Diant Ramaj wil zich als keeper graag perfectioneren en dus beseft hij dat zijn foute passes in de opbouw eruit moeten. Laatst kreeg hij na een foute pass nog een donderpreek van Jordan Henderson en dus is er voor de talentvolle Duitse doelman werk aan de winkel.

In een interview met Voetbal International vertelt Ramaj uitgebreid over zijn ontwikkeling als doelman. De goalie, die als aanvaller in de academie van VfB Stuttgart probeerde te komen, werd pas in het O11-elftal doelman. Een eigen keuze was dat niet eens, zo zegt hij. 'Volgens mij zagen de trainers en staf van Stuttgart potentie in mij als keeper. Ik had daar nog nooit gespeeld, ik was ook niet heel lang ofzo. Maar het belangrijkste waar ze enthousiast over waren, was dat ik op elke bal afging, dat ik nooit bang was, dat ik nooit schrok als de bal hard op me afkwam. Ik was daar heel vrij in, ik sprong als kind al op elke bal af. Dat is volgens mij de reden dat ze me onder de lat hebben gezet. Sindsdien ben ik altijd keeper geweest.’

Ramaj mag dan nu al jaren keeper zijn, maar in zijn hoofd voelt hij zich nog steeds wel een veldspeler. 'Als je mijn speelstijl ziet: ik ben niet verlegen met de bal aan mijn voet, haha. Ik denk dat dat ook bij Ajax past. Ik wil gewoon altijd een optie bieden en het team helpen. Dat de verdedigers altijd in hun hoofd hebben: Als ik niet vooruit kan, kan ik altijd terugspelen naar mijn keeper. Je moet er zijn voor je team. Met reddingen, maar ook in het meevoetballen. Dat is mijn stijl.’

Ramaj neemt risico in opbouw van Ajax

Als doelman van Ajax neemt Ramaj risico in de opbouw. Soms gaat dat ook fout, zoals in de slotfase van het duel met NEC. In die wedstrijd kreeg Ramaj nog een donderpreek van Henderson. 'Ik moet het gewoon goed doen, de volgende keer. Maar ja, ook dat analyseer ik natuurlijk met onze keeperstrainer. Natuurlijk zie je achteraf dan soms andere opties die beter waren geweest. Dat hoort erbij, bij mijn speelstijl', zegt de goalie.

'Veel keepers zijn niet sterk genoeg in hun hoofd om dat te durven, maar ik doe het al mijn hele leven, ik weet niet beter', klinkt het eerlijk vanuit Ramaj, die weet dat er dus wel een verbeterpunt is. 'Soms gaat het mis, maar als het wél goed gaat, is het geweldig! En anders moet ik het zelf oplossen, zoals dat moment tegen NEC, toen ik die vrije trap uiteindelijk stopte. Maar ik ben het met Jordan eens, hoor: ik moet me verbeteren, die foute passes moeten eruit, daar werk ik aan, ik wil het zoveel mogelijk perfectioneren.’

Opvallend genoeg kreeg Ramaj in Duitsland juist vaak te horen dat hij geen risico mocht nemen. Alles moest 'op safe', zo vertelt hij. 'Hier bij Ajax willen ze dat juist wél, en in de rest van Nederland ook. Ieder team hier bouwt op, zelfs als ze daar misschien niet eens de spelers voor hebben, dat maakt ze niet uit. Voor mij is dát voetbal. Soms moet je gevaarlijke passes geven om iets te doorbreken. (...) Ik probeer te zoeken naar de nummer 6 om de opbouw te versnellen. Dat is ook waarom ik naar Ajax ben gekomen. Hier is dat perfect, hier wíllen ze dat. Hier zullen ze nooit zeggen: Waarom speel je de nummer 6 in? Ze zeggen hier: Als het kán, altijd kort spelen.’