Daniel de Ridder maakt als onderdeel van een traineeship voor oud-spelers van Ajax een mooie ontwikkeling bij de club mee op het gebied van topsport. De oud-speler van de Amsterdamse club hoopt zich samen met Siem de Jong, Ricardo van Rhijn en Kelly Zeeman voor te bereiden op een functie buiten het veld en is vol lof over de weg die zijn oude club is ingeslagen om verder te professionaliseren.

‘We zijn in september 2023 gestart en de eerste weken stonden in het teken van een heel globale kennismaking met alle facetten van de club. We moesten eerst een assessment afleggen bij een extern bedrijf, waar in kaart werd gebracht wat je valkuilen zijn, waar je sterktes liggen, waar je nog in wil ontwikkelen en welke kant je op wil. Dat vond ik ook wel leuk om te doen, maar langzamerhand zijn we echt in projecten betrokken geraakt’, vertelt De Ridder in de podcast Football is Life.

Inmiddels lijkt de voormalig buitenspeler van onder meer Ajax en Celta de Vigo zijn plek te hebben gevonden bij de club. ‘Ik ben nu betrokken bij het opzetten van een nieuwe afdeling: de afdeling Topsport. Dat is iets waar Marijn Beuker veel waarde aan hecht en ook bij zijn vorige clubs heeft geïmplementeerd. Dat raakt wel een snaar bij mij. Het gaat over de begeleiding van jeugdspelers tot en met het eerste elftal in allesbehalve het voetbaltechnische gedeelte.'

'Hoe ga je om met tegenslagen?'

'Dingen als voeding en slaap, maar ook – en dat vind ik het meest interessante – hoe ga je om met tegenslagen, succes, druk, kritiek, maar tegenwoordig ook social media?', licht De Ridder zijn werkzaamheden toe. 'Het gaat erom hoe je iemand op tijd een topsportmentaliteit kan aanleren, zodat je de kans vergroot dat iemand nog verder kan komen in zijn carrière.’

De Ridder kwam in 1995 in de jeugdopleiding van Ajax terecht en had toentertijd graag gezien waar de club nu mee bezig is op het gebied van topsportbeleving. ‘Ik zat vanaf mijn elfde bij Ajax en had het heel mooi gevonden als er toen zo’n programma was geweest van dit ga je meemaken als er tegenslag is geweest. Ga je dan om je heen wijzen of kijk je wat je zelf kan doen om beter te worden? Dan zie je ook je eigen aandeel in een fout. Het is iets om je voor te bereiden op een hele grote wereld op die leeftijd.’

Tekst gaat verder onder de foto.

De oud-voetballer ziet spelers die op jonge leeftijd doorbreken in een eerste elftal als uitzondering op de regel en noemt deze groep zelf 'afwijkend' ten opzichte van andere jongeren in de maatschappij. ‘Als je op je achttiende zonder enige vorm van begeleiding voor een miljoenenpubliek speelt, met alles wat er omheen komt kijken, dat is niet de norm voor een achttienjarige. Dat is een afwijking.'

'Wij zoeken nog steeds naar dat soort types in het voetbal en vaak is dat ook goed, maar wij moeten de kans vergroten voor jongens die het mentaal nog niet helemaal zelf aankunnen om ook door te groeien. Die moet je daar ook de tijd voor geven', vervolgt De Ridder die hierbij een voorbeeld geeft. 'Toen ik in Spanje speelde was 23, 24 jaar een hele normale leeftijd om door te stromen naar het eerste elftal. Dan breng je spelers wat langzamer, maar kennelijk deden ze het wel goed, want die spelers bleven wel.’

Premieregeling binnen nieuwe realiteit

Voordat De Ridder zich bezig hield met de implementatie van de gewenste topsportcultuur liep hij mee op andere afdelingen van de club. Van dichtbij maakte hij ook op andere vlakken veranderingen mee bij Ajax. ‘Ik zat eerst bij Strategy, er wordt ook gewisseld tussen de afdelingen, en het eerste waar ik mee bezig was, was de collectieve premieregeling van Ajax 1 aanpassen aan de nieuwe realiteit. Zowel aan de nieuwe opzet van de Champions League en Europa League als aan de ambities van Ajax, die steeds veranderen afhankelijk van wat de mogelijkheden zijn.’

Over deze premies moest de oud-Ajacied onder meer in gesprek met de spelersraad van Ajax 1. Een mooie belevenis, zo vindt De Ridder. ‘Ik zit dan toch met jongens met of tegen wie ik heb gespeeld en dat schept toch een band. Dan kun je een brug slaan tussen de directie en de spelers. Dat zijn dingen die we kunnen toevoegen wat leuk is.’