Onze Trots: 'Naar binnen glippen in De Meer'

door Bart Veenstra 9

Onze Trots: 'Naar binnen glippen in De Meer'

door Bart Veenstra 9

Laatst geüpdatet

Bekende Nederlanders en Ajax. Waarom zijn ze fan geworden van de Amsterdamse club en hoe beleven zij de wedstrijden van hun grote liefde? Komen ze vaak in het stadion of kijken ze de wedstrijden liever thuis of in de kroeg? En wat vinden ze eigenlijk van het huidige Ajax? In de rubriek ‘Onze Trots’ gaan we op zoek naar de liefde voor Ajax van de BN’ers. Deze keer met voormalig thaibokser en drievoudig winnaar van de K-1 World Grand Prix: Remy Bonjasky.

We reizen voor deze editie van 'Onze Trots' af naar Almere. Bonjasky heeft daar sinds 2010 zijn eigen academy waar hij mensen lesgeeft in het kickboksen. Wanneer wij arriveren, zien we Bonjasky al staan. Hij brengt twee mensen de kneepjes van het vak bij. Nadat Bonjasky wordt ingefluisterd dat we gearriveerd zijn, meldt hij zich al snel bij ons. We maken een korte wandeling door de gym en nemen plaats in zijn kantoor.

Bonjasky werd geboren in Paramaribo, waarna hij op vijfjarige leeftijd met zijn familie naar Nederland verhuisde. ‘Mijn vader hield meer van Feyenoord en mijn broer ook. We woonden toen in Zwijndrecht, dat ligt dicht bij Rotterdam. Daarna verhuisden we naar Lelystad en vanuit daar kwam de liefde voor Ajax een beetje op. Toen we naar Amsterdam verhuisden was iedereen om mij heen Ajax-minded. Zelf voetbalde ik bij FC Bijlmer en FC Amstelland en later heb ik nog meegedaan aan de instuifdagen van Ajax. Die waren toen nog in De Meer en Louis van Gaal was toen nog jeugdtrainer.’

De voormalig vechtsporter was destijds een verdediger van een jaar of dertien/veertien. ‘Ongeveer vijfhonderd jongens schreven zich in. Daar vielen er dan 250 vanaf en daarna viel er weer een hele groep af. Een groepje van zes of zeven jongens mocht meetrainen en uiteindelijk zou er dan misschien één iemand, of twee, overblijven. Ik kwam zelf aardig ver, maar ik mocht net niet meetrainen. Ik zat bij de laatste twintig, maar net niet bij de laatste groep.'

'Dan val je elkaar in de armen'

Afgevallen of niet: Bonjasky houdt van Ajax en roemt de ploeg die destijds hoge ogen gooide in Europa, of eigenlijk over de hele wereld. ‘Het was een groep waarmee je je associeerde. Ze speelden ook sexy voetbal. Met jongens als Kluivert, Davids, Seedorf, Blind en al die jonge gasten….dat was gewoon tof. Helemaal in 1995, toen wonnen ze echt alles. Ja, dat heb ik helemaal live meegemaakt. Dat waren gloriejaren. Vooral als het goed gaat, ga je misschien nog meer houden van die club. Toen is mijn liefde gekomen en gebleven.’

De finale van de Champions League in 1995 zorgde voor een van de mooiste Ajax-belevingen van Bonjasky. ‘Je maakt wel bijzondere dingen mee met die jongens, maar die zijn niet geschikt voor publiciteit, haha’, grapt hij allereerst. ‘Laten we het dan toch maar houden op 1995. Dat waren mooie jaren’, aldus de voormalig kickbokser, die de finale thuis keek. ‘Dat was met vrienden, een man of tien. De schermen waren toen nog niet zo groot, waardoor we naar een kleine tv zaten te kijken. Dan stonden we allemaal te juichen, te schreeuwen en uiteindelijk val je elkaar in de armen.’

