Tjon-En-Fa: 'Kinderen zien elkaar nu meer als concurrenten'

door Bart Veenstra 12

Bron Ajax Showtime

Tjon-En-Fa: 'Kinderen zien elkaar nu meer als concurrenten'

door Bart Veenstra 12

Bron Ajax Showtime

Laatst geüpdatet

Jerryl Tjon-En-Fa ziet dat er in de afgelopen 25 jaar veel is veranderd voor de jeugdspelers van Ajax. De buitenspeler, die zijn carrière moest beëindigen na een ongeluk met zijn scooter, ziet onder meer verschillen in de manier van begeleiden, de manier van spelen en de mate van plezier onder jongeren in het voetbal.

De A1 van Ajax in het seizoen 1997/1998 was een uiterst succesvol team. De ploeg was al vroeg in het seizoen kampioen en bovendien werden ook internationale topclubs tijdens buitenlandse toernooien verslagen. Toch wisten veel spelers niet te slagen in het profvoetbal, laat staan bij Ajax. Voor de jeugdspelers van toen was het ook niet bepaald makkelijk om er even tussen te komen. Tussen de spelers die net met Ajax de Champions League hadden gewonnen en wereldkampioen waren geworden. ‘Als ik kijk naar het talent van vroeger en het talent van nu, zie ik dat jonge spelers nu makkelijker doorstromen’, zegt Tjon-En-Fa.

Richting het einde van de jaren negentig vertrokken veel spelers die bij Ajax groot waren geworden. Het Bosman-arrest was nog maar net ingegaan of ook Ajax ging los op de transfermarkt. Vele buitenlandse spelers werden gehaald en nu – ruim twintig jaar later – kan gesteld worden dat die spelers van buitenaf niet altijd evenveel toevoegden voor Ajax. ‘Alle goede spelers waren weg, ook de goede jonge talenten. Dat is een hele rare periode geweest’, zegt Tjon-En-Fa.

'In mijn tijd was je heel erg op jezelf aangewezen'

Belangrijker nog voor die jonge talenten was dat zij amper begeleiding hadden. Pascal Heije vertelde er in gesprek met deze site al over en ook Tjon-En-Fa merkt op dat er toen nauwelijks begeleiding was voor de talenten van Ajax. ‘Stel je voor dat wij toen goede begeleiding hadden gehad, dan hadden we bij wijze van spreken nu nog miljoenen verdiend in India of Japan’, zegt hij ietwat gekscherend. Het punt is echter duidelijk. ‘Ik had toen geen zaakwaarnemer. Dat hebben die jonge talenten van nu wel. In mijn tijd was je heel erg op jezelf aangewezen. Er werd ook niet gezegd dat je een zaakwaarnemer moest nemen.’

Tjon-En-Fa is ervan overtuigd dat als er in zijn tijd als jeugdspeler meer begeleiding was geweest, hij en zijn teamgenoten allemaal minimaal bij een club uit de Eredivisie hadden gespeeld. ‘In de jeugd kreeg ik ook aanbiedingen om bij andere clubs te spelen (onder meer Arsenal en Bayern München, red.), maar je wilde het eerste elftal van Ajax halen. Je had Finidi George en Overmars voor je, maar daar ben je als talent niet bang voor.’

Toch moet je ook verder dan dat kunnen kijken, zo vindt Tjon-En-Fa. ‘Sommige spelers ontwikkelen zich bij FC Twente of sc Heerenveen en gaan daarna alsnog naar het buitenland. Spelers zijn daar nu op hun vijftiende of zestiende al mee bezig. De spelers van nu hebben goede begeleiding en gaan alle kanten op’, zegt de oud-buitenspeler, die ziet dat er ook vanuit Ajax nu meer begeleiding is. ‘Er wordt nu veel beter begeleid. Er zitten veel oud-spelers van Ajax in de leiding en er zijn veel jonge trainers met een Ajax-verleden. Zij leggen uit dat Ajax niet alles is. Tegen ons werd gezegd: je moet zo hoog mogelijk eindigen. Alleen: het kon ook niet lukken. En daar hoorde je niets over. Vroeger werd er niet gezegd dat er maar één of twee talenten van de dertig het eerste elftal halen.’

Verschillen binnen de lijnen

Ook binnen het veld zijn er verschillen te constateren. Tjon-En-Fa was een typisch ouderwetse linksbuiten, maar dat type zien we nu nauwelijks meer. ‘De buitenspelers van nu komen allemaal naar binnen. Het ouderwetse van buitenom en een voorzet zie je nu niet meer’, ziet hij in. ‘Ajax was op zijn best met echte buitenspelers. Van de tien voorzetten gingen er altijd twee in. Dat heb je nu niet meer.’

Als het kan, gaat Tjon-En-Fa nog geregeld bij de jeugd van Ajax kijken. ‘In de jeugd trainen ze er niet meer op. Vroeger werd er wel écht op getraind en op gehamerd’, zegt de Amsterdammer. Hij weet nog goed dat hij niet over de middenlijn mocht komen van zijn trainer. ‘Wat er op onze helft gebeurde, moest de verdediging oplossen. Op links was mijn “hok”. Daar moest ik mijn acties maken. Ik had ook elke dag een oefening: een actie maken en een voorzet geven. Je wordt er nu niet meer op gedrilld om de buitenkant te houden.’

