Endt: 'Je kan toch niet de traditie van een jaarboek zomaar onderbreken?'

door Melle Goekoop 36

Endt: 'Je kan toch niet de traditie van een jaarboek zomaar onderbreken?'

door Melle Goekoop 36

Laatst geüpdatet

Donderdag komt de nieuwste editie van het Ajax-jaarboek uit. Dit jaar is het een extra speciale editie aangezien Ajax zelf niet verderging met het maken van ‘de rode kaften’. Een aantal fans besloten dat het niet door de beugel kon en namen het heft in eigen handen. David Endt, Menno Pot, Finn Dekker, Rodney Rijsdijk en Evert Vermeer bundelden hun krachten om ervoor te zorgen dat er dit jaar weer een nieuwe editie van het Ajax-jaarboek, uitgegeven door Uitgeverij Brandt, verkrijgbaar is. Endt was bij de eerste edities van de jaarboeken in 1992 betrokken en werd later teammanager van Ajax. Wij spraken Endt over de nieuwste editie in de reeks van jaarboeken.

Hoe is het gekomen dat er dit jaar alsnog een jaarboek van Ajax is verschenen?

‘Zoals Ajax een groot bedrijf is, hebben zij besloten om daar niet mee door te gaan. Het had voor mij niet zo veel zin om erachter te komen wat de oorzaak van die beslissing was. Belangrijker was mijn eerste gevoel en dat werd gedeeld door een aantal anderen: dat kan toch niet? Je kan toch niet een traditie zomaar onderbreken? Je kan toch niet zomaar die hele rij van rode kaften geweld aandoen door te stoppen? Misschien heb je over drie jaar weer een ander beleid voor ogen en dan heb je een hiaat. Van het een kwam het ander. Daarna volgde nog een heel traject van onderhandelingen en er werd gekeken naar wat de mogelijkheden zijn.

‘Ajax wilde namelijk niet met het jaarboek doorgaan en had ook geen behoefte om dat op een andere manier gestalte te geven’

Ajax wilde namelijk niet met het jaarboek doorgaan en had ook geen behoefte om dat op een andere manier gestalte te geven. Ze stonden er overigens niet onwelwillend tegenover, maar er zijn altijd bepaalde wetten en restricties die in de weg zitten. Zoals bijvoorbeeld het gebruik van het Ajax-logo, want dat zou niet mogen. Uiteindelijk zijn we er samen uitgekomen en hebben we de schouders eronder kunnen zetten vanaf begin december. Toen werd bekend dat we groen licht kregen om het te doen en zijn we er samen met Uitgeverij Brandt mee aan de slag te gaan. Dat hebben we heel erg te danken aan de SVA, supportersvereniging Ajax, die erachter gingen staan en hun medewerking toezegden en eigenlijk ruim baan boden om aan de slag te gaan. Zonder de SVA was het niet gelukt, dan waren de obstakels te groot geweest.’

Het jaarboek is samen geschreven met Menno Pot, Finn Dekker, Rodney Rijsdijk en Evert Vermeer. Hoe ging dit in zijn werk?

‘Bij het schrijven hebben we eigenlijk een hele simpele verdeling gemaakt. We verdeelden het per wedstrijd. Wedstrijd één is voor David, wedstrijd twee is voor Menno Pot, wedstrijd drie is voor Finn Dekker en wedstrijd vier voor Rodney Rijsdijk. Daarnaast is Evert Vermeer met de cijfers aan de slag gegaan. Dat zorgt er ook voor dat er in het boek verschillende klanken te horen zijn. Ik schreef de stukken vroeger zelf. Ik was de enige schrijver van de wedstrijdverslagen. Ik zat heel dicht op het elftal en maakte alles mee van binnenuit, dus toen kon ik het extra couleur geven. Nu heb je dus vier verschillende persoonlijkheden met vier verschillende pennen. Aan het begin dachten we dat we elkaar niet te veel in de weg moesten zitten, maar het is ook mooi om het verschil in schrijfstijlen te zien. Het is ook goed dat de mannen als Rodney en Finn, van een jongere generatie, erbij betrokken zijn. Zij hebben een andere kijk op het voetbal en kunnen met een andere invalshoek hun bijdrage leveren. Op deze manier hebben we het verdeeld.’

Waarin verschilt dit jaarboek van voorgaande edities?

‘In het boek staat een aantal columns, die hebben we ook onderling verdeeld. Daarnaast hebben we ook weer profielen van de spelers teruggebracht. Dat ontbrak sinds een jaar of vijftien. Ik schreef altijd in “mijn” jaarboeken profielen over de spelers, waarin elke speler apart werd doorgelicht. Dat vond ik met terugwerkende kracht ook altijd erg prettig. Dat is ditmaal ook onderverdeeld. Iedereen heeft weer zijn aandeel aan portretten geleverd. Evert heeft onveranderd het cijfermateriaal verzorgd en daardoor krijg je van elke wedstrijd een volledig beeld. Dat waren elementen die in de laatste edities van het jaarboek ondergesneeuwd waren. Het werd naar mijn smaak een beetje een “gedrocht”. Er werd vaak een ander element, de historie van Ajax, gekoppeld aan wedstrijden en dat deed de essentie van een jaarboek geweld aan. Dat maakte het boek een beetje onoverzichtelijk.

