel goed’

We sluiten het interview af met hetzelfde onderwerp als waarmee we begonnen: zijn populariteit. Pettersson was zo’n dertig jaar geleden enorm populair bij de Ajax-fans en is dat nog steeds. Voor veel supporters is hij een (jeugd)held, maar hoe komt dat volgens hemzelf? ‘Hopelijk was het om dat wat ik op het veld liet zien. Dat ze dat goed en leuk vonden. Ik bleef altijd 100% geven op het veld en dat vonden de fans dan wel goed. Ik probeerde ook buiten het veld wel te laten zien dat ik de fans op waarde stelde… Ik hoop dat ik tijd nam voor de fans, misschien niet altijd, dat kan ik niet zeggen, maar ik probeerde het wel.’

Pettersson vertelt dat Ajax voor veel supporters hun leven is. ‘Ik was naar Ajax gehaald om het te laten zien en te helpen met voetballen. De supporters komen om dat te zien en betalen ervoor. Het is hun club. Dat is voor mij geen probleem. Laat zien dat je dat dan ook op waarde stelt.’ Tot slot wil de Zweedse publiekslieveling nog iets tegen de fans zeggen. ‘Blijf Ajax steunen in alle tijden, dat doen jullie al, en misschien ook het Zweedse elftal steunen, haha.’

Niels Opdam (email: n.opdam@ajaxshowtime.com)

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.