Tjon-En-Fa: 'Kinderen zien elkaar nu meer als concurrenten'

De A1 van Ajax op weg naar een toernooi in Mexico.

Wel geeft Tjon-En-Fa toe dat tijden veranderen. De tijden van de traditionele buitenspelers zijn voorbij. ‘En dat is jammer, want het is wel het mooiste voetbal. Spelers als Finidi en Overmars zie je nu niet meer. Of het te makkelijk te verdedigen is? Dat denk ik niet. Als ik nu naar het spel kijk, denk ik niet dat het per se beter is geworden. Soms heb ik het idee dat de spelers het nu veel te moeilijk voor elkaar maken. Ik denk niet dat het per se beter is geworden. Als ik nu naar de talenten kijk en dat vergelijk met hoe ik was op die leeftijd, schrik ik daar wel een beetje van hoor.’

Buitenlandse topclubs ‘winnen’ het van Nederlandse top

Tjon-En-Fa kon als zestienjarige jeugdspeler naar clubs als Arsenal en Bayern München. Tegenwoordig hoeven dergelijke clubs maar te bellen of een jeugdspeler is al bijna vertrokken. In de tijd van Tjon-En-Fa deed je dat niet. Je vertrok niet naar een club waar je tijdens internationale toernooien met 6-0 of 7-0 van won. Bovendien: Ajax was in die tijd écht Europese top.

De tijden zijn nu behoorlijk veranderd. De kinderen van nu lopen niet meer in een trainingspak van Ajax, Feyenoord of PSV, maar in de trainingspakken van Paris Saint-Germain, Arsenal, Bayern München, Real Madrid, Manchester City, FC Barcelona, AC Milan of Atlético Madrid. ‘Vroeger was het alleen Ajax. Als je nu in een sportwinkel staat, zie je allerlei shirts en trainingspakken. In mijn tijd was het Ajax, Telstar of Haarlem. Toen was het nog niet zoveel Real Madrid of Barça. Nu kun je echt iets van elke club vinden. Als klein kind word je ermee doodgegooid en die pakken zijn ook gewoon mooi.’

Ook niet onbelangrijk: de internationale topclubs zijn vrijwel non-stop op tv te zien. Vrijwel heel Nederland beschikt over Ziggo Sport – de zender zit vrijwel bij iedereen in het standaardpakket – waar de Premier League en La Liga te bewonderen zijn. Wil je Ajax kijken, moet je een abonnement nemen op ESPN. ‘Die kinderen zien die buitenlandse clubs nu ook. Vroeger was dat niet zo. Die kleine van mij (14 jaar oud) kijkt nu naar al die wedstrijden op Ziggo. Daar groeien de kinderen nu mee op. Vroeger had je geen andere keuze.’

De keuze tussen een Engelse of Spaanse topwedstrijd of een wedstrijd in de Eredivisie is tegenwoordig snel gemaakt. ‘Mijn zoontje kan ook niet begrijpen dat Ajax vroeger anders was. Dat wij bepaalde dingen niet hadden. Kinderen zijn nu gewend dat ze alles kunnen vinden. Maar over ons kon je niets vinden. Daarom ben ik blij dat er een boek is (Golden Boys, geschreven door Maarten Bax, red.). Voor ons zijn dat leuke dingen. Over mij is ook eens een documentaire gemaakt. Op de Brommer heette dat. Maar die kan ik nergens meer terugvinden.’

Tjon-En-Fa: 'Kinderen zien elkaar nu meer als concurrenten'

Jerryl Tjon-En-Fa met zijn elftal op weg naar een toernooi in Italië.

Is er nog wel plezier?

Het belangrijkste van alles is: kinderen moeten plezier hebben in het voetbal. Tjon-En-Fa vraagt zich hardop af of de talenten van nu nog wel écht plezier beleven in het voetbal. Hij denkt dat dat niet altijd het geval is. ‘Kinderen zien elkaar veel meer als concurrenten nu. De selecties bestaan vaak uit dertig spelertjes. Vijftien van hen spelen een wedstrijd, de andere vijftien moeten gaan trainen. Dat kun je toch niet maken?’

In de tijd van Tjon-En-Fa ging de hele selectie mee naar de wedstrijd, thuis en uit. ‘De jongens hoorden wel: je gaat niet altijd spelen, maar je hoort er wel bij. Je voelt je dan meer onderdeel van de groep. Iedereen werd er bij betrokken’, aldus de oud-Ajacied, die ook bovendien aangeeft dat de spelers van toen geen contract kregen op vroege leeftijd. Het zorgde ervoor dat er meer een eenheid was. ‘Een speler als Lamey zat vaak op de bank, maar hij had niet het idee dat hij er niet bij hoorde. Als je niet voetbalde, werd je niet als minder behandeld. Wij trokken altijd met elkaar op. We hadden ook echt een vast elftal al die jaren. Yossi Benayoun kwam er in de B nog wel bij. Een goede voetballer hoor, maar het team stond toen al. Hij is er via een omweg toch nog gekomen, haha. Verder kwam Aaron Mokoena er nog een jaartje bij en ook Abubakari Yakubu kwam er nog bij. Verder hadden we bijna geen nieuwe jongens. Altijd een vast elftal. Dan wordt het vanzelf een echt team.’

Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)

Verwacht jij dat Ajax en Lille OSC met 1-1 gelijkspelen in Amsterdam? Zet dan in en krijg 5,90 keer je inzet terug!

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.