'Naar binnen glippen in De Meer'

Bonjasky kijkt niet elke wedstrijd van Ajax op tv. Zeker vroeger niet toen hij geregeld ging kijken in De Meer, de voormalige thuisbasis van Ajax. ‘In De Meer had je allerlei manieren om naar binnen te glippen. Bij het jeugdhonk had je een dakje en via dat dakje klommen we af en toe naar binnen. Of je kreeg een kaart voor de pauze. Dan kom je uit het stadion om even “je ding” te doen en dan kon je die kaart aan een vriend geven. Ja, het was zo lek als een mandje toen, haha. Je kon in en uitlopen daar, het was geweldig.’


In zijn jonge jaren keek Remy Bonjasky wedstrijden van Ajax in De Meer. 'Bij het jeugdhonk had je een dakje en via het dakje klommen we af en toe naar binnen.'

‘Nu kom ik geregeld in de Johan Cruijff ArenA. Ik word vaak uitgenodigd om in een skybox te komen kijken en anders koop ik een kaartje. Zelf heb ik het ontzettend druk, maar de liefde is daardoor niet minder’, zegt Bonjasky. ‘Ik probeer zoveel mogelijk te kijken. Waar ik het liefst in het stadion zit? De sfeervakken horen erbij, ik vind het ook leuk hoor, want ze zorgen voor sfeer, maar ik ga er niet naast zitten met een trommel in mijn oor, haha. Ik zit zelf vaak op de hoofdtribune.'

'Schwalbes in het voetbal vreselijk'

Na een beenbreuk op zijn zestiende besloot Bonjasky op achttienjarige leeftijd de vechtsportwereld in te duiken. De wereldtop werd bereikt, hij werd drie keer wereldkampioen in de K-1, en om die reden kan Bonjasky mooi het verschil beschrijven tussen voetbal en kickboksen.

‘Ik beoefen een harde sport, maar ik kijk graag naar technische voetballers’, zegt Bonjasky. ‘Ik kijk ook graag naar verdedigers, omdat ik zelf verdediger ben geweest. De Ligt, Jaap Stam, Ronald Koeman, dat waren no-nonsense-verdedigers, maar ik kijk ook graag naar technische voetballers’, aldus de voormalig vechtsporter, die zich in het voetbal enorm kan ergeren aan schwalbes. ‘Breek me de bek niet open….Ik vind het vreselijk! We weten allemaal dat het theater is en het is vreselijk om te zien waar het voetballen nu naar toe gaat.’

Met dat laatste doelt hij op het gedrag van de grote voetballers dat wordt overgenomen in het jeugdvoetbal. ‘Ik zie het ook bij het elftal van mijn zoontje (9). Die nemen het allemaal over. Niet per se mijn zoontje hoor, ik probeer het hem af te leren. Pas als hij na twee keer roepen nog blijft liggen, weet ik dat hij echt pijn heeft.’

Bonjasky denkt dat het voetbal wel wat kan leren van een sport als rugby. ‘Die scheidsrechter is misschien twee turven hoog, maar zodra die man zegt “kappen nou” is het knikken, omdraaien en doorgaan. Bij het kickboksen is dat ook’, zegt Bonjasky, die denkt dat het in voetbal ook kan. ‘Maar van bovenaf wordt niks gezegd. De KNVB of de FIFA moet aangeven dat ze bij het eerste gemopper een gele kaart uitdelen. Je zal een seizoen lang gezeik hebben, maar daarna is het klaar.’

'Voetbal kan leren van andere sporten'

Volgens de oud-topsporter zou elke voetbalclub, amateur of professioneel, er goed aan doen om een sport als kickboksen te laten 'integreren'. ‘Er is veel kruisbestuiving. Je kunt veel van andere sporten leren. Voetballers zijn angstig voor blessures. Bij het voetbal ben je geblesseerd als je ergens last van hebt, bij “ons” ga je gewoon door. De mentaliteit in het voetbal kan gesteund worden door het kickboksen. Andersom kan het kickboksen ook leren van het voetbal, natuurlijk.’


Remy Bonjasky werd drie keer wereldkampioen K1-vechten. 'Er is veel kruisbestuiving. Het voetbal kan veel van andere sporten leren.'

