Het is lastig om een oorzaak te vinden voor het lage rendement van Ajax uit hoekschoppen. Tegen Excelsior (1-7 winst) kregen de Amsterdammers vijftien corners en geen enkele keer werd er direct uit een hoekschop gescoord. In gesprek met Het Parool zoeken trainers Erik ten Hag en Carlo l'Ami naar een oplossing.

Daags voor een wedstrijd bekijken staf en spelers videobeelden van de komende tegenstander. 'Kijken waar de mogelijkheden liggen', zegt Ten Hag. 'We hebben qua lengte niet de grootste selectie, dus moeten we slim zijn. De spelers moeten met ideeën en oplossingen komen en dat wordt daarna vertaald naar het trainingsveld. Dan wordt daarop getraind.'

Wat opvalt aan corners van Ajax, is dat de bal altijd van het doel wegdraait en nooit naar het doel toe. 'Dat vinden de koppers fijner', zegt l'Ami, die zich in de technische staf bezighoudt met standaardsituaties. Hierbij bespreekt hij de opstelling en de loopacties bij standaardsituaties met de spelers. Zo zijn de loopacties van Matthijs de Ligt en Kasper Dolberg - die gezien worden als beste koppers - naar de eerste paal het moeilijkst te verdedigen. 'Maar je bent toch wel heel erg afhankelijk van het feit of dat balletje precies goed valt.'

Waar Ajax uit corners weinig scoort, krijgt het er ook weinig tegen. Alleen Dinamo Kiev wist dit seizoen tegen Ajax te scoren uit een hoekschop. 'Indirect, in de rebound, nadat Onana de kopbal eerst had gestopt', zegt Ten Hag, die standaardsituaties heel belangrijk vindt. 'We zijn daar erg op gericht, het is meer dan een bijzaak. Vooral in Europese wedstrijden, waarin de kwalitatieve verschillen vaak klein zijn. Die duels worden op momenten en details beslist.'