FC Barcelona-trainer Ronald Koeman is het niet eens met de rode kaarten die hijzelf en oud-Ajacied Frenkie de Jong ontvingen in het uitduel met Cádiz CF. De Catalaanse club verspeelde wederom punten (0-0), waardoor de druk op Koeman nog verder zal toenemen.

Na afloop van de wedstrijd haalde Koeman uit naar de arbitrage. Niet alleen De Jong, maar ook de trainer kreeg in de slotfase een rode kaart. 'De tweede gele kaart van Frenkie maakte het moeilijk voor ons. In dit land word je blijkbaar weggestuurd voor niets....', aldus Koeman, die daarbij vooral op zijn eigen rode kaart doelde.

'Iedereen zag dat er twee ballen in het spel waren, behalve de scheids. Dat zegt genoeg', verklaart Koeman, geciteerd door Voetbal International. 'Ik zei alleen maar tegen de vierde man dat er twee ballen in het veld waren, maar zoals ik zei: hier word je om niks weggestuurd.'

Koeman zag dat Barça het betere van het spel had en over de instelling van zijn spelers wil de oefenmeester niet klagen. 'We hebben er alles aan gedaan, maar als je niet scoort, dan kun je niet winnen', zegt Koeman. 'We hadden een zege nodig, dat verdiende het team ook, maar helaas is dat vandaag niet gelukt. Hopelijk zondag', doelt Koeman op het aanstaande thuisduel met Levante.

Spaanse media over rode kaart De Jong

De Spaanse media hebben ook zo hun mening over de rode kaart die De Jong ontving in het duel met Cádiz. Zo vindt men bij Sport dat De Jong onterecht van het veld werd gestuurd. 'Hij raakte bij zijn tweede gele kaart duidelijk de bal. De eerste gele kaart was ook wel erg zwaar bestraft.'

Bij El Mundo Deportivo vindt men de rode kaart voor De Jong misschien zwaar bestraft, al geeft men aan dat de oud-Ajacied ook in de spiegel moet kijken. 'Over beide gele kaarten kun je twisten, maar als je weet dat je al bent bestraft, moet je heel voorzichtig zijn. Hij blonk trouwens niet uit.'

Meerdere Spaanse kranten belden met voormalig scheidsrechters. De oud-arbiters waren het eens met elkaar: de rode kaart voor De Jong mag overdreven genoemd worden. 'Het was disproportioneel', zei Alfonso Pérez Burrull bijvoorbeeld tegenover Marca.