Edwin Goedhart werkt als bondarts van het Nederlands elftal hard aan de fitheid van de spelers op het WK. Niet iedere international meldde zich - wegens verschillende omstandigheden bij de clubs - even fit voor het eindtoernooi, maar dat probeerde Goedhart zo snel en veilig mogelijk naar elkaar toe te brengen.

'De voorbereidingstijd voor dit toernooi was natuurlijk erg kort', stelt hij in gesprek met De Telegraaf. 'Daarom is heel zorgvuldig een programma samengesteld om iedereen in die beperkte tijd maximaal fit te krijgen. Daarbij hebben spelers die niet helemaal fit aan het toernooi begonnen natuurlijk een aangepast programma gekregen, maar waar mogelijk zijn ze meegegaan in de groep.'

Om alle data compleet te krijgen, zocht de KNVB contact met de clubs van de internationals, maar ook was het de afgelopen jaren zelf al meer dan actief. 'Omdat we van alle spelers zelf ook al jaren data bijhouden, kunnen we heel snel en betrouwbaar controleren of de opbouw voor de spelers gaat zoals we dat hadden verwacht. In die opbouw proberen we snel, maar uiteraard veilig, een optimaal niveau te halen.'

De manier van werken voelt goed bij de bondsarts, maar hij weet tegelijkertijd dat hij geen wonderen kan verrichten. 'Hoewel iedereen weet dat je in de topsport nooit iets kunt uitsluiten, kan er altijd iets tegenzitten waardoor je tegen een blessure aanloopt. Maar we proberen die kans wél te minimaliseren.'

Trainingsopbouw Oranje

Tot slot vertelt Goedhart over de trainingsopbouw van Nederland sinds de aankomst in Qatar. 'Om snel te acclimatiseren is de eerste twee weken bewust in de hitte getraind. Omdat de luchtvochtigheid in Qatar laag is, kunnen spelers makkelijk zweten en passen ze zich snel aan de omstandigheden aan. Uiteindelijk is het de bondscoach die er het laatste woord over heeft. Hij krijgt alle informatie en adviezen en maakt de finale beslissing.'