Rafael van der Vaart was als kind niet direct verliefd op Ajax, zo vertelt hij bij Tussen de Palen op Ziggo Sport. De oud-speler van de club - die recent weer aan de slag had gekund in Amsterdam - had tijdens zijn jeugd Romário als idool en laat dat toentertijd net een speler van PSV zijn geweest.

'Romário was mijn echte idool, een PSV’er', geeft Van der Vaart toe. 'Al mijn vriendjes waren voor Ajax en ik was voor PSV omdat Romário daar speelde. Ik vond hem bijzonder. Hij was altijd een beetje moe, er was altijd een beetje gedoe en toch stond hij er op de momenten waarop hij er moest staan. Toen ik tien was, ging ik naar Ajax en toen moest ik de liefde voor PSV opgeven.'

Bij Ajax maakte Van der Vaart furore, met als hoogtepunt zijn doelpunt met zijn hak tegen Feyenoord. 'Dit is de enige goal in mijn carrière waarbij ik besefte: deze gaat de wereld over en ik maak hem nooit meer. Ik was in de beweging en uit reactie doe je iets wat er in je opkomt. Het gebeurde gewoon. Ik zag later pas dat Wesley Sonck hem eigenlijk zo kon binnenlopen. Eigenlijk had ik er vanaf moeten blijven.'

Dat de begaafde linkspoot juist tijdens De Klassieker van groot belang was voor Ajax, voelde voor hem bijzonder. 'Het was ook tegen Feyenoord. Voor een jongen van Ajax is het aan absoluut hoogtepunt om daar beslissend te zijn. Niemand weet het nog, maar ik maakte ook de 2-0 in deze wedstrijd en het werd ook 2-0.'

Golden Boy

Als toptalent van Ajax viel Van der Vaart niet alleen nationaal, maar ook internationaal op. In 2003 werd hij verkozen tot Golden Boy, een onderscheiding voor het grootste talent van dat moment. Het was de eerste editie van de prijs en hij wist in die tijd dan ook niet wat hij ermee moest. 'Ik kreeg een prijs en dan moest je weer iets doen. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik heb het een kutprijs genoemd. Het was van Tuttosport, dus ik dacht: lekker boeiend. Nu wordt die prijs steeds groter.'