John Heitinga weet dat Owen Wijndal een hoger niveau kan aantikken dan hij momenteel bij Ajax laat zien. De linksback maakt stappen op de training en liet zich tegen FC Groningen ook meerdere malen zien, maar de oefenmeester mist de finishing touch.

'Op een aantal momenten heeft hij de achterlijn gehaald', stelt Heitinga vast op de persconferentie na afloop van het duel in Groningen tegen de plaatselijke FC. 'Hij is natuurlijk een aanvallende back en dat is positief, maar uiteindelijk moet je ook kijken naar het totaal. Ik denk dat hij nog veel beter kan en veel meer in zijn mars heeft. Hij moet een bijdrage leveren met en zonder bal.'

'Als je gaat kijken hoe vaak hij de achterlijn haalt, dan gaat het om de bezetting voor het doel, maar ook om de eindpass', vervolgt de 39-jarige hoofdtrainer over zijn linkervleugelverdediger. 'En absoluut in het verdedigen. Het is niet alleen Owen, maar bij de laatste bal (bij de 1-1 van FC Groningen, red.) moet je de bal aanvallen. Dat is heel erg belangrijk om het schot eruit te halen.'

De reden voor het opstellen van Wijndal lag voor een deel bij de rol van Jorrel Hato, zo vertelt Heitinga. 'Ik wil Jorrel Hato als linker centrale verdediger zien. Hij viel goed in tegen AZ en dan heb je een links- en rechtspoot. Ik vind hem comfortabel aan de bal en hij heeft een goede samenwerking met Jurriën Timber. Ik vond dat Owen ook goed inviel tegen AZ. We hebben hem gehaald en het is geen makkelijk seizoen voor velen.'

Bergwijn op tien

Het was niet de enige verschuiving, want hoger op het veld kwam Steven Bergwijn als aanvallende middenvelder te spelen. Heitinga legt uit waarom de Ajacied dat goed kan. 'Ik denk dat Steven comfortabel in de kleine ruimtes is. Je hebt op tien een bepaalde vrijheid. Je moet het ook goed herkennen om uit de rug van de tegenstander aanspeelbaar te zijn. Je ziet als trainer altijd dingen die beter kunnen, maar het allerbelangrijkste is dat je met drie punten naar huis rijdt.'