INTERVIEW- Elke wedstrijd van de Ajax-dames wordt door Koos Alberts bekeken op de Toekomst. Ajax Showtime mocht afgelopen week langskomen en de Amsterdamse volkzanger een avond volgen.
Vanaf het balkon van de bestuurskamer volgt Koos samen met zijn vrouw Joke de verrichtingen van zijn geliefde Dames-elftal. Elke bal wordt zachtjes voorzien van commentaar: 'Te hard', 'prima bal', 'kom op, naar rechts nou'. Hij kijkt ernaar zoals een opa naar een wedstrijd van zijn kleinkinderen kijkt. Tevreden ziet hij Ajax uitlopen richting een dikke voorsprong tegen het dameselftal van Club Brugge, dat de vaste vrouwenvoetbal-watchers in de bestuurskamer allerminst kan bekoren. Als Ajax in de rust met 4-0 voor staat heeft Koos het wel zo'n beetje gezien en gaan we naar binnen. Liever dan na de rust met zijn rolstoel de kou en de drempel naar het balkon opnieuw te trotseren, vertelt hij ons binnen over zijn lange verleden als supporter en artiest bij Ajax.
Karbonades
Alberts kent als supporter een verrassend fanatiek verleden. Hij stond vanaf zijn 14e achter het doel in de Meer, in de tijd dat Eddy Pieters Graafland nog bij Ajax op doel stond. De zanger reisde, vooral voor zijn ongeluk, Ajax overal achterna. 'We gingen overal naartoe. Naar Parijs, Athene, noem maar op. Met een hele groep reisden we met het vliegtuig of de trein naar het buitenland. Voor we weggingen bakte mijn moeder karbonades, die aten we dan op in het buitenland. Het was een geweldige tijd.'
Toen hij als zanger van het Amsterdamse levenslied echt bekend werd veranderde zijn rol bij Ajax. In de jaren tachtig werd hij voor een uitduel tegen PSV, samen met onder meer Freek de Jonge, gevraagd in de supportersbussen van de harde kern plaats te nemen. De reis naar Eindhoven werd een chaos, vertelt Koos met een glimlach: 'De reis werd een zooitje. In Eindhoven stond overal politie en die jongens gooiden van alles uit de bus. In het uitvak was het ook een chaos. Ik en Joke zaten na de wedstrijd gelukkig als eerste weer in de bus, toen heb ik de frisdrankblikjes nog proberen te verstoppen door m'n jassie er over heen te leggen. Konden ze tenminste niks meer naar buiten gooien.'
Tante Leen
Zijn liefde voor Ajax zit diep: 'Ajax zit in m'n bloed. Ik kom er nu 55 jaar. Dat gevoel blijft altijd.' Hij speelde vroeger nog mee in veteranen-elftallen met oud-internationals en Ajacieden: 'Ik heb met alle grote jongens samengespeeld: Piet Keizer, Arnold en Gerrie Mühren. Noem ze maar op. Met Gerrie Mühren speelde ik eens een wedstrijd waarin ik in de spits stond en er acht scoorde.' De ras-Amsterdammer heeft sowieso een prima band met meerdere oud- Ajacieden: Johan Cruijff kent hij persoonlijk en met Dick van Dijk ging hij zelfs wel eens op vakantie. Als hij vroeger de jonge Patrick Kluivert tegenkwam, gaf Koos hem, tot de grote vreugde van de jeugdspeler, altijd een paar dropjes.
Sinds hij een beroemde zanger werd en hij in een rolstoel kwam te zitten, is hij wedstrijden van Ajax vanaf de eretribune gaan bekijken. Daar kwam hij vaak collega's als Willy Alberti en Tante Leen tegen. Koos vertelt over zijn ontmoetingen met Tante Leen, de koningin van de Amsterdamse smartlap: 'Altijd voor de wedstrijd kwam ze even naar me toe. Zei ze: ''Hee Ajacied, krijg ik nog een kus van je?''. ''Tuurlijk krijg je die:", zei ik dan. Prachtig was dat.' Koos schreef in die tijd drie nummers speciaal voor Ajax, die hij zong bij talloze optredens in de Meer en de Arena. Hij zong in de jaren tachtig zelfs samen met de toenmalige selectie het 'AJAX-lied'.
F-side
Ondanks dat hij het al ontzettend vaak heeft gedaan, blijven zijn optredens in de ArenA absolute hoogtepunten voor hem: 'Optreden voor 50.000 man is ongelofelijk. Het mooiste is als de fans, wanneer ik het veld op wordt gereden, tekeer gaan en mij toejuichen.' Koos heeft vooral veel bewondering voor de fanatieke supporters op Zuid: 'Vanaf de eretribune kijk ik altijd naar ze, ik vind het geweldig wat ze doen. Als het kon, zou ik er tussen willen staan.' Een beetje gekscherend zegt hij: 'Soms kijk ik naar die voorzangers die ze daar hebben. Dan denk, geef mij maar een microfoon, dan doe ik het wel.'
Gedurende het gesprek wordt duidelijk hoe geliefd Koos is in de bestuurskamer. Kantinedames komen hem knuffelen en vragen in plat Amsterdams hoe het met hem gaat. Anouk Hoogendijk, die afscheid kwam nemen van haar teamgenoten, komt met Koos nog even een foto'tje nemen. Tonny Bruins Slot begroet hem en een mede-lid van Ajax komt trots vertellen dat hij bijna zijn 'bordje' gaat krijgen. Alberts is bij Ajax meer dan een graag geziene gast; hij is de favoriete opa van de familie Ajax.
Door Bas de Wit






































Plaats reactie