Waar Bonjasky ook van baalt is dat er bij veel mensen een negatief imago hangt rond het kickboksen. Hetzelfde ziet hij ook in het voetbal terug. ‘Kickboksen is een normale sport. Het gaat om die mensen die er door aangetrokken worden. Of het nou hooligans (voetbal) of motorclubs (kickboksen) zijn, zij zijn het die zorgen voor een negatief imago’, gaat Bonjasky verder, die in het verleden wel eens ‘schijtlollige’ grappen moest aanhoren. ‘Als ik bij een businessclub kwam en zei dat ik kickbokser was, maakten ze zogenaamd een lollig grapje: “Dan ben je zeker agressief, niet slaan hoor”. Er bestaan veel vooroordelen over de sport, terwijl de sport juist niet agressief is.’

'Ziyech te goed voor de Eredivisie’

Hij noemde ze net al even, maar Seedorf, Davids en Kluivert waren vroeger de favoriete spelers van Bonjasky. ‘Dat waren wel mijn toppers, hoor. Hun Surinaamse achtergrond heeft er zeker mee te maken. We zijn allemaal hier opgegroeid en we zijn allemaal voor Nederland, maar je hebt er wel iets meer mee. Van de huidige selectie is Hakim Ziyech mijn favoriete speler. Ik vind hem een heel goede speler. De Ligt vind ik een hele sterke - zeker gezien zijn leeftijd - verdediger. En Frenkie de Jong was een flinke openbaring in het Nederlands elftal. Je speelt toch tegen Frankrijk, de wereldtop. Als je dan zo kunt spelen, dan denk ik: dat is een hele goede.’

Bonjasky gaat vervolgens dieper in op zijn voorkeur voor Ziyech. De voormalig kickbokser had niet verwacht dat de Marokkaans international bij Ajax zou blijven. ‘Hij is echt heel goed. Te goed voor de Eredivisie eigenlijk. Hij is stappen verder al. Bij sommige voetballers zie je van mijlenver dat zij de rest zijn ontstegen’, zegt Bonjasky, die denkt dat Ziyech de stap nog wel een keer gaat maken. ‘Hij zou niet misstaan bij een van de grote clubs. Hij heeft die extra kwaliteit. Ik denk niet dat hij er volgend jaar nog is en je weet ook nooit hoe groot die kruiwagen is die in de winter langskomt.’

Verder is Bonjasky ook erg blij dat ook De Ligt en De Jong zijn gebleven. Beide spelers konden voor vele miljoenen vertrekken, maar Ajax hield voet bij stuk. ‘Ik vind het ten eerste heel goed van Ajax, petje af. Ten tweede is het ook goed voor die jongens. In het buitenland is het namelijk één circus’, vervolgt Bonjasky, die het nog altijd jammer vindt dat Riechedly Bazoer zo snel vertrok. ‘Een van die grote clubs had geboden en dat werd afgeslagen. Even later ging hij alsnog snel weg toen hij even niet speelde. Ik vond hem zo’n goede voetballer bij Ajax. Hetzelfde geldt Riedewald, Tete en El Ghazi. Zonde is dat.’

Ajax wist zich in de zomer te versterken met Dusan Tadic en Daley Blind. Over laatstgenoemde heeft Bonjasky zo zijn twijfels. ‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik het gevoel bij Blind niet heb dat er een zwaargewicht is binnengehaald. Het is een goede stabiele speler, maar het is geen leider. Het is geen Tadic die met zijn vuist op tafel slaat. De vraag is waarom je Blind haalt', aldus Bonjasky, die denkt dat Ajax meer nodig heeft dan een goede centrale verdediger. 'Persoonlijk zou ik de vleugels willen versterken.'

