Davy Klaassen erkent dat hij als nummer tien anders komt te spelen wanneer niet Edson Álvarez, maar Kenneth Taylor de nummer zes van Ajax is. Laatstgenoemde zakt vaak uit in de opbouw, waardoor er een ruimte vrijkomt waar Klaassen - zoals tegen Go Ahead Eagles - op zijn beurt weer in moeten duiken.

'Dat betekent dat ik in de eerste fase vaak daar stond in de eerste helft. Dat ik wat lager kwam en vanuit daar aan de linkerkant of Youri Baas of Dusan Tadic vrij kon spelen', legt Klaassen uit aan Voetbal International. 'En vanuit daar moet je dan weer naar voren komen. Ik denk dat je dat ook een paar keer zag. Dat ik daar uiteindelijk wel weer kan komen.'

Het zorgt ervoor dat Klaassen hoger op het veld wat minder aanwezig is, maar ook dat hoeft volgens de Ajacied niet altijd het geval te zijn. 'Het ligt eraan. Als ik hem naar Baas speel en hij speelt hem gelijk naar Brobbey, dan is het moeilijk om daar te komen. Maar als ik hem naar Baas speel en dan speel ik nog een keer breed, dan hebben we allemaal weer tijd om op te schuiven. Dus zoals ik zei: dat kan wel.'

Desgevraagd gaat ook John Heitinga in op de bezetting van het Ajax-middenveld tijdens Go Ahead Eagles-uit. 'Je kijkt naar het stukje balans. Dat is een woord dat wij als trainers vaker gebruiken. Het is een feit dat we in de eerste fase van de opbouw tegen Feyenoord er niet goed uitkwamen. Dat heeft niet zozeer te maken met alleen die individuen. Het heeft te maken met het collectief. Wij wisten waar de ruimtes lagen. Je moet er alleen ook naartoe weten te spelen.'

Een type Álvarez

Zodoende kwam Álvarez tegen Go Ahead Eagles als centrale verdediger te spelen, waardoor een dergelijk type op het middenveld ontbrak. 'Je kan niet van twee spelers één maken', reageert Heitinga daar kort op. Of Ajax dan op zoek moet naar nóg een speler met die kenmerken? 'Het is een punt van aandacht. Je moet wel naar profielen kijken. Past het binnen onze speelwijze, de manier zoals wij willen spelen? Ik denk ook dat je naar karakter-eigenschappen moet kijken.'