Hedwiges Maduro herinnert zich de Olympische Spelen van 2008 nog goed. Nederland deed dat jaar mee aan het voetbaltoernooi op de Spelen in Peking, wat tot dusver de laatste keer was dat Oranje actief was op een Olympisch voetbaltoernooi. In gesprek met Voetbal International, ter gelegenheid van de start van de Olympische Spelen in Tokio, blikt Maduro terug op dat avontuur.

Gezien Jong Oranje in 2007, met onder meer Maduro als basisklant, Europees kampioen onder 21 werd, mocht de equipe van Foppe de Haan meedoen aan de Olympische Spelen een jaar later. Maduro mocht mee naar Peking, waar Nederland in een groep met Nigeria, Japan en de Verenigde Staten ingedeeld werd.

Echt optimaal waren de omstandigheden echter niet voor de Nederlanders. 'Het was extreem', zegt Maduro over de hitte toentertijd in het oosten van China. De gevoelstemperatuur tikte bij vlagen de vijftig graden aan. 'We hadden een hele reeks tests gedaan en zijn vroeg vertrokken om te acclimatiseren. We hadden bij de trainingen ook speciale koelvesten, maar alsnog was het bloedheet. Alsof je in een sauna moest voetballen.'

Maduro: 'Kon geen 'nee' zeggen tegen Spelen'

Maduro speelde op het moment van het toernooi pas een half jaar bij Valencia, de club waar hij Ajax voor verruilde. Ondanks zijn ervaring kon de huidig trainer van Jong Almere City niet voorkomen dat de groepsfase moeizaam verliep. Nederland ging wel door naar de kwartfinales, maar van een leien dakje ging dat niet. 'Nigeria en andere landen waren gewoon fitter dan wij', legt Maduro uit. Kijkende naar zijn eigen situatie, vertelt de oud-prof dat hij tussen 2004 en 2008 iedere zomer een eindtoernooi had en zodoende amper vakantie kon vieren. 'Vooraf was er ook wel de discussie bij Valencia: “Moet je wel gaan?” Ik voelde me niet erg sterk, maar het was natuurlijk historisch: de Olympische Spelen, een grotere eer is er bijna niet! Daar kon ik geen 'nee' tegen zeggen.'

Nederland moeizaam door naar kwartfinale

Nederland ging uiteindelijk met vijf punten door naar de kwartfinale, maar die ronde bleek gelijk het eindstation. Latere winaar Argentinië, met onder meer Lionel Messi, Angel di Maria en Javier Mascherano in de gelederen, was met 2-1 te sterk voor Maduro en zijn teamgenoten. 'Wij hadden geen selectie vol wereldsterren, dat wisten we zelf ook wel en dat was in 2007 niet anders', verklaart de oud-Ajacied. 'Toen waren we vooral een heel hecht vriendenteam. Als je topfit bent en je werkt voor elkaar, dan kun je ver komen in een toernooi.'

Het verwachtingspatroon hielp ook niet mee, mede door de twee eindzeges van Jong Oranje op de EK's van 2006 en 2007. 'Bij de Spelen was de vibe anders. We hadden een aantal nieuwelingen bij de groep, terwijl andere jongens, zoals ik, een intensief eerste jaar bij een nieuwe club achter de rug hadden. Een topprestatie leveren begint met fit zijn en je goed voelen. Het verwachtingspatroon was ook anders: Foppe had twee jaar op rij een jeugd-EK gewonnen, en dus ging iedereen ervan uit dat we op de Spelen ook wel even die gouden plak gingen ophalen. Dat is eigenlijk niet normaal, want zo makkelijk was het niet.'