Menno Pot heeft in zijn column voor Het Parool teruggeblikt op de bijdrage van Lisandro Magallán bij Ajax. De Argentijn kwam vorige winter over voor negen miljoen euro, maar overtuigen deed de centrale verdediger niet. Na slechts 169 minuten lijkt zijn tijd bij Ajax al voorbij. De 25-jarige wordt uitgeleend aan Deportivo Alavés met een optie tot koop.
In totaal speelde de verdediger zes officiële duels voor de Amsterdammers. Een daarvan was een invalbeurt tegen Tottenham Hotspur, de return in de halve finale van de Champions League. 'Tegen Spurs moest hij de kapitale 2-2 door de slotminuten helpen loodsen, maar in de laatste tellen deed iedereen alles fout. Magallán gleed uit, Lucas Moura niet.'
'Dat lag niet uitsluitend aan Magallán, maar een speler mag in 169 minuten natuurlijk best één keertje laten zien waarin hij dan wél goed is. Dat lukte Magallán niet', vervolgt Pot, die Magallán vergelijkt met een andere Ajax-flop van Argentijnse afkomst. 'Zo werd hij het verdedigende equivalent van zijn landgenoot Iván Gabrich, de 'spits die nooit omvalt'. Gabrich viel vooral op, omdat hij steeds omviel.'
'Als ik dezer dagen even dagdroom, zie ik een vrolijk Argentijns tafereel. Gabrich is de spits van Tottenham in die zinderende slotseconden. De bal komt. Magallán glijdt uit, maar Gabrich maait over de bal heen en kukelt ook om. En dan poeiert De Ligt de bal de doelmond uit', besluit de columnist.
Plaats reactie