‘Dit jaarboek refereert heel erg naar de eerste edities, maar in een iets modernere vormgeving’

‘Die helderheid wilden we weer terug. Ik denk dat het gelukt is en dat de essentie van een jaarboek beter dan ooit tot zijn recht komt. Het is compact en elke wedstrijd staat op zich. In de vorige jaarboeken werden vaak een hele boel kleine feitjes door de wedstrijdverslagen heen gemengd. Dat hebben we op een goede manier ondervangen. Qua uiterlijk lijkt het op de eerste jaarboeken. De edities van Kick-uitgeverij (de vorige uitgever, red.) hadden een iets andere kleur van de omslag en hadden een ander volume. Dit jaarboek refereert heel erg aan de eerste edities, maar in een iets modernere vormgeving.’

Wat vind je zelf het leukste aan deze editie?

‘Dat heeft heel erg te maken met mijn verleden. Ik heb Daley Blind zien opgroeien als voetballer en als persoon. Hij is opgegroeid in dezelfde buurt als mijn dochter. Die jongen heeft me altijd na aan het hart gelegen. Hij heeft best wel wat avonturen meegemaakt op de weg naar de roem die hij nu aanraakt. Dit seizoen is hij een onaantastbare speler geworden, maar dat is niet altijd zo geweest. Ik heb hem als klein jochie zien voetballen bij de E-junioren, later bij de A-junioren en ik heb hem zijn debuut zien maken. We zijn altijd gevoelsmatig dicht bij elkaar geweest. Daarom vind ik het zo leuk dat hij het voorwoord schrijft van dit jaarboek.

‘Daarom vind ik het zo leuk dat hij het voorwoord schrijft van dit jaarboek’ 

Hij heeft niet een volledig seizoen gespeeld vanwege zijn blessure en had aan het begin van het seizoen problemen met zijn hart. Hij heeft daardoor het seizoen van binnenuit meegemaakt én kan enige afstandelijkheid betrachten. Hij is een geboren en getogen Ajacied en hij schrijft het voorwoord. Dat maakt mij zó gelukkig. Dat had ik vroeger eigenlijk ook zo willen hebben; dat een speler het voorwoord schrijft. In het verleden was het vaak de trainer of voorzitter. Door de situatie van dit jaarboek was het niet aan de orde om Edwin van de Sar te vragen voor een voorwoord. Hij hoort als directeur bij diegenen die besloten om het niet door te laten gaan. Dat zou een discrepantie zijn. Nu hadden we iemand van binnenuit, met een hart voor de club, dat vind ik echt het mooiste.’

Dit seizoen was het (bijna) niet mogelijk om in de ArenA wedstrijden te kijken. Hoe was het om het hele jaarboek aan de hand van een beeldscherm te schrijven?

‘Heel anders dan je wilt, maar het is op zich ook weer een uitdaging. Dit jaarboek is daarin heel bijzonder omdat het verslag doet van een jaar waarin sporadisch mensen op de tribune zaten. Daardoor heb je misschien nog wel meer behoefte om over het seizoen terug te lezen, omdat je belevingswaarde alleen van een scherm is geweest. Het viel me mee, want ik had verwacht dat het lastiger zou zijn. Bij televisiebeelden wordt je toch enigszins beïnvloed door het commentaar dat eronder zit. Dat moet je toch loskoppelen van je eigen waarnemingen.’

Buiten het veld gebeurde dit seizoen bij Ajax het nodige, hoe is dat behandeld?

‘Je ontkomt niet aan die gebeurtenissen en ook daarom is een jaarboek zinvol. Als je zou afzien van het benoemen van een verkeerd vinkje bij Haller of een dopingprobleem bij Onana, wat is het jaarboek dan nog waard? Dat is dan niet anders dan de andere jaarboeken. Aan het begin hadden we de stelling dat Ajax goed nieuws en slecht nieuws heeft en dat we niet omdat het Ajax is, het slechte nieuws weg zouden moffelen en het goede nieuws opblazen. Het moet een eerlijk boek zijn met een eerlijke weergave zijn van het seizoen. Dat is natuurlijk arbitrair. Sommige mensen vinden dat bij sommige onderwerpen honderd regels extra nodig zijn en anderen zeggen weer dat er twintig regels te veel zijn geschreven over dat onderwerp. Het heeft ook te maken met de persoonlijkheden die het schrijven natuurlijk.’

Wat was het moeilijkste van dit jaarboek?

‘Het moeilijkste vond ik eigenlijk de verklaring waarom er dit seizoen weer een jaarboek was. Dan moet je toch aanraken dat naar ons gevoel de club een beetje in gebreke blijft door te erkennen dat een jaarboek geen bestaansrecht heeft. Dat zijn allemaal rekensommen die ze maken. Een club met een gigantisch budget zou zelfs kunnen denken: om onze status te presenteren, nemen we desnoods genoegen met een verlies. Wat ik tevens jammer vind, is dat ons jaarboek waarschijnlijk niet in de fanshop verkocht gaat worden. Hopelijk komt daar nog een verandering in. Het is in elk geval verkrijgbaar en ik denk dat er voldoende mensen zijn die het in bezit willen hebben, met name de mensen die alle eerdere jaarboeken al hebben staan. We hebben enorm veel hulp van de Supporters Vereniging Ajax gekregen bij het hele proces. Dat zij erachter stonden, was voor ons een geweldige ruggensteun.’

Bestel het Ajax-Jaarboek 2020/2021 hier!

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.