Jan Mulder bewaart mooie herinneringen aan het gouden Ajax in de jaren zeventig, zo laat hij weten in gesprek met Ajax TV. De oud-aanvaller, die zondag zijn 80e verjaardag viert, moest vaak geblesseerd toekijken hoe zijn teamgenoten een grote prijs in de wacht sleepten. Mulder was er echter wél bij toen Ajax op 16 januari 1974 beslag legde op de Europese Supercup: AC Milan werd over twee wedstrijden verslagen.

Mulder maakte in de zomer van 1972 de overstap van de Belgische grootmacht Anderlecht naar Ajax. De doelpuntenmaker van weleer weet nog goed dat blessures hem parten speelden. 'Ik droomde van Ajax, maar uiteindelijk was het meer een tranendal dan een succesverhaal.'

'Ik weet nog dat ik met mijn zoon een balletje over aan het trappen was en toen raakte ik geblesseerd aan mijn knie. Bij de dokter werd ik niet goed behandeld. Drie maanden later werd ik pas geopereerd. Ik werd moedeloos van al die blessures. Achteraf gezien vind ik het nog knap dat ik er niet aan onderdoor ben gegaan.'

'Cruijff was niet te vervangen' 

Terwijl Mulder veel wedstrijden aan zich voorbij moest laten gaan wegens zijn knieklachten, wist Ajax dat seizoen enkele grote prijzen te winnen. Toen de Amsterdammers - aan de hand van Johan Cruijff - in de Europa Cup I-finale van 1973 afrekenden met Juventus, stond Mulder aan de kant met een blessure. Enkele maanden later vertrok Cruijff naar FC Barcelona. 'Johan was niet te vervangen, dat was het einde van een tijdperk', aldus Mulder.

Tekst gaat verder onder de foto.

In januari 1974 speelde Ajax in de finale van de Europese Supercup een tweeluik tegen AC Milan. Voor de toen fitte Mulder was het de eerste mogelijkheid om een grote prijs te winnen. 'De beker was nieuw en de grootste beker ooit. Ontilbaar. Ik speelde toen weer.'

Hoewel Ajax - ondanks goed spel - de eerste wedstrijd in Milaan met 1-0 verloor, werd die nederlaag een week later goedgemaakt. Met Mulder in de basis werd het een doelpuntenfestijn in het Olympisch Stadion: 6-0. 'Dat was de enige 'cup' die ik met Ajax gewonnen heb. In de geschiedenis van de club is het een voetnoot, maar in mijn leven niet. Ik gaf het sein voor een schitterende overwinning tegen een goed AC Milan.'

Wereldberoemde aanvalsdreiging

Mulder weet dat zijn openingstreffer voor veel kabaal zorgde in het iconische stadion. 'Het geluid van het Olympisch Stadion hoort bij mij, dat vind ik leuk. We hadden toen een aanvalsdreiging die wereldberoemd was. Het was een wedstrijd die paste in de grote Ajax-traditie. Wat waren we goed. Ik koester zo'n avond, dat nemen ze mij niet meer af', zo besluit de altijd kritische televisiepersoonlijkheid.