Jelle van Damme kijkt met positieve gevoelens terug op zijn tijd bij Ajax, zo laat de Belg weten in gesprek met ELF Voetbal. De tijd van de 31-voudig Belgisch international in Amsterdam ging niet altijd over rozen, vooral in het begin niet. Uiteindelijk speelde Van Damme 33 officiële wedstrijden in het wit-rood-wit.

In januari 2002 maakte Van Damme op 18-jarige leeftijd de overstap van toenmalige satellietclub Germinal Beerschot naar Ajax. 'De verhuizing naar Amsterdam was een grote, moeilijke stap. Ik was "de normale jongen" uit Lokeren. Ik had in mijn hoofd: als ik twintig jaar in België kan spelen, vind ik het al geweldig. Maar ik mocht in de winterstop twee proefwedstrijden bij Ajax spelen, tegen NAC Breda en Go Ahead Eagles.'

Als resultaat van de proefwedstrijden mocht de Belg tot het einde van het seizoen in Amsterdam spelen, waar hij begon bij Jong Ajax. Met Jong Ajax bereikte Van Damme de halve finale van de KNVB Beker, waarin verloren werd van FC Utrecht. Kort daarna volgde een competitiedebuut in Ajax 1 tegen Sparta Rotterdam.

Moeilijke eerste periode in Amsterdam

Van Damme had in eerste instantie moeite met aarden in Amsterdam: 'Ik was voor het eerst op mezelf aangewezen. Er was vaak een warme maaltijd bij de club, maar thuis moest ik voor mezelf zorgen. In het begin dacht ik: wat doe ik hier? Ik wilde terug naar België. Maar je leert door de zure appel heen te bijten.' Op een gegeven moment zocht de oud-Ajacied meer contact met medespelers, wat ervoor zorgde dat Van Damme zich op zijn gemak ging voelen: 'Ik was eerst vooral op mezelf, maar op een gegeven moment ging ik weleens met Zlatan mee om een avondje bij hem op de PlayStation te spelen.'

'Ik ben ook met Wesley Sneijder naar zijn familie in Utrecht geweest', vervolgt de Belg. Daarnaast had Van Damme in zijn tweede volledige seizoen gezelschap van landgenoten Wesley Sonck, Thomas Vermaelen, Tom Soetaers en Tom de Mul. Ervaren krachten als Jari Litmanen, Richard Witschge en Aron Winter hielpen jonge jongens als Van Damme.

Tekst gaat verder onder de foto.

Verandering als persoon

Dat Van Damme na een tijdje meer zelfvertrouwen kreeg was duidelijk te merken: 'Ik weet nog dat Ruud Krol, die assistent-trainer was van Koeman, een keer tegen mij zei: "Jelle, jij bent geen Belg meer, maar een halve Amsterdammer". Hij merkte dat ik veranderde als persoon. Ik werd zelfverzekerd, was ook een klootzak op het veld, die het randje opzocht. Ik stond mijn mannetje. Dat moest ook in die groep, met de nodige ego's, haha. Er was altijd veel competitie in de kleedkamer.'

Spijt van transfer naar Southampton

De Belg vertrok in 2004 naar het Engelse Southampton. Van Damme moest Maxwell voor zich dulden, maar de Braziliaanse stylist raakte zwaar geblesseerd na het vertrek van de 31-voudig Belgisch international: 'Ik dacht als Maxwell blijft, ga ik ergens anders naartoe. In mijn carrière was Maxwell de enige concurrent die ik veel beter vond dan mezelf, echt van een ander niveau. Toen Southampton vervolgens kwam, besloot ik te gaan. Kort daarna liep Maxwell een zware blessure op bij Ajax.. Als ik mijn jongere zelf toen een advies had kunnen geven, had ik gezegd: blijf nog even, Jelle', besluit Van Damme, die warme herinneringen koestert aan wedstrijden tegen onder andere AS Roma, Arsenal, AC Milan en Inter.

Achteraf had Van Damme liever niet de keuze gemaakt om te vertrekken bij Ajax: 'Ik heb niet veel spijt in mijn leven, maar achteraf had ik niet al na tweeënhalf jaar moeten vertrekken bij Ajax. In die tijd liet ik me te veel leiden door de geluiden in België dat ik geen vaste waarde bij de nationale ploeg zou blijven als ik niet elke week zou spelen bij Ajax.'