Voormalig Ajacied Urby Emanuelson kijkt met bijzondere gevoelens terug op de vorige ontmoeting tussen Ajax en Dinamo Kiev in de play-offs van de Champions League. In 2010 wisten de Amsterdammers namelijk ten koste van de Oekraïners het hoofdtoernooi van het kampioenenbal te bereiken.

Toen Ajax onlangs werd gekoppeld aan Dinamo Kiev kreeg Emanuelson - nu FC Utrecht - dan ook wel wat flashbacks te verwerken, zo vertelt hij in gesprek met Ajax TV. De linkspoot spreekt over een hele sterke Ajax-ploeg. Hij noemt spelers als Mounir El Hamdaoui, Luis Suárez, Toby Alderweireld, Jan Vertonghen, Demy de Zeeuw, Vurnon Anita, Maarten Stekelenburg, Gregory van der Wiel. 'En Eriksen, die als achttienjarige de stap naar het eerste maakte', weet Emanuelson, die destijds blij was met Dinamo Kiev als tegenstander. 'Het was toen niet de sterkste ploeg die we konden loten. Ze hadden Shevchenko, maar die was op leeftijd.'

In Oekraïne speelde Ajax met 1-1 gelijk, waarna Ajax een bijzondere wedstrijd in de ArenA speelde. 'Je weet van Europese wedstrijden, zeker in de Champions League, dat daar een speciale sfeer hangt. De tijden met de vlaggen en de klokkenluider brengen nog steeds kippenvel', zegt Emanuelson, die zag dat iedereen die wat met Ajax te maken heeft jaren moest wennen aan de grote Arena. 'Maar in die wedstrijd was er een fantastische sfeer. In de jaren daarna kwam er ook meer sfeer in het stadion. Ik weet nog wel dat er in de beginjaren veel over werd geklaagd.'

Ajax had het in de thuiswedstrijd tegen Dinamo Kiev lastig in de beginfase, maar Stekelenburg hield Ajax op de been. Na de 1-0 van Suarez ging Ajax beter voetballen en toen El Hamdaoui voor de 2-0 zorgde, was het klaar. 'Vanaf dat moment was de buit binnen. Iedereen bij Ajax keek uit naar de Champions League.'

Martin Jol

Uiteindelijk won Ajax met 2-1 en zodoende werd de Champions League bereikt. Dat deden de Amsterdammers onder Martin Jol. Aan die trainer bewaart Emanuelson goede herinneringen. 'Een hele relaxte trainer met een eigen visie op het voetbal. Hij wilde bij Ajax persoonlijkheden creëren. Dat als mensen naar je keken zij dachten: dat hoort bij Suárez, dat hoort bij Eriksen, dat hoort bij mij. Als je nu naar Eriksen kijkt, zie je dat zijn passing en vrije trappen iets extra's brengen. Daar hamerde Martin Jol erg op.'