Het Parool schrijft vrijdag dat voor het laatste huis van voormalig Ajacied Eddy Hamel en zijn familie vrijdagochtend in de Amsterdamse Rijnstraat vier Stolpersteine zijn gelegd. Hamel werd in 1943, samen met zijn vrouw Johanna Wijnberg-Hamel en hun zoons Paul en Robert, vermoord in Auschwitz.

De Joodse Hamel is zodoende de eerste Ajax-speler die wordt geëerd met een Stolperstein. Hamel, overigens geboren in New York, debuteerde in 1922 in het eerste elftal van Ajax. Daarmee was hij de eerste Joodse speler ooit bij een Europese topclub. Hamel zou uiteindelijk acht seizoenen voor Ajax spelen. Na zijn periode bij Ajax coachte Hamel bij FC Volendam en in de jaren dertig kwam hij ook nog uit voor Lucky Ajax.

In oktober 1942 werd Hamel gearresteerd omdat hij geen Jodenster in het openbaar droeg. Met zijn familie werd hij toen gedeporteerd naar Westerbork, waarna de familie op 29 januari 1943 naar Auschwitz werd afgevoerd. Bij aankomst werden zijn vrouw en zijn twee zoons direct vermoord. Hamel zelf werd, na maanden van dwangarbeid, in april 1943 in het concentratiekamp vermoord.

Financiering door Amerikaanse schrijver

De Stolpersteine worden bij het laatste woonhuis van de familie Hamel, aan de Rijnstraat 145-2, geplaatst. Deze herdenkstenen zijn gefinancierd door de Amerikaanse schrijver Jim McGough. Hij schreef een boek over de levens van Eddy Hamel en Leon Greenman. Het tweetal deelde in Auschwitz een barak. In Amsterdam liggen inmiddels al meer dan 770 Stolpersteine voor door de nazi's omgebrachte stadgenoten.