Sergio Padt bezweek onder de grote druk die Ajax 1 met zich meebracht. De doelman doorliep de jeugdopleiding in Amsterdam, maar kon de stap naar het eerste elftal niet maken. De inmiddels 35-jarige prof spreekt tegenover Voetbal International over zijn carrière en de tijd die hij doorbracht op De Toekomst.
Padt zette zijn eerste stappen in het betaalde voetbal bij Ajax, zijn droomclub. Juist bij die droomclub kwam de doelman zichzelf tegen. 'Stond Sergio Padt ineens tussen Luis Suárez, Klaas Jan Huntelaar en Stekelenburg. Ik had mezelf niet onder controle. Bij het tweede werkte ik heel goede trainingen af, maar zodra ik bij het eerste kwam, sloeg ik dicht', zo begint de voormalig jeugdspeler van Ajax.
'Alles ging sneller, maar de meest simpele ballen verwerkte ik verkeerd. Het ging in mijn hoofd zitten. Ik bezweek onder de druk die ik mezelf oplegde. Ik heb mezelf niet kunnen laten zien. Het was harder, de namen waren groter en de mentaliteit was anders', zo gaat Padt verder over zijn tijd bij Ajax 1.
De doelman geeft aan dat hij niet klaar was voor die stap naar het eerste elftal. 'Ik was heel terughoudend. Heel gesloten, besef ik nu. Ik durfde amper tegen Suárez en Huntelaar te praten. Ik was gespannen om ze te treffen. Nee, als Huntelaar naar het Rembrandtplein ging voor een drankje, ging ik echt niet mee. Ik was juist timide.'
Tekst gaat verder onder de foto.
Padt maakt transfer
Als uitweg werd Padt in 2010 verhuurd aan Haarlem, de satellietclub van Ajax. De doelman kwam tot één wedstrijd tijdens zijn verhuurperiode, daarna viel de club om. 'Je komt van Ajax, waar alles tiptop geregeld is. Zelfs in het tweede lag alles klaar. Toen ik in Haarlem terechtkwam, zat er een volle kleedkamer met volwassen kerels die al drie maanden hun salaris niet hadden gehad.'
Haarlem ging failliet en dat was goed te merken binnen de club. 'Jongens konden hun auto zelfs niet meer vullen met benzine. Het was een chaos. Ik had daar veel kunnen leren, denk ik. Leren op eigen benen te staan. Ik was een verwend mannetje geworden bij Ajax. Toen we dinsdag in de kantine kwamen, kregen we te horen dat de club failliet was.'
In de zomer volgde een nieuwe kans voor Padt. Hij werd verhuurd aan Go Ahead Eagles, dat toen al vijftien jaar actief was op het tweede niveau. 'Daar leerde ik op eigen benen staan. Samen met mijn huidige vrouw, toenmalige vriendin, gingen we naar Deventer. Voor een Amsterdammer een reuzenstap, hè. Haha! Maar ik kwam als eerste keeper en was gelijk van alle spanning die ik bij Ajax voelde verlost. Ik mocht proeven aan het échte voetbal.'
Tekst gaat verder onder de foto.
Padt werd als negentienjarige jongen toegezongen door het publiek in Deventer en dat is hem altijd bijgebleven. 'Maar ik zag er ook de andere kant. In januari kende ik een mindere fase, dan hoorde je ze vloeken en tieren. Rot op naar die jodenclub van je, dat soort dingen. Je moest presteren. Marc Overmars was toen de technisch directeur en hij wilde me definitief van Ajax overnemen, maar toen kwam AA Gent ineens voorbij.'
Doelman van Oranje
Na zijn avontuur in België tekende Padt een contract bij FC Groningen. Daar speelde de doelman zich ook in het Nederlands elftal van Ronald Koeman. 'Toen kwam dat jongetje van negentien jaar bij Ajax weer terug. Ik was de eerste keer net zo gespannen. Dat is toch gek? Je bent keeper van FC Groningen, hè. Met alle respect, maar dan kijk je de kat wel even uit de boom.'
Padt werd goed opgevangen in Oranje en meerdere spelers maakten indruk op hem. 'Wie de beste speler was? Frenkie de Jong. Honderd procent. Bij Ajax pakte hij de bal toen al van de voet van André Onana, die toen nog keeper was daar, en dan stak hij het hele veld over. Bij Oranje dacht ik: dat zal hij hier niet doen. Maar vanaf dag één zoefde hij overal langs. Iemand met zoveel zelfvertrouwen, die zo vrij in het hoofd is, heb ik nooit gezien op een voetbalveld.'








































Plaats reactie