Sean Steur is erg blij met zijn eerste doelpunt in het betaald voetbal, zo laat hij na afloop van Jong Ajax - Jong PSV blijken in gesprek met ESPN. De middenvelder is tegelijkertijd bijzonder kritisch op het feit dat hij de bal niet eerder in het net heeft gekregen.

Vrijdagavond tegen Jong PSV was het dan eindelijk raak, maar daarvoor had Steur in dat duel alleen al negen doelpogingen voor nodig. 'Ik heb vandaag redelijk veel op doel geschoten. Hij lag telkens gewoon lekker, dus ik dacht: waarom niet?', vertelt het toptalent. 'Uiteindelijk knaagde het wel een beetje dat hij er nog steeds niet in ging, dus het is mooi dat die laatste erin vliegt.'

Overigens kwam er enig fortuin kijken bij zijn doelpunt, maar dat deert hem niet. 'Volgens mij werd hij nog licht aangeraakt, maar ik accepteer hem ook zo. Het is mooi dat hij erin ging, want ik had mijn eerste goal wel nodig. Ik had hem veel eerder moeten maken. Het is een mooi moment.'

Het betekent het eerste doelpunt van Steur in het betaald voetbal. Het betekent veel voor hem. 'Ik heb voor mijn gevoel best wel een aantal kansen gehad om hem al eerder te maken. Daar ben ik wel heel kritisch op als ik eerlijk ben. Het is mooi dat ik nu van de nul af ben en dat we nu hopelijk van start gaan.'

Pedri als voorbeeld

Steur is van mening dat het maken van doelpunten bij een middenvelder van wereldklasse hoort. 'Topmiddenvelders in de wereldtop maken ook goals', ziet hij immers. 'Dat zijn mijn idolen. Natuurlijk is goals maken als middenvelder heel belangrijk. Mijn grootste voorbeeld is Pedri, van FC Barcelona. Hij kan eigenlijk alles. Hij scoort er in een seizoen wel zes of zeven, maar ook wat hij daarnaast doet is buitencategorie.'

Roy Steur, keeper van FC Volendam en broer van de Steur van Ajax, zat vrijdagavond op de tribune om zijn broertje te supporten. De verslaggever van dienst vertelt Steur dat zijn broer bijzonder fanatiek meeleefde. 'Hij is fanatiek en zit me echt wel op mijn huid als het gaat om schieten', geeft de Ajacied aan.

Tekst gaat verder onder de foto.

De twee blijken het geregeld te hebben over het vermogen van de middenvelder om doelpunten te maken. 'Hij is zelf keeper, dus soms gaan we op een zondagochtend met z’n tweeën iets doen. Als ik dan scoor, zegt hij: waarom doe je dit in de wedstrijd niet? Dan zeg ik: ja, de volgende. Hij leeft heel erg met me mee en ik ben heel erg blij dat hij me zo erg steunt.'