Topscout Haesaert: 'Ben trots op mijn jongens'

door SJvanveen 43

Topscout Haesaert: 'Ben trots op mijn jongens'

door SJvanveen 43

Laatst geüpdatet

In januari 2016 sprak Ajax Showtime in België met scout Urbain Haesaert. Vandaag werd bekend dat hij bij Ajax terugkeert. Hieronder volgt het interview van toen.

Urbain Haesaert haalde als hoofdscout België van Ajax spelers als Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen, Toby Alderweireld, Stanley Aborah en Tom De Mul naar Amsterdam. Sinds zijn vertrek in 2010 braken er echter geen Belgen meer door bij Ajax. De scout is momenteel als hoofd jeugdscouting werkzaam bij Anderlecht, dat net als Ajax één van de beste jeugdopleidingen in de wereld bezit. Daarnaast ligt de scouting en het aankoopbeleid van Ajax onder een vergrootglas. Reden te meer voor Ajax Showtime om eens een gesprek aan te gaan met Haesaert.

2000 was het, toen het destijds zogeheten Germinal Beerschot (GBA) een samenwerking aanging met Ajax. De Amsterdamse club kreeg per jaar maximaal vijf talenten uit de Belgische jeugdstal in ruil voor een flinke som geld. Dit betekende het begin van de samenwerking tussen Haesaert (destijds directeur opleidingen bij GBA) en Ajax. In 2004 trad hij vervolgens bij Ajax in dienst als hoofdscout België. Hij bracht de bovengenoemde spelers naar Ajax, die tegenwoordig furore maken in zowel de competities van Engeland en Spanje als de nationale selectie van België.

Van Dembelé tot Hazard
Er hadden echter veel meer talenten uit België naar Ajax kunnen komen, zegt Haesaert. 'Ik had ook Moussa Dembelé naar Ajax willen brengen, maar er werd beslist hem nog een jaar in Beerschot te laten, om de reden dat Ryan Babel destijds op die positie speelde bij Ajax en we de speelminuten niet onder deze twee spelers wilden verdelen. Dat zou nadelig uitvallen voor de ontwikkeling van beiden', vertelt Haesaert. 'Dit werd in overleg met Danny Blind besproken, waar ik goede herinneringen aan heb. Daarna transfereerde hij (Dembelé, red.) naar Willem II en AZ. Maar ik heb nog andere verschillende goede spelers aangegeven, die dus niet gehaald zijn of gehaald konden worden. Eden Hazard onder andere, Kevin de Bruyne, Dennis Praet.'

Haesaert rapporteerde wekelijks zijn bevindingen uit de wedstrijden van het Belgische voetbal aan Ton Pronk en Fred Arroyo, en later Hennie Spijkerman, die ook nog hoofd scouting was in de tijd van Haesaert bij Ajax. Voor U13 tot en met U21 rapporteerde hij aan Henny de Regt, destijds bij Ajax hoofd jeugdscouting. In het laatste jaar van Haesaert bij Ajax voelde hij zich onvoldoende gehoord. 'Ik kreeg geen respons meer wat betreft rapporten aan de hoofd scouting. Er zijn mensen die de club weggestuurd heeft of heeft willen wegsturen, maar die zitten er nog altijd. Ik heb ook aan Jeroen Slop verteld dat er inhoudelijk geen contact meer was met het hoofd scouting en ik naar de reden het raden had. Blijkbaar was men in andere vijvers aan het vissen dan de Belgische. Dat bleek ook uit de verschillende testspelers van allerlei origine die bij Ajax verschenen. Gelukkig was er wel nog altijd een zeer goed contact met de jeugdscouting, die zoveel jaren haar waarde heeft bewezen voor Ajax.'

Vertrek naar Anderlecht
Uiteindelijk vertrok Haesaert bij Ajax, omdat hij niet het respect en de voldoening voelde bij de club waar hij met hart en ziel voor werkte. 'Ik diende niet alle scoutingsvergaderingen in Amsterdam bij te wonen, maar had praktisch dagelijks overleg via mail of telefoon, zoals de andere buitenlandse scouts. Van Amsterdam naar België is best een eind, maar dat zorgde vooral voor tijdsverlies', spreekt Haesaert. 'Maar op een vergadering zei Cock Jol (destijds assistent-trainer, red.) ineens: ''Hebben wij wel een scout in België?'' Iedereen zat daar met stomheid geslagen en Jol zei: ''Ja, PSV haalt elk jaar dertig Belgen.'' Waarop Gerrie Mühren reageerde: ''Wie van die dertig, maal tien jaar, dus driehonderd Belgen, staan er in het eerste bij PSV?'' ''Ja, Wuytens'', sprak Jol. ''Ja, die heeft een paar keer in de eerste ploeg gestaan, maar dat is helemaal geen titularis'', weerlegde Mühren de opmerking. Toen heb ik algemeen directeur Rik van den Boog gecontacteerd en geëist dat hij Cock Jol zou aanspreken om zijn verontschuldigingen aan te bieden.'

