Jansen: 'Talenten moeten maar goed genoeg zijn'

door Jesse ter Haar 4

Jansen: 'Talenten moeten maar goed genoeg zijn'

door Jesse ter Haar 4

Laatst geüpdatet

Freek Jansen en Dick Sintenie zijn van mening dat het jeugdvoetbal bij Ajax nog altijd van groot belang is, maar dat dat wel in een goede verhouding moet gaan met ervaren voetballers in Ajax 1. Jansen, Ajax-watcher van het Algemeen Dagblad, hecht vooral waarde aan het huidige niveau van het eerste elftal.

'Je pakt nooit een prijs omdat je de jongste bent, daar is jeugdvoetbal voor', meent Jansen tijdens de Pantelic Podcast. 'Blind en Tadić halen was goud. Ziyech en Tagliafico langer vastleggen was goud. Twintigers halen met Martínez en Álvarez, prima. Dat moet je doen, want je wil presteren met 1. Talenten moeten maar goed genoeg zijn. Noa Lang krijgt ook steeds meer speeltijd en gaat er echt nog wel komen, Gravenberch ook. De jongens moeten zelf een hoog niveau aantikken.'

Sintenie ziet op zijn beurt dat de situatie bij Ajax op het gebied van jeugdspelers is veranderd. 'In het verleden had Ajax drie of vier kernspelers, echte sterkhouders. Daaromheen stonden vaak zeven of acht jongens uit de eigen gelederen. Dat moet je nu omdraaien, alleen je moet er wel voor zorgen dat die verhoudingen blijven. Dus dat je zeker twee of drie spelers uit je eigen gelederen in het eerste elftal krijgt.'

Vervolgens neemt Sintenie er Gravenberch bij als voorbeeld. De verslaggever is van mening dat er iets misgaat bij Ajax wanneer hij niet snel in beeld komt bij Ajax 1. 'Als Ten Hag vindt dat hij er nog niet klaar voor is, dan vind ik dat er iets niet goed gaat. Dan moet je daar allemaal achter je oren krabben. Er hoort bij Ajax op een gegeven moment een jonge speler in te komen.'

Denk jij dat Ajax met 0-4 wint op bezoek bij RKC Waalwijk? Zet in en krijg 7,50 keer je inzet terug!

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.