Jaap Stam heeft als speler nooit de intentie gehad om later trainer te worden, zo geeft hij toe aan FIFA.com. De huidige assistent-trainer van Jong Ajax heeft momenteel veel plezier aan het trainen van spelers, maar daarvoor was wel een omslag nodig.

'Een heleboel spelers zeggen na hun carrière dat ze niet gaan coachen, ik was één van hen', stelt Stam. 'Maar als mensen je dan gaan vragen of je ze wil helpen op het veld dan geeft het je al snel een goed gevoel. Je krijgt een tevreden gevoel als je spelers goed bezig ziet zijn en tot nu toe vind ik het heel leuk om te doen. Het is geweldig om met jonge spelers te werken, om mijn eigen kennis over te brengen en hopelijk leren ze daar dan van. Het enige jammere is dat we niet iedere wedstrijd winnen, maar dat is het leven van een coach.'

Want het leven als Jong Ajax-coach is anders. Iedere week is het weer de vraag welke spelers er wel en niet bij zijn. 'Onze prioriteit ligt bij de individuele ontwikkeling, maar we willen ook wedstrijden winnen en zo hoog mogelijk eindigen in de competitie. Maar het zijn jonge spelers, voor wie het moeilijk is om een bepaald niveau een heel seizoen vast te houden. Het is normaal dat er soms een terugslag is, maar zolang ze in zichzelf blijven geloven, de coaches geven de spelers vertrouwen op het veld en ze mogen zichzelf zijn, dan komt de kwaliteit vanzelf terug.'

Stam is niet de eerste die aan het trainersvak ruikt. Frank de Boer is hoofdcoach van Ajax, Philip Cocu is eindverantwoordelijke bij PSV en Dennis Bergkamp zit naast De Boer op de bank bij het eerste. Een generatie uit de jaren '90 die het coachen leuk vindt. 'Het is mooi dat er zoveel spelers uit die generatie nu trainer zijn. Ze kunnen jonge spelers veel leren en hoewel je het nooit van tevoren kunt zeggen, kan de toekomst rooskleurig zijn voor het Nederlandse voetbal.'