Ajax is voor de zevende keer op rij 'kampioen' in het betalen van makelaarscommissies. Dat meldt Voetbal International woensdagmiddag. De Amsterdamse club betaalde in het seizoen 2020/21 bijna vijftien miljoen euro aan zaakwaarnemers.

Dat is lang niet zoveel als in het seizoen 2019/20, toen Ajax 34 miljoen euro aan zaakwaarnemers betaalde, maar alsnog vier keer zo hoog als bij PSV. Voor Ajax ging het om de op-een-na hoogste nota tot nu toe. In 2016, toen de KNVB voor het eerst de verdiensten van tussenpersonen naar buiten bracht, betaalde Ajax slechts drie miljoen euro per jaar.

Voor zaakwaarnemers zijn er twee grote verdienmodellen

Voor zaakwaarnemers zijn er twee grote verdienmodellen, zo schrijft Voetbal International. Allereerst toucheren makelaars een commissie die is gebaseerd op het loon van de speler die zij begeleiden. Dit komt meestal neer op vijf tot tien procent van het jaarsalaris.

Daarnaast is het in de top van het voetbal gebruikelijk dat zaakwaarnemers meeprofiteren met aandelen in transfersommen. 'Ook op basis van dit tweede verdienmodel zal het mogelijk zijn om bij Ajax te declareren, anders is de uitkomst van deze jongste vergoedingen-peiling niet goed te verklaren', schrijft het medium.

De vijftien miljoen euro aan provisies komt neer op 24 procent van het loon dat vorig seizoen bij Ajax werd uitgekeerd aan de selectie. 'De verkopen van Donny van de Beek, Sergiño Dest, Hakim Ziyech en Lassina Traoré vielen in de periode waarop de KNVB-cijfers zijn gebaseerd. Tevens werd met Sébastien Haller, Davy Klaassen, Mohammed Kudus en Sean Klaiber behoorlijk zwaar ingekocht.'

Voetbal International meldt dat Ajax verantwoordelijk is voor de helft van alle makelaarskosten die in het betaalde voetbal in Nederland worden gemaakt. 'Wie mee wil doen met de grote jongens op de markt, ontkomt er niet aan om de machtige tussenpersonen vorstelijk te belonen', schrijft men. In de laatste vijf seizoen gaf Ajax 75 miljoen euro uit aan makelaars en dat is ruim vier keer zoveel als bij PSV.