De kleinere profclubs in landen als Nederland zijn niet gebaat bij het huidige transfersysteem. Bovendien loont zelf opleiden nauwelijks, zo concluderen sporteconomen Sam Hoey en Thomas Peeters van de Erasmus Universiteit in Rotterdam maandag in Trouw. Het duo onderzocht 172 Europese clubs tussen 2014 en 2018.

Slechts een aantal clubs in Nederland boekt winst op transfers. Ajax is koploper met een netto-opbrengst van twintig miljoen euro. 'Dat bedrag ligt misschien minder hoog dan mensen op basis van mediaberichten over transfers verwachten, maar mislukte transfers halen de krant vaak niet', zegt Peeters. De meeste clubs behaalden ook een positief saldo, al waren die nettoverdiensten vaak veel lager dan bij Ajax. Een overzicht is te zien op de site van dagblad Trouw.

Het verschil met de kleine clubs is groot, zo valt op te maken uit de statistieken. 'Het idee dat de kleinere clubs veel tijd en energie stoppen in het opleiden van spelers en daar een flinke vergoeding voor krijgen, klopt niet', aldus Peeters, die ook concludeert dat het niet loont om te investeren in de jeugdopleiding. Ajax en - in mindere mate - Feyenoord en PSV 'overspoelen de markt'. 'Het succesmodel van de grote clubs zorgt ervoor dat het voor kleine clubs niet aantrekkelijk is om in de jeugd te investeren. Het meeste verdienen clubs nog, als een speler later wordt doorverkocht', doelt hij onder meer op de transfer van Frenkie de Jong. Hierdoor kregen Willem II (8,6 miljoen euro) en RKC Waalwijk (5,2 miljoen euro) flink wat geld bijgeschreven.

Peeters zou om die reden een maximum op het aantal jeugdcontracten willen. 'Je ziet dat de grote clubs jeugdspelers al op vijftien- of zestienjarige leeftijd vastleggen om later mee te kunnen handelen. Het is zinvol om na te denken hoeveel van die contracten een club mag hebben. Als er dat geen honderd, maar vijfentwintig mogen zijn, is de kans groter dat talenten bij andere clubs terecht komen. Nu loont het voor grote clubs om de jeugdopleiding van kleinere clubs leeg te halen in plaats van ze te helpen de eigen jeugd op te leiden.'