Het had niet veel gescheeld of Jari Litmanen was na zijn komst naar Ajax zijn hele carrière in Amsterdam gebleven. Uiteindelijk trok hij nog naar FC Barcelona en Liverpool en dat had alles te maken met het succesteam van Ajax dat gedurende die jaren uit elkaar begon te vallen.

'Op een gegeven moment moest ik een keuze gaan maken', begint hij bij Tussen de Palen op Ziggo Sport. 'Ik heb zeven jaar bij Ajax gespeeld en ik moest gaan kijken wat ik wilde. Als ik nog bij Ajax was gebleven, dan was ik de rest van mijn carrière gebleven. Als ik nog iets anders wilde gaan doen, dan moest het toen. De jongens (van de Champions League-winst in 1995 en de finale in 1996, red.) waren ook allemaal weg. Het Ajax-gevoel was voor mij met die jongens.'

'Van die finales waren alleen Van der Sar en Blind er nog bij in de zomer van 1999, maar Blind stopte en Van der Sar ging naar Juventus', vervolgt de oud-Ajacied. 'Frank en Ronald waren eerder weggegaan, Bogarde, Reiziger en Kluivert ook. Ik kwam er veel bij FC Barcelona weer tegen. Van Gaal en Frans Hoek ook. Voor mijn gevoel was het een goed moment om weg te gaan.'

De transfer van Ajax naar FC Barcelona had uiteindelijk plaats in de zomer van 1999, maar de Fin zou in Spanje nooit echt uit de verf komen. Hij haalt de concurrentiestrijd met Luis Enrique en Gabri aan, maar het ging verder. 'Ik was ongeveer één maand fit en toen raakte ik geblesseerd. Op een gegeven moment voelde ik me dan weer goed en kwam er een andere blessure. Later werd het duidelijk dat mijn spierblessures aan de rechterkant allemaal van mijn rechterenkel kwamen.'

Litmanen bloeit op bij Finland

'In het tweede jaar begon de voorbereiding heel goed, ik voelde me goed, maar plotseling was ik helemaal buiten beeld', vertelt Litmanen vervolgens. 'Het gekke was dat toen ik niet speelde, ik mijn beste periode als international van Finland heb gehad. De jongens van het Finse elftal wisten niet wat ze zagen. Ik trainde goed en gefocust bij FC Barcelona en op zondag kon ik mijn rust nemen.'