Met uitschakeling in de voorronde van de Champions League en een nederlaag in de eerste competitiewedstrijd tegen Heracles Almelo is het seizoen voor Ajax uitermate teleurstellend begonnen. Desondanks wijst Telegraaf-verslaggever Valentijn Driessen niet trainer Marcel Keizer, maar beleidsvoerders Edwin van der Sar, Dennis Bergkamp en Marc Overmars aan als hoofdschuldigen.
Zo moest de trainer instemmen met de 'terugkeer' van Mitchell Dijks, omdat Ajax geen alternatief kon vinden voor Nick Viergever en Daley Sinkgraven. Bovendien, zo schrijft Driessen, moet Keizer hopen dat Ajax zijn huiswerk heeft gedaan voor de opvolging van Davinson Sánchez, die gaat vertrekken. Daarnaast zou Ajax niet hebben geanticipeerd op de terugkerende kwetsbaarheid van Lasse Schöne, wat weer ten koste zou gaan van de telkens uitblinkende Donny van de Beek.
'Keizer valt kwalijk te nemen dat Ajax tweemaal op identieke wijze een voorsprong verspeelde', klinkt het in eerste instantie kritisch richting de trainer. 'Toch, vooralsnog is mededogen met Keizer dit prille seizoen meer op zijn plaats dan een afrekening. Wordt er met een vinger gewezen dan eerst naar de technische leiding van Ajax bestaande uit Van der Sar, Overmars en Bergkamp', doelt hij op de samenstellers van de selectie, maar ook op de personen die het verantwoord vonden om de onervaren Keizer in het diepe te gooien en hem niet eerst één of twee jaar te laten meelopen met een ervaren trainer. 'Zoals ook Keizers voorkeur had. Dat hij geen "nee" zei tegen de erfenis van Peter Bosz valt te begrijpen, maar kan hem noodlottig worden in een wereld waar slechts prestaties tellen.'







































Plaats reactie