'Ik zie Ajax helemaal nog niet als kampioen'

Door het aanblijven van de vele sterkhouders en het aantrekken van enkele nieuwe spelers wordt Ajax door menigeen gezien als de grote titelfavoriet. Sommigen zeggen zelfs dat Ajax al kampioen is. ‘Ik zie dat helemaal niet. Zolang het sport is, heeft nog niemand gewonnen hoor. We hebben bij Ajax wel vaker een goed elftal gezien waarmee ze alsnog tweede of derde eindigden. Dus ik zie het nog niet zomaar gebeuren.’


Bonjasky is er niet van overtuigd dat Ajax dit seizoen wel 'even' kampioen wordt. 'Zolang het sport is, heeft nog niemand gewonnen hoor. We hebben bij Ajax wel vaker een goed elftal gezien waarmee ze alsnog tweede of derde eindigden. Dus ik zie het nog niet zomaar gebeuren.’

Of Ajax, net als twee seizoenen geleden, weer Europese successen gaat behalen, wordt eveneens betwijfeld. Dat Ajax de finale van de Europa League bereikte, noemt Bonjasky ‘mooi’. ‘Dat was genieten, echt genieten. Ze speelden ook goed, al hadden ze hier en daar een gelukje. Het was leuk en geweldig, maar het is niet zo dat ik denk: dit is het nieuwe tijdperk.’

'Je kunt het Kluivert niet kwalijk nemen'

Bonjasky kent zijn favoriete spelers van weleer - Kluivert, Seedorf, Davids - persoonlijk. Met Patrick Kluivert is hij zelfs goed bevriend en dat brengt ons bij het volgende en laatste onderwerp: Justin Kluivert. Bonjasky heeft zo zijn mening bij de transfer van de jongeling naar AS Roma, maar wil er ook niet al te veel over kwijt. ‘Bepaalde ins and outs weet ik, waarom die stap genomen is. Het is alleen niet aan mij om daarover te vertellen. Dat zou eerder vanuit de hoek van Justin moeten komen.’

Volgens Bonjasky heeft iedere partij zijn eigen waarheid bij de transfer, waardoor het lastig is om er iets over te zeggen. Toch krijgen we Bonjasky zo ver om hem te laten vertellen wat hij had gedaan als hij Justin Kluivert zou zijn geweest. ‘Als ik daar had gestaan, had ik het denk ik niet gedaan’, zegt hij. Ook vader Patrick Kluivert had zijn zoon het liefst nog een jaar bij Ajax gezien. ‘En die mening deel ik ook. Hij is ontzettend goed, maar hij komt nu bij AS Roma binnen van: daar is je plek op de bank. Zo’n jongen moet gewoon spelen. Meters en uren maken. Dat is zonde, vind ik hoor.’

Toch heeft Bonjasky goede hoop op een mooie tijd voor Kluivert in Rome. ‘De kans is groot dat hij het redt, denk en hoop ik. Ik vind het een geweldige voetballer. Het zou zonde zijn als dat talent verloren gaat’, vervolgt de oud-kickbokser, die moet toegeven dat het voor Justin Kluivert zijn goed recht is om de keuze te maken. ‘Iedereen maakt zo zijn eigen afweging. De mensen moeten een beetje naar zichzelf kijken. Als jij ergens werkt en je kunt bij een ander een beter salaris verdienen…..Je kunt het hem niet kwalijk nemen.'

Lees meer 'Onze Trots':
Deel 1: Jan Roos
Deel 2: JayJay Boske
Deel 3: Viggo Waas
Deel 4: Roue Verveer (AS Kerstspecial)
Deel 5: Sevn Alias
Deel 6: Frank van der Lende
Deel 7: Robert ten Brink
Deel 8: Martin Koolhoven
Deel 9: Sunnery James en Ryan Marciano
Deel 10: Stefano Keizers
Deel 11: Jesse Klaver
Deel 12: Danny Froger
Deel 13: Roue Verveer (AS Kerstspecial + extra)
Deel 14: Klaas van der Eerden
Deel 15: Leo Blokhuis
Deel 16: Jack Spijkerman
Deel 17: Jeroen Spitzenberger

Bart Veenstra
(Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Arthur Vuijk (e-mail: arthur_vuijk@hotmail.com)

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.