Alfred Schreuder heeft in zijn tijd als speler van NAC Breda niet vanaf het begin af aan een goede relatie gehad met toenmalig trainer Henk ten Cate. Trainer en voormalig pupil ontmoeten elkaar voor een groot interview met Voetbal International en halen oude herinneringen op.

Ten Cate ging aan de slag bij NAC Breda, wetende dat de spelersgroep het zijn voorganger lastig had gemaakt. 'Ik had Gábor Babos meegenomen, een topkeeper', vertelt hij. 'Tijdens een van de eerste trainingen hoorde ik Alfred al klagen. We deden een oefening met de nadruk op de opbouw die begon bij de keeper. “Kan niet, kan niet”, hoor ik ’m roepen. Wacht effetjes, dacht ik. Babos, speel die bal naar die linksback, zei ik. Dat deed-ie keurig over dertig meter. Alfred mokken. Weet je wat: als het je niet bevalt, dan rot je lekker op, riep ik. “Nou, dan ga ik”, zei Alfred. En daar ging-ie.'

De oefenmeester is van mening dat hij eigenlijk geen andere keuze had. Hij moest de toon zetten en wilde niet hetzelfde laten gebeuren als onder de leiding van zijn voorganger. 'Ik moest wel. Ze hadden het mijn voorganger wel heel erg lastig gemaakt. Nou, dan heb je aan mij een verkeerde en dan pak ik de grootste aap op de rots als eerste aan, niet een jeugdspeler. Alfred was de leider van de groep.'

Overigens was de relatie tussen Ten Cate en Schreuder al snel weer hersteld, want na dezelfde trainingssessie waren de blikken alweer dezelfde kant op gericht. Schreuder lacht er nu om, maar haalt met een lach toch nog even zijn gelijk. 'Na afloop van de training gingen we even zitten en schoten we in de lach. Al gaf Babos rare ballen, Henk', aldus de trainer van Ajax.

Schreuder aan de slag

Ook na de bewuste training bleef Schreuder uitgedaagd worden onder Ten Cate. 'Ik was niet de snelste, dus op een dag komt Henk naar me toe. “Jij moet fitter worden”. Ben ik op mijn vrije dag in het bos gaan lopen, met Laurens, de fysieke trainer', geeft Schreuder aan. 'Op mijn vrije woensdag deed ik dat en soms ook na de ochtendtraining. Maar dan ga je merken dat je meer inhoud krijgt, dat je fitter wordt, dat je in het veld meer kan doen. Jij (Ten Cate, red.) dwong dat af en ik snapte dat. Maar ik kan me voorstellen dat het voor een jonge jongen, of als een nieuwkomer, in het begin geen pretje was te moeten werken onder Henk ten Cate.'