Daley Blind had het er in zijn eerste periode bij Ajax erg moeilijk mee dat hij werd uitgefloten door het eigen publiek. De verdediger van de Amsterdamse club doet zijn verhaal in de Cor Potcast van FC Afkicken.

'Ik ben opgegroeid bij Ajax en voordat ik gespeeld had, werd ik al toegezongen', begint Blind zijn verhaal. 'Dat had ook met mijn achternaam te maken en dat gaf extra druk. Na anderhalf jaar werd ik echter afgeserveerd door het publiek. Het doet pijn als een volle Arena je uitfluit en het publiek juicht als je gewisseld wordt.'

Het had ook invloed op het spel van Blind, zo vertelt hij. 'Je zoekt de oplossing niet vooruit en je speelt met minder zelfvertrouwen', aldus de verdediger, die uiteindelijk besefte dat hij zelf uit het dal moest klimmen. 'Je moet het van je afgooien en op de trainingen het zelfvertrouwen vinden. Ik ben De Boer nog altijd dankbaar. Hij bleef altijd pushen en hij is me altijd blijven opstellen.'

Mental coach hielp Blind

Blind zocht ook contact met een mental coach. Die mental coach vroeg aan Blind wat hij nou zo eng vond en wat juist prettig. 'Als bepaalde dingen dan lukken, is dat iets om je aan vast te houden. Zo ben ik uit dat dalletje gekropen. En met het vertrouwen dat de trainer mij bleef opstellen. Dat deed veel met me. Zo kon ik de buitenwereld van me afzetten.'

Als voorbeeld geeft Blind aan dat hij eerder geregeld naar het scorebord keek. Volgens zijn mental coach doen vooral spelers met minder zelfvertrouwen dat, omdat ze eigenlijk hinken naar het einde van een wedstrijd. In de kleedkamer zat Blind vaak met zijn koptelefoon op en dat werkte eigenlijk alleen maar averechts. Blind besefte dat de voorbereiding op een wedstrijd er eigenlijk al opzat en dat het niet werkte om in zijn eigen wereldje te zitten. 'Ik ben meer praatjes gaan maken, meer ontspannen toe gaan leven naar een wedstrijd. Het gaat dan met stappen.'