Het is vandaag (maandag) precies tien jaar geleden dat Hyun-Jun Suk zijn debuut maakte voor Ajax. In een voorproefje van de documentaire die dinsdag in première gaat, blikt de Zuid-Koreaanse cultheld terug op zijn aankomst in Amsterdam.
'Toen ik bij Ajax kwam was ik enorm verrast', vertelt Suk voor de camera van Ajax TV. 'Ik wist niet dat de club zó groot was. Toen ik het met mijn eigen ogen zag, wist ik het zeker: ik moet voor deze club spelen.'
Toen Suk na aandringen bij toenmalig Ajax-trainer Martin Jol de kans kreeg om mee te trainen, verbleef hij bij een metrostation dat ver weg lag van De Toekomst. 'Toch was ik met een grote glimlach gaan sprinten, want ik wilde die test. Dus ik rende daar met mijn voetbalschoenen in mijn hand. Mijn vriend raakte achterop want hij kon mij niet volgen.'
'Het is mijn droom om terug te keren bij Ajax en daar mijn carrière te beëindigen', steekt Suk zijn ambities niet onder stoelen of banken. 'Dat is mijn droom en daarom blijf ik in Europa en blijf ik knokken.'
Dat Ajax nog steeds de favoriete club is van Suk, blijkt wel uit het feit dat hij het clublogo op zijn arm heeft getatoeëerd. 'Ik wil de mensen laten zien dat ik trots ben op mijn tijd bij Ajax. Elke club wil dat ik van hun logo een tattoo laat zetten. Dan zeg ik: misschien. Maar ik doe het nooit.'
'Ik weet nog dat ik iemand hoorde roepen: sir, sir, sir!'
Jol kan zich nog goed herinneren hoe Suk hem in 2009 benaderde, toen hij langs een grote menigte supporters naar het trainingsveld liep. 'Ik weet nog dat ik iemand hoorde roepen: sir, sir, sir! Toen ben ik naar het hek toegegaan en zei iemand: meneer, ik heb een jongen bij me en hij is één van de grootste talenten uit Korea.'
'Na Kieft, Bosman en Kluivert is er nooit meer een echte spits doorgebroken bij Ajax', gaat Jol verder. 'Toen dacht ik: je weet nooit hoe een koe een haas vangt.'






































Plaats reactie