Frenkie de Jong vindt het niet terecht dat de opleving van het Nederlands Elftal voor een groot deel aan hem toe te kennen is. In zijn ogen is dat te veel eer, zo blijkt uit een interview met De Telegraaf. 'Ik wil vooral dat we met het team heel goed spelen én winnen', laat hij weten.

De Ajacied maakte in augustus tegen Peru (2-1 winst) zijn debuut in het Oranje. Dat was het startschot voor een uiterst succesvolle opmars waarin onder meer met Frankrijk, Duitsland en Engeland werd afgerekend. Was hij de ontbrekende schakel bij de nationale ploeg? 'Ik weet natuurlijk niet hoe het was voordat ik erbij kwam. Maar ik denk wel dat we daarna een heel goede ontwikkeling hebben doorgemaakt, als team zijn gegroeid. We hebben laten zien dat we ook tegen grote landen goed voetbal kunnen spelen én kunnen winnen. Voor het hele Nederlands voetbal is het een uitstekend jaar geweest.'

Na het succesvolle Oranje-jaar zijn de verwachtingen hooggespannen voor het EK van 2020. Volgens De Jong moet men Nederland niet zien als dé titelfavoriet. 'Ik denk wel dat we hebben laten zien dat mensen weer rekening met ons moeten houden', stelt hij. 'Alleen zullen we niet een van de topfavorieten zijn. Dat maakt ook niet uit. Als we die beker maar winnen.'

Oranje kan in zijn ogen dan ook nog flinke stappen zetten. 'Ik denk dat wij met Oranje nog veel beter kunnen', beweert de toekomstig FC Barcelona-speler. 'Het voordeel is ook dat we alleen maar jongens hebben die zich nog steeds ontwikkelen. Als we ons voor het EK plaatsen, dan is iedereen weer een jaar verder. Dan hebben we nog verder aan onze speelwijze kunnen schaven. Omdat de sfeer in het team heel goed is, kan het alleen maar beter worden.'