Rafael van der Vaart benadrukt hoe belangrijk een goede sfeer binnen een team is. De voormalig speler van Ajax is van mening dat er af en toe 'best gelachen' mag worden en dat spelers af en toe ook ontspanning mogen opzoeken.

In een uitgebreid interview met Ajax Life vertelt Van der Vaart dat een assistent als Coocky Voorn het leuk maakte om naar het Nederlands elftal te komen. 'Heb je goed op Johnny Heitinga, Marcel Keizer en Frank Peereboom gelet?', stelt Van der Vaart vervolgens een vraag. 'Alleen maar sombere gezichten langs die lijn. Als je het toch elke dag zo serieus neemt... Ga je daar beter van voetballen? Ik denk het niet.'

Van der Vaart maakt de veronderstelling dat je speler van Jong Ajax zou zijn. 'Zit je de hele wedstrijd op de bank en dan mag je na afloop nog even in de kou heen en weer rennen. Om de meters te maken. Nou...', geeft de creatieve linkspoot zijn duidelijke mening.

Tekst gaat verder onder de foto.

'Als Ajax dat niet gaat terugkrijgen in de opleiding, breng je allemaal zesjes voort'

Creatieve voetballers als Van der Vaart zijn steeds minder vaak terug te vinden op de voetbalvelden. Tegenwoordig wordt er meer gevraagd van aanvallend ingestelde spelers op verdedigend gebied. Toen Van der Vaart in Denemarken voetbalde, verdedigde hij niet altijd meer mee. 'Mijn stokpaardje was: ik speel met gasten die elke bal lukraak over de lijn schieten, of met een tackle hun eigen fouten moeten herstellen.'

'Dát heb je dus liever dan iemand die nog iets kan creëren, maar soms zijn man een keer laat lopen?', vraagt hij zich af. 'Vind ik een rare denkwijze. Als Ajax dat niet gaat terugkrijgen in de opleiding, breng je allemaal zesjes voort. En daar word je geen kampioen mee.'

Is Gloukh de Van der Vaart van deze tijd?

Van der Vaart kan zichzelf wel herkennen in Oscar Gloukh. 'Niet dat je een heel elftal om Gloukh heen moet bouwen, want zo goed is hij natuurlijk nog niet, maar geef hem niet te veel defensieve opdrachten', is de Heemskerker van mening. 'Vroeger gaven ze buitenspelers een simpele opdracht mee: tegenstander opzoeken. Gaat het fout? Maakt niet uit, dan doe je het nóg een keer. Als het bij Mika Godts twee keer niet lukt, gaat alles meteen terug. Daar heb je geen reet aan.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Inmiddels weet Van der Vaart dat data en fysiek steeds belangrijker worden in het voetbal. Wanneer spelers fysiek nog niet zo ver zijn als de tegenstanders, pleit hij voor spelers die supergoed kunnen voetballen. 'In onze tijd had je altijd nog twee of drie spelers die dat konden. Dan komt er rust, is het niet meer te belopen voor die grote gasten. Maar ik mis het pure voetbal. Wij hadden in de jeugd het bekende TIPS-model bij de beoordeling. Techniek was niet voor niets nummer 1.'

Van der Vaart zou openstaan voor een rol in het voetbal, maar geeft ook eerlijk toe dat hij er niet voor gaat studeren. Is het voetbal dan te serieus geworden? 'Neem nou Damián (zijn zoon, red.). Die belt me na de wedstrijd op: "Pap, ik ben zaterdagavond vrij". Ik zeg: "Pik, ga op stap, niet drinken, vreet je vol met alles wat je lekker vindt". Dát moet je die gasten ook af en toe meegeven. Je bent vrij, doe je ding. Leef een beetje, anders vind je voetbal straks niet meer leuk. Als je 21 bent...'