Maarten Stekelenburg heeft in een interview met De Telegraaf laten blijken dat enkele dingen die over hem worden gezegd en geschreven niet waar zijn. Zo zou hij geen trainingsbeest zijn, maar volgens de goalie zelf is daar niets van waar.
Stekelenburg kwam in het buitenland in de afgelopen jaren niet veel aan het spelen van wedstrijden toe en geregeld werd er gezegd dat de keeper niet zou leven als een prof. Onzin, zo vindt de keeper zelf. 'Dat soort imago’s ontstaat doordat één of twee mensen dat vertellen en het vervolgens als waarheid wordt gezien. Dan heb je een stempel waar je niet meer vanaf komt.'
De keeper van Ajax geeft vervolgens enkele voorbeelden. 'Ik heb vroeger weleens een sigaretje gerookt. Daar ben ik negen jaar geleden mee gestopt, maar zogenaamd rook ik een pakje per dag. En na de wedstrijd drink ik een biertje. Maar je weet hoe het werkt: één biertje in de week is, nadat tien mensen dat hebben doorverteld, opeens een krat per dag. Ik zou ook geen trainingsbeest zijn. Maar volgens mij sta ik als eerste op het veld en ben ik er als laatste van af.'
Toch wil Stekelenburg er verder niet al te veel woorden aan vuil maken. 'Je kunt je hier niet tegen verdedigen en daar heb ik ook helemaal geen zin in. Ik keep niet omdat ik de critici de mond wil snoeren, maar omdat ik het mooiste beroep ter wereld heb en bij Ajax ben.'
'Mijn ervaring is een plus'
Hoever Stekelenburg verwijderd is van zijn WK 2010-vorm kan hij zelf niet zeggen. Wel geeft hij aan dat hij in de afgelopen jaren altijd hard is blijven trainen en zijn er sinds het WK van 2010 wel wat dingen anders voor Stekelenburg. 'Ik moet geen lange sprints meer trekken, want die zijn echt een stuk minder geworden. Gelukkig doe je dat als keeper niet zo vaak. Maar mijn ervaring is een plus. Alles wat in het veld gebeurt, heb je al een keer meegemaakt. Ik probeer er te staan op de momenten dat ik er moet staan, te coachen en rust uit te stralen.'
Dat Stekelenburg vanwege de schorsing van André Onana nu twee keer per week in het doel van Ajax staat, zorgt niet voor extra vermoeidheid. Hij legt uit waarom. 'In het begin speelde André en trainde ik wel harder. Nu leef ik van wedstrijd tot wedstrijd en daar tussendoor is het herstellen en voorbereiden. Qua fysieke belasting is het in totaal ongeveer hetzelfde. En nee, dat heeft me niet verbaasd. De laatste vijf jaar heb ik geen training gemist, dus ik ben fit.'






































Plaats reactie