Jeroen Slop, voormalig financieel directeur van Ajax, is van mening dat de club niet van de beurs af zou moeten gaan. Hij ziet een groot voordeel in het kapitaal dat het de club oplevert en daar zou hij aan vasthouden.

'Je moet kijken naar wat de beurs heeft gebracht. Je beschikt nu al 25 jaar over 50 miljoen vermogen. Dat is een voorrangspositie', vertelt Slop in de podcast van Ajax Life. 'Als je dat van de bank zou lenen, was je miljoenen aan rente kwijt geweest. Het beschikken over zo veel geld over een langere tijd is een geweldig pluspunt voor Ajax.'

'Ik sta er nog helemaal achter', vervolgt de bestuurder, vandaag de dag werkzaam bij de KNVB. 'Ik zou het kapitaal eerder uitbreiden, als het moment er is. De toegang tot de kapitaalmarkt was een van de redenen dat je de beursgang deed. Wil je in de toekomst het stadion kopen, dan kun je kapitaal ophalen. De bank gaat je dat echt niet lenen, maar je kunt het bij je eigenaren uitzetten om te kijken of het mogelijk is.'

Geregeld is er vanuit de buitenwacht kritiek te horen op de beursnotering van Ajax. Slop ziet het als een opportunistisch gegeven. 'Bij het behalen van de finale van de Europa League hoor je niemand over een beursnotering. Maar als het slechter gaat, dan moet je een zwart schaap hebben. Dan is de beursnotering een gewillig slachtoffer. Dat is dan het sentiment en dat vind ik niet terecht.'

'Ik weet niet of Ajax 53 miljoen op de plank heeft liggen'

Mocht Ajax ooit beslissen om toch van de beurs te verdwijnen, dan kost dat de club een hoop geld. Er moet in dat geval premies worden uitgedeeld aan de aandeelhouders. 'Er zijn 5,3 miljoen aandelen. Als ze allemaal een tientje zijn, ben je 53 miljoen verder', maakt Slop een rekensom. 'Ik weet niet of Ajax dat op de plank heeft liggen. Dat moet uit je eigen vermogen.'