Van den Boog schoof het op de lange baan. Toen Anderlecht poogde Haesaert binnen te halen, probeerde Van den Boog dat nog wel te stoppen. 'Hij vroeg nog om dit te laten en zei: ''Je gaat toch niet van Ajax naar Anderlecht?'', maar ik zei: "Dat interesseert me helemaal niet. Het enige wat ik wil is respect." Haesaert vertrok vervolgens naar Anderlecht, waar hij zijn visie implementeerde als hoofd jeugdscouting. Een visie waarin hard wordt gewerkt door de scouts en heel veel van hen gevraagd wordt. In zijn eigen databank, niet die van Anderlecht, zitten scoutingsrapporten van de laatste zes jaar over alle leeftijdscategorieën van België. 'Compleet, van A tot Z. Eerste Klasse volledig en een groot deel van de Tweede Klasse. De spelers staan in werklijsten, opvolgingslijsten, opstellingslijsten op posities, actielijsten, al naar het seizoen 2016 – 2017 toe.'

Verschil België en Nederland
Na de scouting in eigen rangen, de scouting op Belgische bodem en bij interlands, gaat Haesaert nu verder kijken in Nederland. Het land dat is ingehaald door België als het gaat om de internationale prestaties en coëfficiënt. 'Ik denk dat de trainingsmethoden in België de laatste tien jaar veel beter zijn geworden. Anderlecht, Brugge, Gent en Genk hebben een heel hoog opleidingsniveau. Meer gespecialiseerde trainingen met een hoge kwaliteit is één van de veranderingen en er zijn ook veel meer mogelijkheden. Financieel, medisch, schoolse begeleiding en accommodatie. Gent gaat nu, door de miljoenen van de Champions League, naar het voorbeeld van Anderlecht een grote inspanning doen om haar jeugdopleiding verder en beter te ontwikkelen en hun talenten beter te beschermen', spreekt Haesaert. 'Daarnaast is één van de grote redenen van onze betere jeugdselecties in België het feit dat, sinds 2002 ongeveer, al onze leeftijdscategorieën tegen andere Eerste Klassers en dus hogere weerstand spelen dan in Nederland. In Nederland speel je tegen VVV en anderen met alle respect, maar hoeveel topwedstrijden heb je in het Nederlandse topvoetbal bij de jeugd? Ik zeg altijd dat je zo goed speelt als de tegenstander het toelaat, dus als je regelmatig sterke tegenstanders tegenkomt, kun je ook alle kwaliteiten ontwikkelen die nodig zijn om wedstrijden te winnen.'

Haesaert vertelt dat heel wat van de talenten, die hij voorheen naar Ajax bracht, nu naar Anderlecht gaan. Hij haalde afgelopen seizoen immers negentien Belgische talenten naar Anderlecht. Bij Ajax spelen er momenteel maar twee in de jeugd; Nathan Leyder en Francesco Antonucci, die nota bene van Anderlecht komt. Haesaert maalt niet per se om het vertrek van de middenvelder, al had hij hem graag behouden. 'Antonucci is een technisch zeer goede speler, een Ajax-speler. Maar hij is qua mentaliteit en werkkracht nog te weinig om met zekerheid te zeggen dat hij de top gaat halen. Hij moet een minimale taak vervullen aan balrecuperatie en storingswerk, passlijnen afsnijden. Hij is aan de frêle kant, moet body en kracht verwerven om wedstrijden te winnen op het middenveld, maar heeft dan wel zijn inspeelpass, vrije trappen, hoekschoppen, strafschop en dribbel in de kleine ruimte. Ik hoop dat hij hard blijft werken en het lukt, écht, want het is wel een fijne kerel. We hebben hem ook een vrij behoorlijk contract aangeboden naar zijn, voor onze huidige waarden, maar hij koos voor Ajax. Ik ben zeer benieuwd naar de toekomst.'

Ajax-kippenvel
De toekomst, misschien keert Haesaert dan terug bij Ajax, want hoewel hij de huidige ontwikkelingen rondom de club niet gevolgd heeft, kijkt hij nog steeds met weemoed terug op zijn periode bij de Amsterdamse club. 'Ik ben trots op mijn jongens', doelt Haesaert op de talenten die hij naar Ajax bracht. 'En een beetje op mijzelf, maar een podium zegt me niet veel en zij hebben het moeten waarmaken. Ik doe nog heel weinig interviews, omdat ik niet veel vrije ruimte heb. Ik doe dit voor u en voor Ajax. Het is toch altijd een beetje kippenvelmoment als ik de naam Ajax hoor. Ik ben er zelf weggegaan door omstandigheden en ik kijk voor mijzelf tevreden terug. Dat geeft voldoening. Ik houd naast Anderlecht en de clubs waar ik trainer was voor het eerste team (Waregem en Lokeren, red.) nog steeds van Ajax. Het blijft voor altijd mijn club.'

Sjors van Veen (Twitter: @SjorsvanVeen)

Lees meer over:
Plaats reactie
Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.