John van 't Schip geeft aan dat zijn ploeg het gemis van aanvoerder Steven Bergwijn erg voelt. De oefenmeester was niet ontevreden over de manier waarop Kristian Hlynsson de linksbuiten positie invulde, maar ziet de IJslander liever op een andere positie. Ook bespreekt Van 't Schip in het interview met Ajax TV het samenspelen van Brian Brobbey en Chuba Akpom.

'Het is duidelijk dat Steve (Bergwijn, red.) een belangrijke speler is voor ons. In deze groep al helemaal. Kris (Hlynsson, red.) stond daar nu en vult dat op zijn manier redelijk goed in. Maar dat willen we ook niet, omdat hij juist met Berghuis aan de andere kant een goed koppeltje vormt', begint Van 't Schip over het gemis van zijn aanvoerder. Bergwijn liep op de training een hamstringblessure op en komt in februari niet meer in actie namens Ajax.

Doordat Hlynsson donderdagavond tijdens de wedstrijd tegen FK Bodø/Glimt als linksbuiten gepositioneerd stond, kwam er een plek vrij op het middenveld. Van 't Schip koos ervoor om Akpom als aanvallende middenvelder op te stellen en was niet helemaal tevreden over hoe dat uitpakte. 'Gister vond ik het niet geweldig. De structuur verandert ook als je met twee spitsen gaat spelen. Dat is ook steeds de afweging. Het is vaak beter om met onze manier van spelen met één echte spits te spelen', analyseert de hoofdtrainer van Ajax. 'Akpom heeft bewezen dat hij een hele goede vervanger is voor Brian, als hij geblesseerd raakt bijvoorbeeld. Brian is onze nummer een op dit moment. Hij (Akpom, red.) heeft ook bewezen dat als hij invalt, hij van grote waarde kan zijn.'

Spel tegen Bodø/Glimt

Ajax speelde donderdag gelijk tegen Bodø/Glimt en Van 't Schip zag waar het misging. 'We speelden niet goed tussen de linies. De keren dat we het deden, kwamen we er ook doorheen. Maar we deden het te weinig. We speelden er te veel omheen in plaats van doorheen. Als we balverlies hadden, dan vlogen zij eruit. En dat wisten we ook. Zij hebben een hogere intensiteit dan alle tegenstanders die we in de Nederlandse competitie hebben gehad. Wij konden te weinig ons eigen spel spelen', sluit Van 't Schip af.