Nicolás Tagliafico bereidt zich met de Argentijnse nationale ploeg voor op de Copa América. Na het zware seizoen bij Ajax begint het Zuid-Amerikaanse toernooi, net als het EK, op 11 juni. De linksachter hoopt zo ver mogelijk te komen op het toernooi, vertelt hij in een interview met Nuevo Diario Web.

'Ik wil écht meedoen en mijn best doen voor het nationale team', laat Tagliafico weten. 'Het zal niet gemakkelijk zijn (om ver te komen, red.), maar we zijn sterk en gretig. Je moet groot dromen.' Zijn transfer naar Ajax heeft hem geholpen in zijn ontwikkeling tot de speler die hij nu is. 'Ik ben tactisch en technisch veel gegroeid in Nederland. Vanaf mijn komst tot op heden ben ik enorm gegroeid en beschouw ik mezelf als een completere speler.'

De linksachter is tegenwoordig een vaste waarde in de Argentijnse selectie en dat ziet hij als een compliment. 'Elke keer doe ik mijn best om in het nationale team te blijven. Het is natuurlijk een enorm compliment dat ze zeggen dat ik een vaste waarde ben. Ik werk de hele tijd en ik voel me een belangrijk onderdeel van de nationale ploeg. Als ik straks in de basis sta, is dat alleen maar beter. Ik wil de selectie helpen. Dat is de gedachte die ik bij elke training probeer uit te voeren. Elke dag.'

Nederlands 

Het leven in Nederland bevalt Tagliafico. Hij geniet van de cultuur en de rust die er heerst, maar het weer en de taal vindt hij maar niets. Hij spreekt zelf maar een paar woorden Nederlands. 'De waarheid is dat ik het (Nederlands, red.) niet begrijp. Door sommige woorden begrijp ik een deel van een zin en kan vertellen waar ze het over hebben, maar als ze snel spreken, is het onmogelijk. Het is erg moeilijk te begrijpen. Ik gebruik wel de begroetingen, de "goedemiddag", het "alsjeblieft", het "dankjewel", maar de taal écht leren, is nooit bij me opgekomen. Ze spreken heel goed Engels en ze raden je aan Engels te leren. Daar heb ik het bij gehouden.'

Die taal spreekt hij bij Ajax ook met de trainers en zijn teamgenoten. 'Erik ten Hag spreekt net als de meeste van mijn teamgenoten Engels. De jongere spelers in de selectie zijn nog niet heel vloeiend daarin. Sommige spelers spreken Spaans en met hen breng ik ook meer tijd door. Maar over het algemeen spreek ik met mijn Nederlandse teamgenoten Engels.'