Eindelijk doet Ajax weer mee aan het hoofdtoernooi van de Champions League. De Amsterdammers vochten zich in een boeiend duel voorbij Dinamo Kiev (2-1). De opluchting na afloop bij de spelers, de technische staf, de directie en de fans vertelde het hele verhaal.

De uitverkochte en uiterst sfeervolle ArenA zat volgepakt met Ajacieden die smachtten naar dit succes. Ajax telt weer een beetje mee en belangrijker; financieel directeur Jeroen Slop kan na het bereiken van het miljoenenbal weer eens een lekkere nacht maken.

Na een chaotische zomer is Jol er met zijn ploeg toch in geslaagd om de groepsfase van het meest prestigieuze bekertoernooi te bereiken. Plaatsing was van levensbelang.

Al had Ajax het niet gered tegen Dinamo, dan hadden de topspelers willen vertrekken. Dat had ook gemoeten gezien de hachelijke financiële situatie. Door dat vertrek zou de kans op goede resultaten kleiner zijn geworden en als resultaten uitblijven gaan er koppen rollen in het bestuur en de technische staf. En dan had men in Amsterdam weer opnieuw kunnen beginnen. Deze sneeuwbal is echter op het juiste moment tot smelten gebracht.

Het is daarom niet vreemd dat de fans, spelers, technische staf en het bestuur elkaar allen in de armen vielen alsof de Champions League-finale zojuist was gewonnen. Want door dit resultaat is Ajax op de goede weg, blijft de rust bewaard en kan er verder gebouwd worden aan een sterk team en een solide organisatie.

Dat Jol de clubleiding chanteerde met zijn mogelijke vertrek richting Fulham. Dat Rik van den Boog en co vervolgens toch weer financiële risico’s namen. Dat diezelfde Van den Boog steeds verder op de TEG-pijnbank wordt gelegd. Dat Ajax wederom enkele uitgerangeerde breedteaankopen deed. Het is allemaal in één klap vergeten, want de naam van de Amsterdamse club zit donderdagmiddag in Monaco in een balletje. Zoals het hoort.