Real Madrid heeft de uitwedstrijd tegen het laaggeklasseerde Espanyol met 2-0 gewonnen. De doelpunten werden gemaakt door oudgedienden Guti en Raúl.

Real Madrid had het lastig tegen Espanyol dat vorige week nog Barcelona had verslagen. Hoewel de resulaten in de Primera Division de laatste weken goed zijn, leek De Koninklijke onzeker door het verlies tegen Liverpool (0-1) in de Champions League.

Trainer Juande Ramos begon met drie Nederlanders, Klaas-Jan Huntelaar, Arjen Robben en Wesley Sneijder, in de basiself. Voor rust kon Real maar weinig kansen creëeren en ook in de tweede helft waren er maar weinig kansen voor de Madrilenen.

Kort nadat Sneijder in de zestigste minuut plaats moest maken voor Guti, krulde de Spanjaard de bal na een vrije trap fraai in de kruising. Raúl besliste het duel niet veel later door een nagenoeg indentiek doelpunt als vorige week.

Sneijder kreeg in de loop van de tweede helft zijn vijfde gele kaart van het seizoen waardoor de middenvelder de derby tegen Atletico Madrid en buurman John Heitinga moet missen.

Door de winst van Real Madrid is de achterstand op Barcelona geslonken tot vier punten. De Catalanen spelen zondag nog wel het duel tegen Atletico Madrid.