Donny van de Beek is nog niet bezig met een terugkeer bij Ajax, zo vertelt hij in gesprek met Ajax Life. Voorlopig volgt de middenvelder zijn oude liefde van een afstandje, terwijl hij als speler van Girona zelf zo snel mogelijk probeert te herstellen van een achillespeesblessure.

'Het moet geen geforceerd einde van mijn loopbaan worden', gaat Van de Beek in op een eventuele terugkeer bij de club uit Amsterdam. Het betekent overigens niet dat hij het direct uitsluit. 'Ajax zit in mijn hart. Ik ben met de club opgegroeid, maar als er iets is wat ik inmiddels geleerd heb, is het dat je in voetbal niet kunt plannen.'

'Nee, contact is er niet geweest. Ook afgelopen zomer niet', geeft de man die het in het seizoen 2018/2019 met Ajax tot de halve finale van de Champions League schopte. 'Ik kijk niet vooruit en wil eerst herstellen van deze blessure. Er alles aan doen om de mensen weer de échte Donny van de Beek te laten zien.'

Fitheid Van de Beek

Van de Beek zal nog even moeten wachten alvorens hij zijn eerste stappen op het trainingsveld weer gaat zetten. Hij moet revalideren en is vastbesloten om terug te komen op het niveau van het befaamde Champions League-seizoen met Ajax. 'Daar ga ik wel voor, maar je kunt seizoenen niet vergelijken. Ik voetbalde lang met hindernissen en moest leren omgaan met tegenslag, maar heb nog steeds het plezier dat ik altijd had.'

'Juist nu!', gaat de aanvallend ingestelde middenvelder verder. 'Als ik vrij kan bewegen, zonder beperking en stijfheid, geeft dat positieve energie. Als ik het team zie spelen, baal ik dat ik niet kan meedoen. Dat is een goed teken. Mijn doelstelling is mijn beste niveau te laten zien.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Tot slot richt Van de Beek zijn blik kort op de situatie van het huidige Ajax. 'Ajax zit in een lastige periode. Dat mag duidelijk zijn', stelt hij vast. Zorgen maken doet hij zich echter niet. 'Dat was wel vaker zo, maar daar kwam de club steeds uit. Ik heb de oplossing niet, maar in algemene zin blijft de grootste kracht van Ajax voor mij de eigen jeugd. Daar moet de club het toch van hebben.'