Lasse Schöne bleek het ontbrekende puzzelstukje om het elftal van Ajax draaiende te krijgen. De bekerwedstrijd tegen Willem II was voor Peter Bosz de ommekeer in het spel van de Ajacieden. De oefenmeester vertelt hierover in gesprek met Voetbal International.
'Tot dat moment was het echt een pittige zoektocht', begint Bosz. 'De visie was helder, voor iedereen. Aanvallend, dominant, aantrekkelijk voetbal. Maar de ideale samenstelling om dat te bereiken liet te wensen over. Niet één wedstrijd, nee, een hele periode. Het begin was gewoon heel moeizaam. Ik had heel lang het gevoel dat de balans niet goed was. Elke dag maalde het door mijn hoofd, we spraken er met de staf veel over. We waren lang op zoek naar de juiste spelers op de juiste posities, waardoor het als team zou kloppen. En toen was daar opeens die bekerwedstrijd en liep het. Er waren zeker momenten dat ik dacht: Jeetje, gaat het me wel lukken?'
Na wat uitprobeersels tijdens de training besloot Bosz om Schöne in wedstrijdverband aan het werk te zien op de positie van nummer '6'. 'Ik zag hem die wedstrijd spelen en dacht: Dit is het. Lasse begon het seizoen als aanvallende middenvelder, had vorig seizoen nog veel als verkapte rechtsbuiten gespeeld, dus de rol van controlerende middenvelder was niet direct waar we aan dachten. Tot hij het zelf eens liet vallen dat hij daar ook kon spelen. Op een training probeerden we het uit, dat ging goed, waarna hij de kans kreeg in dat duel met Willem II. Het werkte en sindsdien is hij van onschatbare waarde voor ons spel.'








































Plaats reactie